Deze tekst bedoel je: „Gijlieden zijt kinderen des HEEREN, uws Gods; gij zult uzelven niet snijden, noch kaalheid maken tussen uw ogen, over een dode.” Het gaat dus om een rouwpraktijk. Bij alle volkeren zijn er rouwgewoonten. Bij ons bijvoorbeeld: in het zwart gaan en gordijnen sluiten. Bij de Israëlieten: klagen en in zak en as gaan. Bij de Kanaänieten: onder andere zichzelf snijden en een stuk haar op het voorhoofd wegscheren.

Die Kanaänitische praktijk wordt hier pertinent verboden. Waarom? De Israëlieten zijn ”kinderen des HEEREN”. Ook al was niet iedere Israëliet zaligmakend Gods kind, als volk behoorden zij wel de Heere toe. Dit moest ook in hun uiterlijke levenswandel zichtbaar worden. Als zij echter heidense praktijken zouden overnemen, zouden ze doen alsof ze bij het ‘gezin van de buren’ hoorden.

Er komt nog iets bij. Die heidense rouwgebruiken zijn ten diepste vernietigend. Ze verminken in hun verdriet hun eigen lichaam. Juist een Israëliet zal echter beseffen dat zijn of haar lichaam van de Heere is: „Weet, dat de HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt” (Ps. 100:3). Daarom is het niet toegestaan dat lichaam te verminken (een reden ook om tatoeages en (oor)piercings te weren, vgl. Lev. 19:28).

Juist op dit vlak ligt jouw strijd, als ik het goed lees. Je voelt de onweerstaanbare drang om jezelf te snijden, maar je voelt ook dat dit niet mag. Het gevolg is dat je nog negatiever over jezelf denkt, wat ervoor kan zorgen dat je opnieuw jezelf gaat snijden. Je raakt in een spiraal waar je niet uit komt. En die spiraal wordt versterkt, iedere keer dat je over de Bijbel nadenkt. Wat nu? Drie dingen.

1. Zoek hulp. Het snijden staat niet op zichzelf, maar heeft te maken met de manier waarop je naar jezelf kijkt. Daar kom je zelf niet uit, laat een ander met je meedenken.

2. Je voelt goed dat je zonde doet. Maar ik ben bang dat je verkeerd naar de zonde kijkt. De zonde zit niet allereerst in het lichaam; dus door het verminken van je lichaam voer je een verkeerde strijd. Nee, zoek de doding van je zondige ziel. Die vind je echt alleen bij de Heere.

3. Zie dat het niet verloren is. Lees niet alleen de middelste woorden van deze tekst, maar ook de eerste: „Gijlieden zijt kinderen des HEEREN.” Dat wil zeggen: Hij heeft je gemaakt, Hij heeft je het teken en zegel van het verbond gegeven. Daarin ligt opgesloten dat je lichaam voor de Heere waarde heeft, en bovenal je ziel. Hij heeft je verderf niet op het oog, maar je behoud (Ezech. 33:11).


 

Zit jij ook met een geloofsvraag? Laat het ons weten via info@puntuit.nl of stuur een appje naar 06-20601065.