Noortje (24) is duidelijk. „Nee, ik bid nooit.” Samen met haar vriendin Mariko stapt ze uit bij station Ede Centraal. „Ik ben katholiek opgevoed en ging tot mijn zestiende naar de kerk. Maar ik heb nooit geloofd dat God bestaat. Dus dan heeft bidden ook geen zin. Mijn oma is wel heel gelovig. Zij bidt altijd voor haar eten. Dan doet ze haar handen over elkaar en haar ogen dicht.”

Noortje vindt het prima dat veel christenen in Nederland een biddag voor gewas en arbeid houden. „Dat zijn zaken waarvoor je kunt bidden, denk ik. Misschien kunnen die mensen ook bidden voor het klimaat, dat is ook belangrijk. Ik denk dat gebed kan helpen om een positieve mindset te creëren.”

Mariko en Noortje denken dat bidden juist in coronatijd meerwaarde heeft. „Om de hoop op een positieve toekomst vast te houden, kan bidden helpen”, vermoedt Mariko. Noortje: „Bidden kan je mentaal houvast geven, denk ik. Je wordt er rustiger en sterker van.” Maar nee, zelf bidden de twee jonge vrouwen echt nooit. Want God bestaat niet, is hun overtuiging. 

 

Daniël

Pick & Collect, staat er op een bord bij de lokale koopjeswinkel. Thirza (13) staat samen met haar moeder in de rij om iets af te halen. „Ik bid elke dag”, zegt ze. „Voor het eten, bij het slapengaan, en eigenlijk wanneer ik maar wil. Bidden kan altijd. Ik bid voor de dagelijkse dingen, een nieuw hartje en arme en zieke mensen.”

Thirza noemt het „jammer” dat er mensen zijn die niet bidden. „Ik zou het heel erg vinden als ik niet meer zou kunnen of mogen bidden. Als gebed verboden zou worden, zou ik het misschien alsnog wel doen. Net als Daniël. Bidden is onmisbaar”, vindt Thirza. Ze heeft een advies. „Als je niet weet hoe je moet bidden, neem dan een voorbeeld aan het Onze Vader. Dat is een mooie leidraad.”

Mylène (23) staat in dezelfde rij om iets op te halen. Ze bidt dagelijks en bezoekt de conferenties van Stichting Opwekking. „Bidden is voor mij een gesprekje voeren met God. Ik krijg niet direct antwoord van Hem –dat zou gek zijn– maar ik zie in mijn dagelijks leven wel terug dat Hij mij hoort. Zo gaf Hij weleens genezing nadat we daarom hadden gebeden.

Volgens Mylène mag een christen overal voor danken en bidden. „Ook voor een dikke bankrekening. God kan denk ik geen geld op je rekening storten, maar Hij kan er natuurlijk wel voor zorgen dat je een goede baan krijgt waarmee je geld verdient.”

 

Wierook

De vriendinnen Belle (16) en Felicia (15) hebben een tussenuur en haalden wat lekkers bij Kippie. Zonder te bidden beginnen ze te eten. Zo zijn ze dat gewend. „Ik ben zonder geloof opgevoed en heb geen behoefte om te bidden”, zegt Felicia. Belle: „Mijn boeddhistische moeder bidt wel, met wierook en zo. Maar ik geloof niet, dus bid ik ook niet.”

Wel kennen de meiden christenen die bidden. „Sommige van mijn vrienden zijn gelovig”, zegt Belle. „Die bidden voor het eten om God te bedanken. Ze vouwen hun handen en praten dan.” Felicia heeft „een gelovig vriendje.” „Zijn vader bidt voor het eten. Ik doe dan met het gezin mee. Dat vind ik respectvol. Ik vouw mijn handen over elkaar, doe mijn hoofd naar beneden en luister naar wat hij zegt. Aan het eind zegt die vader ‘amen’, dat is eigenlijk alles wat ik heb onthouden.” Waarom christenen bidden? Belle: „Om God te bedanken voor het eten.” Felicia: „En als ze iets verkeerds hebben gedaan, bidden ze om vergiffenis.”

 

Hemel

Ondertussen heeft Matthijs (18) ook een kipbroodje gescoord. „Familie van mij is gelovig. Die zouden nu een moment nemen om het eten te zegenen. Zelf doe ik daar niet aan. Ik ben niet gelovig, dus ik zie geen reden om te bidden.”

Bidden is volgens Matthijs „de tijd nemen om God te danken en Hem te vragen of je naar de hemel mag.” „Maar ik geloof niet in een leven na dit leven, en ook niet in God, dus ik heb niet de behoefte om te bidden tot iets waarvan ik niet geloof dat het bestaat. Dat lijkt me niet logisch.”

Even verderop in de straat loopt Gerbrand (19). De verkiezingen staan voor de deur en hij deelt folders uit voor zijn favoriete partij: de SGP. „Ik bid dagelijks tot God. Omdat ik Hem dankbaar ben voor wat Hij geeft, en omdat ik alles van Hem moet verwachten.”

Iedere ochtend en iedere avond gaat hij naast zijn bed op de knieën. „Dat doe ik in eerbied, en met ontzag voor God. Ik vraag Hem om Zijn zegen en of Hij mij en anderen nabij wil zijn. God luistert, Hij hoort, en soms verhoort Hij ook nog. Maar niet altijd. Want Hij doet wat Hij wil en weet beter dan ik wat goed is voor mij.”