12 procent van de vrouwen die een zwangerschap lieten afbreken, kwam daarvoor uit het buitenland naar Nederland. In 3643 gevallen ging het om tieners, dat is ruim 10 procent lager dan in 2012. Dat blijkt uit cijfers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
Ruim de helft van de abortussen vond plaats in de eerste zeven weken van de zwangerschap. Bij 19 procent gebeurde het na twaalf weken zwangerschap. Een derde van de vrouwen had al eerder een abortus ondergaan.
4,6 procent procent van de zwangerschapsafbrekingen gebeurde naar aanleiding van prenatale diagnostiek. Dat zijn onderzoeken naar de gezondheid van het ongeboren kind, waaronder de 20-wekenecho.
