Hij is geboren met chauffeursbloed. „Ik maakte in de maxi cosi al een ritje naar Zwitserland”, lacht Arie. „Mijn vader achter het stuur, mijn moeder in de bijrijdersstoel en ik tussen hen in.”
Inmiddels is het 19 jaar later en rijdt Arie voor transportbedrijf Dimetra Holland uit Scherpenzeel zélf naar Zwitserland. Het land met de hoge, besneeuwde bergen en het spiegelheldere bergwater. Iedere keer wanneer Arie in Zwitserland rijdt, geniet hij ervan. „En de Zwitsers hebben heel schone lucht. Daar kun je niks van zeggen. Het is lekkere lucht om in te ademen.”
Vriendin
Met zijn DAF XF 106 Super Space Cab legt Arie in een gemiddelde week zo’n 2700 kilometer af. Op maandagochtend vertrekt hij rond half vier en vaak is de trucker op zaterdagmiddag pas weer thuis. „Ik vind het lekker om thuis te zijn, maar heb ook altijd weer zin om te gaan.”
Tussen half zeven ’s avonds en zes uur ’s morgens draait de vrachtwagenmotor meestal niet. In de verplichte rustpauzes verveelt Arie zich nooit. „Ik eet, speel op mijn telefoon en stuur een berichtje naar mijn vriendin. Dan pak ik er een boek bij. Drie uur later heb ik het uit.”
In de ruime cabine, waar hij bijna de hele week bivakkeert, liggen inderdaad op verschillende plekken boeken. Op het dashboard staat een bordje met daarop ‘directeur in opleiding’. „Toen ik dat zag, moést ik ’m hebben”. Boven de bijrijdersstoel hangt een kentekenplaat met daarop de naam Lisette. Met haar heeft hij ruim drie jaar een relatie.
„Voor Lisette was het in het begin wennen dat ik er doordeweeks niet ben”, legt Arie uit. „Haar vader maakt thuis sierhekken en trappen. Zij is gewend dat de man altijd thuis is. Dat is voor mijn beroep wel anders.” Wanneer Arie trouwt, zal hij wellicht de brui moeten geven aan het rijden op het buitenland, weet hij. „Dat is dan maar zo. Maar nu ben ik jong en geniet ik van de vrijheid. Het is toch stoer om op je negentiende al op het buitenland te rijden?!”
Moordwapen
Een vrachtwagen besturen is een verantwoordelijke taak, vindt Arie. „Soms heb ik 23 ton aan lading bij me. Dan weeg ik in totaal 40.000 kilo. Dan sta je echt niet binnen drie meter stil. Sommige mensen snappen dat niet. Pas remde een bestuurder van een personenauto vlak voor mij keihard af. Mijn wagen automatisch ook. Toen zat ik met m’n neus tegen het raam.”
Chauffeuren is geen beroep voor luie mensen, vindt Arie. „Lichamelijk is het niet vermoeiend, maar geestelijk wél. Ik moet constant opletten. Je hebt gewoon een moordwapen in handen. Met een vrachtwagen moet je 200 of 300 meter voor je uit kijken, in verband met je remweg. Veel automobilisten letten alleen op de auto voor hen.”
„In woonwijken kijk ik nog eens dubbel zo goed uit”, verzekert Arie. „Je wilt niet de dood van een klein kind dat op straat speelt op je geweten hebben. Ik hoop dat niet mee te maken.”
Arie denkt dat hij zou stoppen met zijn werk als hij zo’n ongeluk zou veroorzaken. Een collega van hem maakte een paar jaar geleden mee dat een man doelbewust voor zijn vrachtwagen ging staan. „Ze keken elkaar nog twee seconden aan en toen was hij er niet meer. Zoiets heeft wel impact.”
Belijdenis
Er bestaat een chauffeurswereldje, denkt Arie. De meesten zijn collegiaal. „Pas stond een collega met een lekke band langs de weg. Ik zette mijn wagen ervoor en we hebben samen het bandje verwisseld. Toen reden we samen terug naar Scherpenzeel.”
Collega’s van Arie zijn vaak niet christelijk. „Het zijn niet allemaal lieverdjes.” Wel hebben ze respect voor de keuzes die Arie maakt, ervaart hij. „Als we met een groepje chauffeurs zijn, gaan we meestal even met z’n allen wat eten in een restaurantje. Als je vanaf het begin laat zien dat je christelijk bent en bijvoorbeeld bidt voor je eten, hebben ze daar respect voor. Maar je moet wel consequent zijn. Als je het alleen doet wanneer het jou uitkomt, geloven ze er ook niks van.”
„Ga je nog wat leuks doen dit weekend?” vragen collega’s van Arie zo nu en dan aan hem. „Ja, ik ga naar belijdeniscatechisatie”, reageert hij dan. „Dan vragen ze wat ik daar leer en hoe ik dat dan doe. Je hebt dan weleens een gesprek.”