Wanneer dacht jij: ik word brandweerman?

„Als vierjarig jochie vond ik de hulpdiensten al leuk. Ik zocht plaatjes op van politieauto’s, ambulances en brandweerwagens. Rond mijn tiende googelde ik of er zoiets als een jeugdpolitie bestond. Ik wilde graag bij de politie. Omdat ik gehoortoestellen heb, kan de politie mij niet toelaten. Hun medische eisen zijn streng. Bij de brand-weer zijn die soepeler, dus meldde ik me aan bij de jeugdbrandweer.”

Is een brand blussen jou op het lijf geschreven?
„Na een introductieavond van de jeugdbrandweer wist ik: dit is iets voor mij. Ik heb veel energie, en die kan ik bij de brandweer goed gebruiken. Je hoeft hier nooit stil te staan en mag altijd werken.”

Wat doe je bij de jeugdbrandweer?
„We oefenen iedere vrijdagavond. Vorige maand kregen we de melding dat er brand was bij mijn kerk, de Adventkerk van de gereformeerde gemeente in Veenendaal. Voor de bhv’ers in de kerk was het een goede oefening in communicatie met de brandweer.”

Staat je kerk er nog?
„Er was niet echt brand natuurlijk. Toen we aankwamen, voerden we eerst een buitenverkenning uit om te kijken of daar slachtoffers waren. Of dat de kans bestond dat de brand oversloeg naar andere panden. Dat was gelukkig niet het geval. Wel kregen we de melding dat er een slachtoffer was. Die zat in het pand.

Brandweermannen nummer 1 en 2 zetten de aanval in en gingen meteen blussen met water uit de brandweerwagen. Nummer 3 en 4 bouwden de watertoevoer op. Nummer 4 koppelde een opzetstuk aan de brandkraan. Nummer 3 gooide de slang van de kraan naar de brandweerwagen.

Alleen aan de meterkast hingen vlammenborden. Dus we hoefden daar maar één straal te richten, nadat de bevelvoerder de koster had gevraagd de stroom af te sluiten. Natuurlijk draaiden we de kraan niet echt open. Dan zou de kerk kleddernat zijn geweest.”

Trekt zo’n oefening bekijks?
„Doordat er mensen keken die ik kende, gierde de adrenaline door mijn lichaam. Ik was zenuwachtig. Aan de politie vroegen we of ze de mensen achter een rood lint wilden zetten. Ik liep druk heen en weer, want anders denken ze dat ik geen brand kan blussen.”

Waar droomt een brandweerman van?
„Een brand blussen. Laten we eerlijk zijn, dat is gewoon leuk. Het is actie, sensatie. Ik heb een pieper waarop ik echte brandmeldingen krijg. Dat apparaat heb ik altijd bij me. Als hij piept, ruk ik uit om bij branden te kijken en foto’s te maken. Alleen ’s nachts moet hij uit van mijn moeder, anders kom ik niet aan m’n rust.”

De jeugdbrandweer ziet zichzelf als kweekvijver voor professionele blusgasten. Ga jij jezelf op je achttiende aanmelden als brandweerman?
„Als het te combineren is met mijn werk wil ik graag bij de vrijwillige brandweer van het korps in Veenendaal. Het moet natuurlijk ook te combineren zijn met je gezin. Als de pieper gaat, kun je niet met je kind blijven spelen.”

 

Kweekvijver voor blushelden

Nederland telt circa 3500 jeugdbrandweerleden, die verdeeld zijn over 159 jeugdkorpsen.
De jeugdbrandweer bestaat uit jongens en meisjes tussen de 11 en 18 jaar. Tijdens de oefeningen leren de tieners brand te bestrijden en hulp te verlenen. Dus het gaat niet alleen om blussen, ook om het openknippen van een auto, het werken met hefkussens of het dichten van een tank met afdichtingskussens.
Als een jongere 18 wordt, is het soms mogelijk om door te stromen naar de vrijwillige of beroepsbrandweer.
De laatste jaren zijn er steeds minder brandweervrijwilligers. De korpsen zetten alles op alles om nieuwe brandweermannen te werven.
Daadwerkelijk uitrukken mogen jongeren nog niet. Mede daarom organiseert de jeugdbrandweer ieder jaar een landelijke wedstrijd. Onder het toeziend oog van ervaren brandweerlieden blussen de jeugdkorpsen zo snel en goed mogelijk branden en verlenen ze hulp.