’k Zie U, God Zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen.
Zou ik mijn kruis in kommervolle tijden,
de zwaarste smart dan niet geduldig lijden,
daar Gij uit liefde zo veel zware plagen
voor ons wou dragen!
Och, als ik, Heer’, om mijne zonde beve,
dat dan uw kruis mij weder ruste geve:
dat kruis zij dan mijn vreed’ en vreugde tevens,
o God mijns levens!