Twee jaar geleden startte een medewerker van Light for the World een voetbalclub in het vluchtelingenkamp Mahad, in Juba. We zagen elkaar in het begin vooral als vertegenwoordigers van de verschillende stammen, niet als leden van hetzelfde voetbalteam. Ik leg nieuwkomers nu uit dat voetbal een spel is en een voetbalveld geen strijdtoneel. Ruzies worden uitgepraat. Voetballers vechten niet: ze voetballen.’’

Afgetrapte bal
Twee jaar lang voetballen de jongens fanatiek, tweemaal per week. Bovendien doen ze vaak mee aan toernooien, ook buiten het kamp. Het vele voetballen is af te lezen aan de staat van de voetbal en het schoeisel. De jongens vinden dat hun afgetrapte schoenen, versleten sokken en afgetrapte bal nodig aan vervanging toe zijn. ,,Veel voetballers spelen nu noodgedwongen op blote voeten.’’

Veel bijgeleerd
,,In 2014 brak de oorlog uit in Malakal’’, vertelt voetballer Basja (23), die tot de Sjilluk stam behoort. ,,Wij renden in paniek naar het UN-kamp, waar het we ons veilig dachten, maar veel vrienden en bekenden zijn toen vermoord. Mijn broer Adok stief, hij was 21 jaar. We dachten dat we allemaal zouden sterven, er waren zoveel beschietingen…’’
,,Ons gezin is nu verspreid over heel Zuid-Soedan. Ik woonde in 2012 een tijdlang bij mijn vader in Boma, en daarna in Malakal. Maar mijn vader is soldaat en moest dienen in het leger. Ik heb niets meer van hem gehoord. Mijn moeder woont in Renk, met mijn zus, en een andere broer woont in een vluchtelingenkamp in Malakal. Nu woon ik met mijn zus Nwawee in een tent in het vluchtelingenkamp Mahad in Juba. Het was niet veilig in Malakal.’’
,,Ik voel me alleen en pieker veel’’, verzucht Basja. ,,Ik weet niet waar ik moet wonen, en ik weet niet wat ik het beste kan doen. Ik wil graag mijn middelbare school afronden en hoop dat ik, met ondersteuning, kan studeren aan de universiteit. Het liefst word ik accountant bij een bank. Ik ben lid van de voetbalclub van het vluchtelingenkamp. Ik kon natuurlijk al voetballen voordat ik lid werd, maar ik heb ook veel bijgeleerd.’’

Schrift aanschaffen
Aanvoerder Jama is een Dinka en ontvluchtte in 2014 de oorlog in Bor, samen met zijn broer, zus en grootmoeder. ,,Mijn oom werd vermoord, en wij vluchtten toen naar Juba, maar mijn ouders bleven achter in Bor, Mijn grootmoeder kookt in het kamp voor mij, mijn broer en zus.’’
,,Ik wil graag in Juba blijven, want ik kan hier gemakkelijker naar school: ik zit in de tweede klas van de middelbare school. We hoeven geen boeken te kopen, maar schrijven de lesstof over uit het boek van de leraar. De afgelopen twee dagen kon ik niet naar school omdat ik geen schrift kon aanschaffen, die kost dertig Soedanese ponden. Je moet het geld wel hebben. Later wil ik graag chirurg worden, dan kan ik zieken opereren en beter maken.’’

Positieve invloed
De 72 leden van het voetbalteam trekken veel met elkaar op en hebben een positieve invloed op de sfeer in het vluchtelingenkamp. ,,Twee keer in de maand vertegenwoordigt het voetbalteam het kamp in het overleg met de ngo’s die in het kamp werken, samen met een vrouwengroep en een groep van oudsten’’, vertellen Basja en Jama. ,,Daarnaast lopen we ’s avonds wacht, om te voorkomen dat dronken mensen en zwervers het kamp binnendringen. We helpen handelaren met uit- en inladen als ze in het kamp hun waren aan de man willen brengen. Ook maakten we onze toiletten toegankelijk voor mensen met een handicap.’’
,,Onlangs wilden de oudsten een vergadering schorsen vanwege het oprakelen van oude, onderlinge conflicten’’, herinnert Jama zich. ,,Het voetbalteam greep in; we motiveerden hen om geen oude koeien uit de sloot te halen maar door te gaan op de ingeslagen weg: niet zeuren maar aanpakken.’’