Althans, voor de gevorderde reizigers, zij die de eerste stappen van de kuur al hebben doorlopen: de verwarring bij het perron („Waar blijft-ie nou?”), de frustratie bij het stationsbord („Hoezo: rijdt niet?!”) en vervolgens de ontreddering in de centrale hal („Maar ik heb een sollicitatie­gesprek!”). 

Hier geldt: berusting.

Vertraagde treinen, het is voer voor psychologen. Wetmatigheden veranderen. Haast en anonimiteit worden opeens ingeruild voor gezelligheid en een onderonsje.
Totdat de omroeper zich meldt. De onthaastingskuur is ten einde. Groen licht voor de gestrande reizigers.

De verloren pianist ramt in het ritme van zanger Herman van Veen: „Opzij, opzij, opzij, Maak plaats, maak plaats, maak plaats, Wij hebben ongelofelijke haast.”