Mei-Lize haalt haar schouders op. „Mij best, wordt weer eens tijd, of niet, Joanne?” Joanne zegt niets, vanbinnen knaagt het. Toen ze afgelopen week op haar kamer was, heeft ze de Heere plechtig beloofd om dat nooit meer te doen. Wat moet ze zeggen?
Misschien herken jij je wel in Joanne. Het is juist de stille tijd met de Heere die ertoe leidt dat je onrustig wordt als de zonden aandringen. Ja, het is zo dat wanneer je vasthoudt aan het zoeken van de Heere, je meer en meer van Hem leert kennen. En dat maakt dat je de zonden hoe langer hoe meer ‘buiten de deur’ houdt.
Soms, als je weer toegeeft aan een zondige gewoonte, zorgt de omgang met de Heere ervoor dat je echt niet in de zonden kunt blijven liggen. Het maakt je ongerust en alert om voortaan die zonde niet meer te doen.
Herken je dat in jouw leven? Dan is zondigen tegen de Heere het allerergst wat je in je hart tegenkomt. Die diepe onrust vanbinnen zorgt ervoor dat je die avond niet zomaar in slaapt valt. De strijd vanbinnen tegen de zonden, ken jij die?
Voordat je denkt: dit is weer erg negatief, nog iets anders. Wat is de Heere een goede Meester. Juist in de omgang met de Heere leer je Hem meer en meer kennen als een heerlijke Zaligmaker. Wat kun je blij worden als de Heere iets in je hart laat zien van Zijn heerlijkheid en genade.
In de omgang met de Meester verlies je de wil om te zondigen en te doen wat Hem verdrietig maakt. Soms, als de Heere je hart in vuur en vlam zet en je Zijn liefde ervaart, is de hemel in je hart. Op die momenten weet je: Straks, als ik mijn ogen sluiten zal, ligt er een erfenis op mij te wachten. Dan mag ik voor altijd bij mijn goede Meester zijn. Zou ik daarom nu nog hangen aan de zonden?
Zeg, herken jij dat? Dien de Heere maar, Hij is zo goed en heerlijk! „Mijn Liefste is mijne en ik ben Zijne” (Hooglied 2:16).