Je ziet direct waar deze kerken hun naam aan ontlenen: aan Pinksteren. Dus waar gaat het deze mensen om? Om herhaling van het wonder van Pinksteren: de vervulling met de Heilige Geest. Voordat we deze kerken kritisch bevragen, eerst een vraag aan jezelf. Verlang je hier ook naar? Of ben je tevreden met je ‘brave’ godsdienst of je ‘mooie’ wereldse leven?
In elk geval: in pinksterkerken en pinksterbewegingen zegt men dat het hun gaat om de vervulling met de Heilige Geest. Maar hoe herken je dat? Dat vinden zij nogal eenvoudig: aan hetzelfde wonder als op de pinksterdag, zie Handelingen 2:4. En op andere momenten dat de Heilige Geest kwam (Handelingen 10:46): het spreken met vreemde talen. In charismatische kringen noemt men dat vaak ”tongentaal”. Wat is dat? Hier wordt binnen deze kringen verschillend over gedacht. Volgens sommigen gaat het om bestaande talen, volgens anderen om een soort brabbeltaal. Sommigen zien het als iets tussen henzelf en God, anderen juist als iets wat je in het midden van de gemeente moet uitspreken. Maar… wat moet jij er nu mee? Ik kan alleen maar een paar hoofdlijnen schetsen.
Dan begin ik met de opmerking dat God, als Hij zou willen, vrij is om deze en andere gaven altijd te geven. Wel zien we in de Bijbel dat Hij geen willekeurige God is; Hij geeft Zijn speciale gaven met een bepaald doel. Het gaat Hem om de bekrachtiging van het (nog onbekende) Evangelie van Jezus Christus tegenover Joden en Jodengenoten (Handelingen 2) en tegenover onbesneden heidenen (Handelingen 10). En daarna komen we het nauwelijks meer tegen. Ook in de brieven van Paulus lezen we het alleen in een heel vroege brief (1 Korinthe).
Dit lijkt te wijzen op een duidelijke lijn: de Heere geeft tongentaal om het Evangelie te onderstrepen op een plek waar dat nog niet bekend was. Het is dan vooral heilshistorisch, om een doorbraak, een nieuwe fase, in Gods werk te markeren. God gebruikte het bij de eerste uitbreiding van Zijn kerk, en vóór de afsluiting van de canon.
Is het dan na de tijd niet meer van toepassing? Ik meen voorzichtig te kunnen zeggen dat God het ook wel wil gebruiken op zendingsvelden waar Zijn Woord nog volslagen onbekend is. Maar hier, en op andere plaatsen waar God al Zijn kerk heeft? Daar is het getuigenis van de Geest niet de opvallende taal, maar het opvallende leven. Een levende christen is een levende brief (2 Korinthe 3:2-3). Dan is het wel vreselijk als die ‘brieven’ verscheurd, bevlekt of verkreukeld zijn… Dat wil zeggen: als er van de kerk niets meer uitgaat omdat er geen geestelijk leven is. In die zin moeten we inderdaad smeken om vol te mogen zijn van de Geest. De Geest, Die zondaren met Christus verzoent en hen aan Christus gelijkvormig maakt. Denk je niet dat dát mensen zal opvallen en jaloers zou kunnen maken?
Zit jij ook met een geloofsvraag? Laat het ons weten via info@puntuit.nl of stuur een appje naar 06-20601065.