Honderden studenten genieten op de universiteitscampus van de lentezon. Er zitten knappe koppen tussen, die hier de meest ingewikkelde studies volgen. Zoals wiskunde. Of natuurkunde. Of allebei. De beste zijn in zo’n omgeving, dat ben je niet zomaar. Maar Arjan, die zijn gast voorgaat naar de enorme universiteitsbibliotheek en daar een gespreksruimte heeft gereserveerd, kreeg het vorig jaar voor elkaar.

Natuurlijk deed hij het er niet voor. „Het doet me ook niet zoveel, als de TU Delft je als talent bestempelt. En die 500 euro die erbij hoorde, was mooi meegenomen.”

Gemiddelde
Hij opent de deur van de John F. Kennedy-ruimte. Binnen zitten drie studentes hard te werken. Maar ja, of ze het leuk vinden of niet, ze zullen het veld moeten ruimen voor een student die mag gaan uitleggen hoe hij met het hoogste gemiddelde van zijn leerjaar zijn propedeuse binnen haalde.

Maar die uitleg is niet omgeven door mooie woorden en prachtige volzinnen. Arjan is een man van getallen. Geef hem een pen en een stukje papier en binnen twee minuten staat er een ingewikkelde berekening op papier.

Ook zijn cijferlijst staat al snel op het scherm van zijn laptop. Er naar zoeken hoeft hij niet, want hij houdt alles precies bij in een Excel-document. Tienen, een enkele 9,5 en een zeldzame 9. Het gemiddelde van leerjaar 2 staat onderaan: 9,56. Dat gaat toch niet vanzelf?

„Dat is ook zo”, zegt Arjan, zorgvuldig formulerend. „Ik steek alle tijd in mijn studie en probeer zoveel mogelijk bezig te zijn met wiskunde. Het is een kwestie van doen, erin duiken. Dat zorgt ervoor dat je ingewikkelde berekeningen eerder doorziet.” Lid van een studentenvereniging? Arjan schudt zijn hoofd. „Er zijn studenten die daar hun plezier halen, maar dat vind ik in de studie.”

Combinatie
Al op de basisschool, in groep 5 of 6, had Arjan de smaak van getallen te pakken. „De juf vroeg welke sommen je allemaal kon maken met 96 als uitkomst. 16 keer 6 en 48 keer 2 enzo. Ik stak mijn vinger op en zei: „5 faculteit min 4 faculteit.” Helaas kon de juf dat niet echt waarderen.”

Het was voor Arjan dan ook niet zo moeilijk om een keuze te maken voor een studie. Het werd wiskunde en natuurkunde, een combinatie die hier in Delft mogelijk is. Het eerste jaar sloot hij af met een 9,31 gemiddeld, het hoogste van zijn leerjaar. Voor de universiteit was het reden om Arjan samen met een paar andere studenten van andere studies te bestempelen als ”talent van het jaar”.

Nu is ditzelfde talent hard op weg om ook zijn tweede jaar met een recordgemiddelde af te sluiten. Maar Arjan houdt een slag om de arm. „Het natuurkunde-practicum komt er nog aan. En daar ben ik echt niet goed in. Ik heb twee linkerhanden. Vorig jaar haalde het praktijkgedeelte, waar ik een 7,5 voor scoorde, het gemiddelde behoorlijk omlaag.”

Met zo’n cijferlijst zou je bijna gaan denken dat hier een wonderkind zit. Arjan haalt zijn haren voor zijn ogen weg, schudt zijn hoofd en zegt het nog maar eens: „Je moet er gewoon veel voor doen. Elk tentamen is weer een uitdaging. Zoals ik al zei: ik steek veel tijd in mijn studie. Dat is gewoon nodig, want het gaat niet vanzelf.”

Nacht
Als een lastige berekening uiteindelijk klopt, geeft dat de tweedejaars student veel voldoening. „Dat is toch mooi?” Hij denkt terug aan het profielwerkstuk dat hij in de zesde van het vwo schreef, samen met een klasgenoot. „We hadden een programma geschreven waar leraren eenvoudig een lesrooster mee kunnen maken voor school. Er zat ergens een fout. Ik ben de hele nacht aan het zoeken geweest en om half 6 ’s morgens had ik het te pakken.” Een hele nacht doorgaan is voor Arjan overigens geen probleem. „Mijn dag begint, als ik geen colleges heb, rond een uur of 11. Het liefst studeer ik ’s avonds laat en ook wel ’s nachts.

Wetenschap
Wiskunde, wat moet je ermee? De vraag blijft even hangen. John F. Kennedy kijkt vanaf de wand van de ruimte op de iets onderuit gezakte student neer. „Tja, wat moet je ermee? Als mensen zeggen dat je er niks mee kunt, hebben ze misschien wel gelijk.” Dan veert hij opeens op. Zijn passie komt in het geding. „Een wiskundige denkt niet na over de eventuele toepasbaarheid in het dagelijkse leven. Het gaat om de wetenschap.” Daarom ziet hij zich nog wel eens „blijven hangen” hier op de universiteit.

Arjan moet weer naar zijn medestudenten. Hij is bezig met een groepsopdracht die vandaag nog moet worden ingeleverd. „Dat gaat wel lukken”, klinkt het rustig. „Studeren doe je nooit alleen. Laat dat maar mijn hogere doel zijn met die hoge cijfers: anderen helpen tijdens de studie. Want als ik het goed aan een ander kan uitleggen, heb ik het écht begrepen.”


Technische studies zitten in de lift, zo bleek vorige week. Puntuitredacteur Evert Barten interviewde Arjan Cornelissen begin dit jaar voor het familieblad Terdege.