Mooi om te lezen dat je niet zomaar een relatie wilt aangaan, maar dat je dit in het gebed aan de Heere voorlegt. Ook jongeren die al verkering hebben en mensen die al getrouwd zijn zullen hiermee geworsteld hebben. Het kan weleens lijken alsof dat allemaal ‘zomaar’ is gegaan, maar als er je bij anderen eens naar vraagt, zul je horen dat dit echt niet zo is!

Het aangaan van een relatie is niet zomaar iets. Althans, als je serieus wilt omgaan met jezelf en met de ander. Tegelijkertijd is verkering juist een periode waarin je kunt ontdekken of je bij de ander past en is het geen definitieve keuze, zoals trouwen. Het is dus enerzijds van belang dat je de lat niet te hoog legt en anderzijds dat je niet ‘zomaar’ aan verkering begint: je moet wel het idee hebben dat je iets voor de ander voelt.
Dat laatste is precies jouw vraag. Het lijkt mij het beste om dit eerlijk aan de jongen te vertellen en te zeggen dat je nog wat meer tijd nodig hebt om te ontdekken of je gevoelens voor hem krijgt. Belangrijk is dat de jongen hierin ook een stap terug kan doen en jou de tijd kan geven. Vervolgens kun je met jezelf een periode afspreken waarin je wilt weten of je naar de jongen toegroeit of niet. Hierbij is het van belang dat je je openstelt en niet eigenlijk al weet dat je het niet wilt.
Als je het een kans geeft, is het verder belangrijk om veel met de jongen te praten en te kijken of je in gesprekken op dezelfde golflengte zit, maar ook om dingen met elkaar te gaan doen. Vul je elkaar aan of zit je elkaar alleen maar in de weg? Het kan ook zijn dat het wel gezellig is, maar dat je geen ‘extra’ of ‘warm’ gevoel krijgt bij de ander. Ook dan is het de vraag of je verder wilt gaan.
Maar het belangrijkste in deze periode is bidden tot de Heere. Eerbiedig gezegd: de Heere geeft geen briefjes waarop het antwoord staat, maar Hij wil wel aan je laten merken of je wat voor deze jongen gaat voelen en of hij voor je bestemd is. Hierbij geldt: bid en werk! Denk aan de geschiedenis waarin Eliëzer op verzoek van Abraham een vrouw zoekt voor zijn zoon Izak. Eliëzer leunt niet achterover, maar gaat op zoek. Tegelijkertijd bidt hij tot de Heere of dit de vrouw is voor Izak. „En de man ontzette zich over haar, stilzwijgende, om te merken, of de Heere zijn weg voorspoedig had gemaakt of niet” (Genesis 24:21). Dus: hij bad, en lette vervolgens goed op de leiding van de Heere. Lees de geschiedenis maar na, je zult merken dat ”bid en werk” nauw met elkaar verweven zijn en de Heere dan ook antwoorden wil geven!


 

Zit jij ook met een geloofsvraag? Laat het ons weten via info@puntuit.nl of stuur een appje naar 06-20601065.