En toch, vanbinnen lijkt het wel alsof er een deur wordt opengetrokken waarachter al zijn gevoelens en verlangens verborgen zaten. Zonder dat er één woord over zijn lippen komt, bidt hij, zucht hij. Alsof een Ander hem alle woorden influistert. 

 

„Wij weten niet wat wij bidden zullen, gelijk het behoort”

Paulus heeft veel geleerd van de Heere. De Heilige Geest is zijn Leraar geweest. Maar Paulus moet zeggen dat hij helemaal niet weet wat hij moet bidden. Snap je dat nu? Als je een nieuw hart hebt, is er Iemand in de hemel Die bidt. Dat is de Heere Jezus. Maar je bent nóg rijker dan dat. Er is ook Iemand op de aarde, binnen in je Die bidt: de Heilige Geest. Ds. Koelman schrijft: „Kniel nooit voor de troon van de genade zonder tot de Heilige Geest te bidden.” Het gebed wordt wel genoemd: de adem van de ziel. Zonder adem kun je niet leven. Zonder gebed kun je ook niet leven, als je van de Heere een nieuw hart gekregen hebt. Wat bedoelt ds. Koelman?

 

„Maar de Geest Zelf bidt voor ons”

Neem nu Stef. Wat leeft er vanbinnen veel, maar het lukt hem niet om alles onder woorden te brengen. Dat is, zegt ds. Koelman, nu precies wat de Heilige Geest wél kan. Híj bidt voor Zijn kinderen. Híj geeft de gedachten om de nood en de schreeuw in je hart onder woorden te brengen. Híj geeft ook geloof en hoop om door te gaan met bidden, zelfs als je alles niet meer overziet. En dat is nu de reden om, als je je knieën buigt, Hem te vragen om Zijn gebed.

 

„Met onuitsprekelijke zuchtingen”

Als de Heilige Geest jouw Leermeester is geworden, heb je Hem nodig. Als je Hem met een zondig leven verdriet doet, zul je merken dat het gebed in je stille tijd niet lukt. Anders is het als je Hem vraagt om Zijn gebed. Dan is het net alsof je de „wind in de rug hebt,” schrijft ds. Koelman. Het gaat vanzelf. En het is die wetenschap die Paulus doet uitroepen: „En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. En Die de harten doorzoekt, weet, welke de mening des Geestes is, omdat Hij naar God voor de heiligen bidt” (Romeinen 8:26, 27).

---

Hertaling van ”Verborgen omgang” van Jakobus Koelman voor jongeren