Zo begint politieagent Kats zijn column in het reformatorische magazine Terdege. Hij schrijft verder:

"In een prachtige, vrijstaande villa ontmoeten we vader Bert, moeder Truus, dochter Lies (18) en zoon Jan (14) (namen gefingeerd). We horen het verhaal van de vader, die in korte bewoordingen vertelt hoe goed ze het hebben. Een welgesteld gezin, een meer dan modaal salaris, drie keer per jaar op vakantie en de kinderen krijgen alles wat hun hartje begeert. Kortom, alles zou goed moeten zijn, maar hun zoon valt uit de toon. Hij doet niet wat zijn ouders zeggen en presteert slecht op school. Tot slot vertelt Bert dat zijn zoon een voorbeeld zou moeten nemen aan zijn zus, die studeert aan de universiteit en uitmuntende cijfers heeft. Jan is duidelijk een vreemde eend in de bijt. Hij had een vmbo-advies gekregen, maar is door zijn ouders min of meer gedwongen om de havo te gaan doen.

We nemen Jan apart en ik ben nieuwsgierig naar zijn verhaal. Het blijkt dat hij de havo niet aankan, hoewel hij zijn uiterste best doet. Elke dag moet hij aanhoren hoe goed zijn zus presteert en hoe slecht hijzelf, dat hij alles krijgt van zijn ouders, maar desondanks met de pet ernaar gooit. Jan zoekt zijn heil bij zijn vrienden en blijft weg van school. Hij vertelt liever iets met zijn handen te doen, in de installatie- of in de metaaltechniek. Als ik vraag of hij dit tegen zijn ouders verteld heeft, haalt hij zijn schouders op. Hij vertelt dat hij uitgekafferd wordt en het niet in zijn hoofd moet halen om iets ”beneden niveau” te gaan doen.

Ik probeer de ouders ervan te overtuigen dat ze eens moeten kijken naar de achterliggende gronden van de slechte prestaties van Jan. Maar wat ik ook probeer, het is tevergeefs. We verlaten de woning met een onbevredigend gevoel en geven het een en ander door aan de wijkagent.

De dag erop heb ik avonddienst. De wijkagent laat weten dat Jan vermist wordt. Een paar uur later meldt een ander district dat er een jongen zelfmoord gepleegd heeft. Mijn gevoel zegt dat dit Jan weleens kan zijn. Het blijkt te kloppen en ik krijg van de meldkamer de opdracht om het slechte nieuws aan zijn ouders te brengen.

In de villa vertel ik Bert, Truus en Lies direct dat Jan zelfmoord gepleegd heeft en hoe het precies gegaan is. Het is een moment stil en ik wacht hun reactie af. Dan kijkt Bert me emotieloos aan en zegt: „Ja, het is zijn eigen keus!”
Ik ben verbijsterd en uit het veld geslagen door deze koele reactie. Bij zijn vrouw en dochter bespeur ik wel emotie, maar zij houden zich kennelijk in. Ik besluit zo snel mogelijk weg te gaan. De laatste werkzaamheden zijn voor andere collega’s."