Foto’s flitsen over het scherm. Op een daarvan staat ds. J. den Boer met een wapen in zijn handen. Hij is in totaal vijftien jaar op missie geweest, onder andere in Bosnië en Afghanistan. „Als we worden aangevallen, ga ik niet in een hoekje zitten”, zo verklaart hij zijn wapen. „Als militair maak je nu eenmaal gevechtssituaties mee.”

Op het podium interviewt Henco van Ee, senior jeugdwerkadviseur van de Hersteld Hervormde Jongerenorganisatie (HHJO), de voormalige legerpredikant. De dominee was 16 jaar toen hij beroepsmilitair werd. „Ik moet nog steeds aan burgers wennen.” Op 49-jarige leeftijd ging hij, inmiddels hervormd predikant, opnieuw in dienst bij de krijgsmacht. Nu als legerpredikant. Hij ervoer dat collega’s niet altijd op een geestelijk praatje zitten te wachten. „Ik was niet gewenst op een missie.”

Zo konden de dominee en zijn commandant het eens niet goed met elkaar vinden. Maar op de dag nadat de predikant landt voor zijn nieuwe missie, is het 4 mei. dodenherdenking. „Hé, neus, jij hebt toch een lijntje met Boven?” zegt de commandant. „Dan moet jij de ceremonie maar leiden.” En zo gebeurt het. De predikant leest Psalm 121. Daarna bidt hij met de militairen die in rijen staan opgesteld. De commandant is tevreden. „Ik kreeg van hem een pasje en mocht zo met iedereen in gesprek gaan.”

Ook mag de dominee kerkdiensten organiseren. Voor acht verschillende groepen. Tijdens een van die diensten preekt ds. Den Boer voor Afrikaanse militairen die geen eigen predikant hebben. Daarvoor moet ds. Den Boer in het Engels spreken. „Niet zo moeilijk, want om de drie woorden riepen ze halleluja. Ze hadden ook een goed koor dat negro spirituals zong. Dan zie je hoe God werkt.”

Perspectief

„Militairen zijn altijd volledig van elkaar afhankelijk en moeten constant opletten”, weet ds. Den Boer. „Als je even knikkebolt, rijd je op een bermbom.” De predikant richt zich tot de jongeren. „Jongemensen, we zijn op reis. Over honderd jaar hebben we allemaal God ontmoet. Je kunt van militairen leren. Zij hebben geen slappe handen of trage knieën, maar zijn altijd alert voor hun missie. Op welke missie ben jij? Wil je rijk worden? Of wil je God en je naaste dienen met alles wat je hebt?”

De predikant ziet voor de jongeren „een ontzettend groots perspectief. Jullie vragen niet meer naar regeltjes, maar naar de praktijk. Met geloofstheorie kom je om. Met de praktijk van het leven met God heb je het eeuwige leven. Pleit op je doop, dat is de kracht die je hebt in je leven.”