Achter je vraag zouden twee dingen kunnen zitten die niet kloppen. In de eerste plaats het verlangen naar „iets leuks.” Je kerkelijke gemeente wordt een stuk interessanter als er dingen gebeuren die niet kunnen. Wonderen zijn verrassend. Ze zorgen ervoor dat de kerk niet meer saai is. Bedenk dan wel dat vervolgde medechristenen het een groot wonder vinden dat wij ongestoord naar de kerk kunnen gaan.

In de tweede plaats: Waar haal je de gedachte vandaan dat God die wonderen van toen nu niet meer doet? Hij doet ze namelijk nog steeds. Alleen vooral op andere plaatsen in de wereld. Ga maar eens op zoek naar getuigenissen van christenen die verdrukt worden. Je zult verhalen vinden van wonderlijke gebeurtenissen, van onbegrijpelijke uitreddingen. De overeenkomst met de gebeurtenissen in het Nieuwe Testament is opvallend.

Misschien moeten we je vraag aanpassen: „Waarom gebeuren wonderen híér niet meer?” Komt het misschien doordat wij niet geloven dat de God van de eerste christengemeenten Dezelfde is gebleven? Komt het misschien doordat wij nauwelijks gevolg geven aan het verlangen en het bevel van de Heere Jezus om alle volken met Zijn Naam bekend te maken (Markus 16:15)? En als dat zo is, staan wij dan met ons ongeloof de vervulling van Jezus’ belofte niet in de weg? Deze belofte namelijk: „En degenen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken...” (Markus 16:17-18).

Maar waarom gebeuren die wonderen dan wél ergens anders? Handelingen 4 geeft een deel van het antwoord: Petrus en Johannes zijn gevangengenomen na de genezing van de kreupele man aan de Schone Poort (Hand. 3). Maar met grote vrijmoedigheid getuigen de apostelen van de kracht van hun Heere, Jezus Christus, de gestorven en opgestane Koning. Na hun vrijlating gaat de gemeente in gebed, want de dreiging is groot. En waar bidden ze om? Dat de apostelen met alle vrijmoedigheid het Woord van God zullen blijven verkondigen (4:29)!

In vers 33 staat wat er gebeurt op dat gebed: „En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van de Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen.” Dat laatste is voor iedereen zichtbaar: er is een sterke onderlinge liefde in de gemeente (4:34 en verder) en de apostelen doen veel tekenen en wonderen (5:12).

Blijkbaar is er een verband tussen deze dingen: gehoorzaamheid aan het bevel van Christus, getuigen van Christus’ liefde en opstanding, het ontvangen van vervolging en verachting én van grote genade, en het meemaken van wondertekenen die Gods Woord bevestigen.


 

Zit jij ook met een geloofsvraag? Laat het ons weten via info@puntuit.nl of stuur een appje naar 06-20601065.