Quinten maakt een hoop muziek, maar houdt zijn arm zo stil mogelijk. De slagkracht moet uit zijn pols komen, weet hij. De stok waarmee hij op de houten toetsen slaat, houdt hij losjes in zijn hand. Zo stuitert die terug en kan Quinten snel achter elkaar op de toetsen slaan. Hij kan zelfs al –„een beetje”– met vier stokken tegelijk spelen.
Twee jaar oud was Quinten toen hij bij de avondvierdaagse een man op een marimba zag spelen. „Vanaf toen wist ik dat ik dat ook wilde.” Waarom hij het zo’n mooi instrument vond, kan hij niet uitleggen. Maar dát dit zo was, bewijst de marimba die in de woonkamer staat. Quinten bespeelt het slagwerkinstrument nu vier jaar en speelt inmiddels zelf bij de jaarlijkse vierdaagse in zijn woonplaats.
Binnenkort hoopt Quinten zijn eerste muziekdiploma te halen. „Daarvoor moet ik weten hoe de noten eruitzien op papier. En ik moet snappen wat kruizen en mollen zijn. Ik heb daar een ezelsbruggetje voor: mollen zitten in de grond en kruizen staan op de kerk. Dus mollen zijn een halve toon lager en een kruis maakt de toon een halve toon hoger.”
Quinten krijgt elke week muziekles, nu via het videobelprogramma Zoom. Ook speelt de leerling uit groep 7 van de Koningin Wilhelminaschool in Lekkerkerk wekelijks twee avonden bij de Melody Percussion Band in zijn woonplaats. „”Melody” betekent dat de instrumenten die meedoen verschillende klanken kunnen maken, ”percussion” betekent dat we op slagwerkinstrumenten spelen en ”band” zegt dat we een muziekgroep zijn.”
Van de ongeveer vijftien muzikanten is Quinten de jongste. „Ik kom op de avonden altijd een kwartiertje eerder om alles klaar te zetten. Dan pak ik de marimba van de muziekgroep –die veel groter is dan die ik thuis heb– en zet er een kist achter. Daar ga ik op staan als ik moet spelen, want ik ben nog niet zo lang. Anders kan ik er niet goed bij.”
De 10-jarige speelt niet alleen marimba, maar ook andere instrumenten. „Dat hoort erbij als je slagwerker bent”, vindt Quinten. „Ik speel ook xylofoon, een vibrafoon, een klein beetje trommel en natuurlijk de tamboerijn en zo.”
Tijd voor muziek. Quinten pakt in elke hand een blauwe stok. Die klinkt net iets harder dan de oranje. Op de muziekstandaard staat het muziekstuk can-can. Vrolijke noten vullen de woonkamer. Binnen twee minuten is het nummer afgelopen. „Lange stukken spelen is best vermoeiend”, zegt Quinten. „Zeker als je flink moet rammen. Dat doe ik het liefst, maar de meeste nummers zijn helaas rustig.”
Spelen doet Quinten graag met de muziekgroep. „Dan klinkt het veel mooier. En oefenen is soms best saai.” Quinten: „Ik wil graag bakker worden, of iets met lego doen.”
Even voorstellen: De marimba
„Een marimba is gewoon een xylofoon met houten planken en lange buizen aan de onderkant”, legt Quinten uit. De planken liggen op een rij van lang naar kort. Hoe korter de plank, hoe hoger de toon is die je hoort als je op de plank slaat. De muziek komt uit de pijp die aan de onderkant van de planken zit. Hoe langer de plank is waar Quinten op slaat, hoe langer ook de pijp onder de plank. Quinten: „De lagere tonen blijven langer door galmen.”
Uit welk land het slagwerkinstrument komt en hoe het is ontstaan, is onduidelijk. Vaststaat dat mensen de marimba al heel oud is.
De panfluit, het orgel en de harp ken je vast. Maar hoe zit dat met de conga, ocarina of neusfluit? In de 5-delige serie Bijzondere muziekinstrumenten vertellen jongeren over hun bijzondere instrument. Deel 1: Quinten speelt marimba.