De drie studenten ontmoeten elkaar vlak bij station Utrecht Centraal. Voor Arthur Polder (19) uit Woudenberg is het een thuiswedstrijd. Hij is tweedejaars natuurkundestudent aan de universiteit in de domstad. Hij kwam in aanraking met de evolutietheorie bij het vak sterrenkunde. „Daarin ging het over de oerknal. Je merkt dat iedereen op de universiteit ervan uitgaat dat de evolutietheorie de verklaring geeft voor het ontstaan van het heelal en de aarde.”
Voor Marc en Suzanne kwam evolutie langs bij vakken als celbiologie. Marc Achterstraat (18) startte dit jaar met de opleiding levensmiddelentechnologie aan Wageningen University: „Vanuit evolutionistisch oogpunt is de cel het begin van al het leven.” „Evolutie vormt het uitgangspunt bij veel vakken”, zegt Suzanne Cromwijk (21) uit Veenendaal, die in het derde jaar zit van de studie medische biologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Discussie
In aanloop naar het gesprek lazen de drie het recent verschenen boek ”Waar komen wij vandaan?” van dr. M. J. Paul. Het boek voor jongeren verschijnt naar aanleiding van een discussie rond het de publicatie van Gijsbert van den Brink: „Zijn boek is best schokkend. Van den Brink probeert evolutie en Bijbel te verenigen. Acceptatie van evolutie is feitelijk een gepasseerd station. Dan is er echt iets aan het schuiven”, vindt Arthur. Suzanne beaamt dat: „De discussie gaat eigenlijk over de vraag: Hoe groot denk je van God? Het lijkt erop dat we God willen reduceren totdat Hij in onze wetenschappelijke modellen past.”
Marc vat het boek voor jongeren in één zin samen: „Het boekje laat zien dat het evolutionisme moeilijk te verenigen is met de Bijbel.” Hoe hij het vindt? „Nou, het geeft niet echt antwoorden op alle vragen.” Arthur reageert gevat: „De ondertitel luidt dan ook: ”Op zoek naar antwoorden”. Dus er staat niet dat er antwoorden worden gevonden.” Gegrinnik volgt.
Confrontatie
Hoe ervoeren ze de confrontatie met de evolutietheorie? Arthur: „Je hoort het aan, je leert het en negeert het.” Suzanne vult aan: „Bij je tentamen schrijf je het keurig op zoals ze het antwoord willen weten, maar je gelooft het niet. Uiteindelijk vind ik de confrontatie met het evolutionisme makkelijker dan gedacht. Je ziet er eerst tegen op, maar toch blijf je ervan overtuigd dat de Bijbel waar is.” „Ja, ze kunnen alles zeggen, maar de evolutietheorie is niet waar, ik ga er simpelweg nooit in geloven”, stelt Arthur.
Toch is het niet allemaal koek en ei. Marc geeft eerlijk toe dat het evolutiedenken hem wat aan het twijfelen bracht. „Vooral de theorie over symbiogenese. Die theorie verklaart hoe cellen zijn ontstaan. Het is heel grondig opgebouwd en klinkt allemaal heel logisch. De argumenten zijn echt niet uit de lucht gegrepen.”
Ook Arthur zegt op bepaalde dingen geen antwoord te hebben. „Wat ik echt lastig vind, is de datering van de sterren. We vangen licht op dat –gezien de afstand tot die sterren– miljoenen jaren geleden moet zijn uitgezonden. Als je zegt dat het zo geschapen is, lost dat niet echt wat op. Want dat zou betekenen dat we een toneelspel zien als we naar de sterrenhemel kijken.”
Gelijken
Suzanne vertelt dat ze gerust het gesprek over schepping en evolutie aangaat met medestudenten. „Ik zou niet snel in discussie gaan met een prof. Daarvoor zoek ik altijd gelijken op. In de gesprekken met studenten merk ik dat die evolutie standaard als waar aannemen. Op vragen die ik erover stel weten ze lang niet altijd antwoord. Zoals hoe het oog of het gehoor zou zijn geëvolueerd. „Dat is toch gewoon zo”, klinkt het dan.”
De drie zijn het erover eens dat je als christen de schepping niet hoeft te bewijzen. Arthur: „Dat doen creationisten graag. Het gaat erom dat we in de schepping geloven, niet dat we de schepping bewijzen.” Suzanne: „De schepping staat of valt ook helemaal niet met wetenschappelijke argumenten. Hoewel er natuurlijk wel aanwijzingen zijn die de Bijbel ondersteunen.”
Heel precies
Want er blijven aanwijzingen die tegen evolutie pleiten. Arthur: „In het heelal is een heel aantal constanten heel nauwkeurig afgesteld, wat nodig is om leven mogelijk te maken. Als die constanten een fractie anders zouden zijn, konden we als mensen niet bestaan. Neem de afstand van de aarde tot de zon. Die zorgt ervoor dat de temperatuur op aarde leefbaar blijft. Zulke precieze constanten in het heelal: daar kan geen oerknal achter zitten.”
Marc noemt de ingewikkeldheid van biologische processen als aanwijzing tegen evolutie. „Als ik dat zie, word ik helemaal enthousiast. Het is toch geweldig hoe DNA zich in de cel verdubbelt. Het zit allemaal ingenieus in elkaar. Dat wijst op een Schepper.” Suzanne stemt daarmee in. „Op mijn vakgebied zou ik de complexiteit van het menselijk lichaam noemen. Ik vind het zelfs oneerbiedig om het ontstaan daarvan in plaats van aan God aan evolutie toe te schrijven.”
Waar komen wij vandaan?
In het boek ”Waar komen wij vandaan?” gaat dr. M. J. Paul op zoek naar antwoorden in het evolutiedebat. Het boek telt 184 pagina’s en is een samenvatting voor jongeren van de eerder verschenen dikke pil ”Oorspronkelijk” van dr. Paul.
Bij het boek hoort een serie videocolleges waarin dr. Paul voor de camera doceert over schepping en evolutie. De zeven videolessen zijn beschikbaar met een inlogcode die in het boek staat vermeld. Onderwerpen van de colleges zijn bijvoorbeeld: Hoe stevig staat die evolutietheorie?