De Bijbel heeft een bijzondere betekenis voor ds. Van de Weg. „Het is voor mij een onuitputtelijke goudmijn. Ik raak er niet in uitgedolven. Als ik Gods Woord opendoe, lichten er oude en nieuwe schatten op. De Bijbel onderwijst mij, corrigeert mij en geeft mij het juiste zicht op de Heere Jezus Christus. Onder het inwachten van de Heilige Geest en het aanroepen van Gods Naam, open ik de Bijbel. Ik speur naar de zin van het gedeelte dat voor mij ligt.”
De morgenstond heeft goud in de mond, ervaart ds. Van de Weg. „De vroegte van de morgen is voor mij de meest geschikte tijd om stille tijd te houden. Dan klinken er meestal nog geen kinderstemmen. Er gaat nog geen telefoon over, staat de computer uit en de deurbel gaat niet. Maar daarmee ben ik er niet. Uiteindelijk kan alles stil zijn, maar innerlijk kan ik zo druk zijn. Daarom is voor mij de vroege morgen de beste tijd voor verborgen omgang met de Heere. Mijn hoofd is nog redelijk leeg en ik vul mijn hoofd en hart het eerst met woorden uit de Schrift.”
De predikant uit Abbenbroek noemt twee manieren om te mediteren over een bijbelgedeelte. „Het Latijnse woord voor mediteren is ‘meditare’. Letterlijk vertaald betekent dat ‘mompelen’. De kloosterlingen in de Vroege Kerk waren gewoon de hele dag met woorden uit de Schrift mompelend te bidden, te prevelen, te mediteren. Ze namen het Woord mee de dag in. Vaak ging het dan om een kerntekst uit de Bijbel. Probeer het eens: een kerntekst uit je stille tijd meenemen de dag in en door.”
„Een ander Latijns woord voor mediteren is ‘ruminare’. Dat betekent ‘herkauwen’. Wie koeien bestudeert, ontdekt dat ze de hele dag door herkauwen. Ze doen dat om allerlei bouwstoffen uit het gras te onttrekken. Een christen mag het Woord ‘herkauwen als de reine dieren uit het veld’ (Leviticus 11) om het Woord in je hart en leven door te laten dringen.”