De studie van John Dyer, promovendus op het gebied van Bijbelsoftware, verscheen in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Religion, Media and Digital Culture van uitgeverij Brill.

Dyer vroeg deelnemers aan het onderzoek om een leesrooster van het Johannesevangelie te volgen. Het bleek dat degenen die hierbij een app gebruikten, zo’n twee dagen meer van het rooster lazen dan degenen die een papieren Bijbel gebruikten. Ook viel op dat mannen vaker de dagelijkse lezing in het rooster voltooiden dan vrouwen.

Een verklaring voor het hogere Bijbelgebruik door applezers ziet Dyer in het gebruik van meldingen in de app. Die herinneren de lezer aan het rooster.

Meer Bijbellezen betekent niet per definitie dat een tekst beter wordt begrepen. De deelnemers moesten na lezing van het boek Judas aangeven hoe zij zich voelden. Digitale lezers voelden zich hierbij twee keer zo vaak „verward” als papieren lezers en gaven aan Judas nogmaals te willen lezen of beter te willen bestuderen.

Volgens Dyer laat het onderzoek zien dat mensen hun keuze voor een medium –digitaal of print– vaak maken op basis van omstandigheden of het gemak, terwijl zij zich niet bewust zijn van „het effect dat de keuze voor een medium heeft op het begrijpen van de boodschap en op hen als lezer.”

Twee derde van de deelnemers geeft de voorkeur aan papier voor langer Bijbellezen of voor grondige studie. Terwijl veel deelnemers (ruim 40 procent) op het werk of op school de Bijbel digitaal lezen, gebruikt de meerderheid in de kerk liever geen app. Bij het Bijbellezen met kinderen erbij geeft een meerderheid (42 procent) de voorkeur aan papier.