Deze blog is niet geschreven door de Puntuitredactie.


Na een lange dag reizen komen we aan op onze bestemming; Panagiouda, Lesbos. Het wordt een kort nachtje want om half acht gaat de wekker. Op de kamers ontstaat lichte stress, wie mag er als eerste in de badkamer. Uiteindelijk verschijnt iedereen op tijd aan het ontbijt.

Voordat we naar het kamp gaan, krijgen we eerst training van Hanneke Mauritz. Schoenen uit en samengepakt op de bank luisteren we naar de dagelijkse gang van zaken in kamp Moria. In het kamp, waar plaats is voor 3.000 mensen, zitten op dit moment ongeveer 14.000 mensen. Bijna de helft hiervan is kind. De situatie is schrijnend. Er is gebrek aan ruimte, gebrek aan hygiëne, tekort aan zorg enz.

Belangrijk onderdeel van de training is de veiligheid. We gaan altijd met twee personen op pad, op het informatiepunt moet bekend zijn welke vrijwilligers in het kamp aan het werk zijn zodat iedereen bij een eventuele evacuatie te traceren is. Geen foto’s in het kamp, geen close contact met ‘cross gender’, doe geen beloftes want die kun je niet waarmaken en geef niets weg zonder toestemming want we delen pas als we aan iedereen uit kunnen delen. Het duizelt ons een beetje en we kijken ernaar uit om nu echt naar het kamp te gaan.

Onze eerste indruk van het kamp is dat het onmenselijk en onwerkelijk is. Zo veel mensen in een kleine tent, overvolle straten, rennende kinderen, grote stapels met afval. Overal waar we kijken staan tenten, lange rijen mensen die staan te wachten op eten, mensen die heel de dag op de dezelfde plek zitten, staan, hangen, liggen. We zijn onder de indruk van de hulpeloosheid die van alles afstraalt.

Tijd om aan de slag te gaan; de één met het controleren van wie er waar in het kamp woont, de ander brengt in kaart waar er tenten opgezet zijn en of ze geregistreerd staan, de volgende gaat helpen met het eten uitdelen. Voor het informatiepunt staan en zitten gezinnen te wachten tot ze een tent krijgen. We markeren de tenten met een nummer zodat we weten wie in welke tent verblijft. Een plek om de tent op te slaan moeten ze zelf zoeken. Een vrouw komt haar tent terug brengen; ze heeft een koepeltentje voor vier personen maar het gezin bestaat uit vijf personen. Een grotere tent kunnen we haar niet geven. Het is frustrerend om ‘nee’ te moeten zeggen terwijl je zo graag wilt helpen.

Om vijf uur hangen we vermoeid ons hesje weer terug op de juiste plek, de eerste shift is voorbij. Het kamp en de mensen laten we in slechte omstandigheden achter. Wij gaan naar een veilig, schone plek waar we uitgebreid kunnen douchen, in een bed slapen, we gaan en staan waar we willen. Je kunt je schuldig en dankbaar tegelijk voelen.