Drukte bij kassa
„Het werken bij een supermarkt is in de coronatijd anders dan daarvoor”, vindt Corinne van der Ham (19) uit Krimpen aan den IJssel. Zij is caissière bij de Jumbo in haar woonplaats. „Toen de maatregelen net van kracht waren, gingen veel klanten hamsteren. Iemand kocht veertien pakken Dubbelfris en een ander deed voor 300 euro boodschappen terwijl ik weet dat ze maar met z’n vieren thuis zijn. Behalve het werk achter de kassa, maak ik soms winkelkarretjes schoon. Het is gezellig om dan mensen te spreken. In de winkel zijn er verschillende aanpassingen gedaan. Achter de kassa draag ik handschoentjes, wat onhandig is als ik geld wil aanpakken. Verder is er een schot van plexiglas voor de kassa geplaatst en tussen de verschillende kassarijen zijn ook schotten geplaatst. Van bepaalde producten, zoals paracetamol en wc-papier, mogen klanten maar twee exemplaren meenemen. Daar komen ze soms pas achter als ik het bij de kassa zeg. Door de maatregelen is er nu meer werk, daarom zou ik vaker aan de slag kunnen. Ik doe de pabo en omdat ik vaak college heb, werk ik zelf niet veel extra. Wel doe ik als vrijwilliger van Jumbo’s bezorgservice boodschappen voor ouderen.”
Ontbijt
„Nu er corona is, doe ik meer dingen dan normaal”, vertelt Geke de Geus (16) uit Sommelsdijk. Zij zit in klas 4 van het vmbo kader beroepsgericht. Daarnaast werkt ze in de huishouding in een verzorgingstehuis. „Meestal werk ik ’s ochtends. Dan maak ik de kamers van de bewoners, de keukens, de wc’s en de badkamers schoon. Nu begin ik met het ontbijt. Dan dek ik de tafel en help ik de ouderen met eten. Dan is het niet mogelijk om 1,5 meter afstand te houden. Tijdens het werken hoef ik geen mondkapje op. Dat gebeurt alleen in woongroepen waar een besmetting is of waar vermoed wordt dat iemand corona heeft. Na het ontbijt begin ik met schoonmaken. Alles wat vaak aangeraakt wordt, zoals deurklinken, kranen en leuningen, maken we extra goed schoon. Er is meer werk en niet iedereen wordt gevraagd om te werken, alleen de mensen die veel in het tehuis komen. Eerst werkte ik alleen op zaterdag, nu werk ik drie of vier ochtenden in de week. Zo bouw ik een band op de bewoners.”
Extra werken
„De vraag naar bloemen en planten is enorm”, merkt Marijke de Heer (20) uit Punthorst. Zij werkt bij een bloemist. „Mensen gaan vaker de tuin in en hebben meer planten nodig. En doordat mensen niet bij elkaar op visite kunnen, laten ze sneller bloemen bezorgen.
In het begin van de coronacrisis waren er een aantal collega’s die in de risicogroep vielen of zich niet goed voelden. Dat tekort moest opgevangen worden. Normaal werk ik alleen op zaterdag en in de vakanties, maar nu werk ik soms een middagje of twee extra. Doordat we 1,5 meter afstand moeten houden, is het werk wat omslachtiger. Er kunnen maximaal twee mensen tegelijk achter de kassa staan. En rondom de kassa hebben we alles afgebakend. In de binderij kunnen we ook niet met z’n allen aan het werk. Onze snijbloemen staan in een koeling, waar maar één persoon tegelijk naar binnen mag. Verder wassen we vaak onze handen en ontsmetten we alles goed.”
Vaste klanten
„Behalve de afstand is er weinig veranderd”, constateert Lidian Hovestad (14) uit het Utrechtse dorp Elst. Zij zit in de derde klas van het vmbo kader beroepsgericht op het Van Lodenstein College in Kesteren. Als bijbaan werkt ze in een slagerij. „Nu er corona is, gebruiken we nog vaker antibacteriële zeep en desinfecteermiddelen. Verder houden we 1,5 meter afstand tot collega’s en klanten. Buiten hebben we een grill staan. Soms moet ik die ophalen, maar dan staan er ook klanten buiten. Dan moet ik opletten dat ik niet te dichtbij kom. Wij werken altijd al met handschoenen aan, bijvoorbeeld als we saus door vlees mengen. Mijn collega’s die het vlees verkopen, dragen geen handschoenen, omdat je ze dan na elk contact moet verwisselen. Verder overleven bacteriën langer op plastic of latex dan op gedesinfecteerde handen. Om die reden gebruiken de verkopers desinfecteermiddel nadat ze een klant geholpen hebben. En de uitgespaarde handschoenen kunnen ze in de zorg goed gebruiken.”
Mondkapje
„We dragen mondkapjes om de bewoners te beschermen”, vertelt Louise Suijker (17), eetmaatje bij zorgcentrum Waardenburgh locatie Parkzicht in Sliedrecht. „Als eetmaatje werk ik meestal van halfvijf ’s middags tot acht uur ’s avonds. Dan smeer ik boterhammen voor oude mensen die dat zelf niet meer kunnen. Daarna is het tijd voor de afwas. In het laatste uur brengen we koffie bij de bewoners.
In deze tijd letten we goed op de hygiëne. We dragen mondkapjes en wassen regelmatig onze handen. We doen dit werk met zo’n tien meiden, dus het is goed om voorzichtig te zijn. Het mondkapje zit vervelend. Hoe moet dat zijn voor mensen die de hele dag zo’n pak dragen? De oudere mensen voor wie ik brood smeer, mogen momenteel geen bezoek ontvangen. De eetmaatjes en de persoonlijke verpleging komen nog wel langs. Vaak heb ik vijf minuten de tijd om een boterham te smeren en kort te praten en dan moet ik alweer door. Dat vind ik jammer. Sommige mensen geven aan dat ze het moeilijk hebben. Dan blijf ik bijvoorbeeld vijf minuten langer. Toen er nog geen corona was, kregen ouderen soms familie op bezoek. Nu is dat allemaal niet mogelijk. Ik zie dat ouderen daaronder lijden.”