Ken jij dit gedicht? De kern is veelzeggend. De stilte, de eenzaamheid, is voor Gods kinderen vaak verfrissend en heilzaam. 

Hoe vaak gebeurt het niet dat zorgen en zware omstandigheden juist door het samenzijn met de Heere worden weggenomen. 

Als jij de Heere liefhebt, buig je in schaamte je knieën in de eenzaamheid en belijd je al jouw zonden. De Heere wil juist in deze momenten jouw hart versterken en tegen je spreken: „Zoon, wees welgemoed, uw zonden zijn u vergeven” (Matth. 9:2).

 

Gewoonte

Het kan gewoonte zijn om tijdens een openbaar gebed de ogen te sluiten en mee te bidden. Het juist in stilte met de Heere willen samen zijn, is echter een bewijs van het nieuwe leven. De band die aan de Heere verbindt, geeft een hevig verlangen om Hem alles aan Vader te vertellen wat er in het hart omgaat.

Als jij een nieuw hart van de Heere gekregen hebt, begrijp en beantwoord je de verborgen trek van en naar de Heere in je hart. Salomo schrijft het in het Hooglied: „Trek mij, wij zullen U nalopen” (Hoogl. 1:4a).

 

Onwaardig

Als je helemaal alleen voor de Heere jouw ogen sluit en je hart openlegt voor de Alwetende, wat moet je dan beamen dat je een onwaardige zondaar bent. Als je leert toegeven alles wat jij gedaan hebt, brengt dat liefde met zich mee en zet dat jouw hart in vuur en vlam voor Hem. In het treuren drupt de Heere liefde van Hem in het hart.

En het is juist die liefde van de Heere die het hart doet branden om Hem bekend te maken dat je Hem óók liefhebt.

Zeg eens eerlijk, ken jij dat nu ook? Als je heel eerlijk jouw hart onder de loep neemt en dit niet kent, en toegeven moet: „Ik ken de Mens niet.” Onder toeziend oog van Hem, Die alles ziet, zul je tot een oordeel komen over hoe het er met jou voorstaat.