Met advent begint het kerkelijk jaar. Dat jaar begint dus een maand eerder dan het kalenderjaar. Zo bezien loopt een christen niet achter, maar voor. En waarom? Omdat hij weet dat het heilswerk van God belangrijker is dan alle andere dingen. Het gaat tijdens alle kerkelijke feestdagen om wat de Heere gedaan heeft om zondaren te verlossen en Zijn Koninkrijk te bouwen. Vergeet dat niet.
Met advent gaat het niet allereerst om wat Abraham, David en Jesaja beleefd hebben. Hoe zij ook hebben uitgezien naar de Messias. Dan zou je inderdaad kunnen denken: wij hebben toch méér, wij hoeven niet net te doen alsof de Heere Jezus nog geboren moet worden. Maar het gaat eerst om het gedenken van Góds werk. Ook in het Oude Testament heeft Hij gewerkt en gesproken. Het is juist zo heerlijk om te zien hoe de Heere Zijn raadsplan uitvoerde. God doet wat Hij beloofd heeft. Dat deed Hij ook in die tijden waarin het helemaal mis leek te gaan.
Het valt verder op dat de Heere Zijn volk lang heeft laten wachten. Duizenden jaren verliepen sinds Zijn belofte aan Adam en Eva in Genesis 3:15. In die voorbereiding leerde Israël dat het echt honderd procent van God moest komen. Datzelfde onderwijs wil God ons ook geven, juist in aanloop naar Kerst. Leren verlangen en verwachten. En het wonder zien.
Zeker Kerst kan door al onze activiteiten heel menselijk worden; de geboorte van de Heere Jezus vanzelfsprekend. Maar in de adventstijd word je als het ware meegenomen in het onbegrijpelijke, onverdiende. Als je dat door Gods Geest meebeleeft, ga je juichen: „Ere zij God! In mensen een welbehagen.”
Advent is de eerste periode van het kerkelijk jaar. Maar het kijkt toch over het hele jaar heen. Want de kerk van het Nieuwe Testament verwacht nóg een keer Zijn komst. En daarin kun je als het ware naast Abraham, Jakob en Hanna gaan staan. Zij hebben vast geloofd en intens verlangd (Hebreeën 11:13) naar een gebeurtenis die zij nog niet konden zien, maar waarvan ze zeker wisten dat het ging gebeuren. Omdat Gód het doen zou. Zo is het met de wederkomst. Christus zál komen, voor de volle verlossing en het laatste oordeel. Geloof jij dat? Verlang je daarnaar? Ben je daarop voorbereid?