Het begon met een ietwat vage call. Er zou een vechtpartij zijn geweest bij het centrale busstation in Tel Aviv. Wij kwamen aan als eerste ambulance, het was toen nog rustig. Het ‘geval’ was snel gevonden: een zwerver had een hoofdwond en bloedde behoorlijk. Twee politieagentes waren bij hem en vertelden dat hij was geslagen door een beveiliger, om een onduidelijke reden. Het duurde echter niet lang of er kwam een tweede ambulance. En een derde. Daarna nog veel meer politie. Militairen. Uiteindelijk stond er een man of 35 bij één zwerver met een hoofdwond. De meesten dropen dan ook al snel af toen ze zagen dat er niet zoveel aan de hand was.
Het grote vraagstuk kwam toen pas. De man zou namelijk mee moeten naar het ziekenhuis, maar hij wilde niet. Daarom hield de chauffeur een lang betoog, waarna de man overstag ging. Aangezien hij HIV en Hepatitis had, moesten we vage, witte overalls aan, die beschermen tegen zulk soort dingen. Volgens mij beschermen ze ook tegen koude lucht, want al na korte tijd waren we alle vier flink aan het zweten. Het meest nare was dat de man in eerste instantie mee wilde, maar toen hij arriveerde bij de ambulance zich bedacht en weer terugging.
Na een tijdje kwam de zwerver weer naar de ambulance, vertelde dat hij zijn spullen ging pakken en vertrok weer. Hij laadde zijn hele bezit (waaronder heroïnespuiten en een opmerkelijk nieuwe stereo) in een aftandse koffer en een grote lap. Zo konden we, na een uur wachten, vertrekken naar het ziekenhuis. Daar volgde echter het meest verbijsterende. De vrouw achter de balie zei namelijk botweg dat ze hem niet wilde hebben. Hij stonk en was vies. Bovendien was hij geen mens maar een dakloze en had daarom geen rechten, zo luidde haar oordeel.
Onze chauffeur werd daar enorm kwaad om en ging op luide toon in discussie met de vrouw. De dakloze wachtte echter de uitkomst van het gesprek niet af, pakte al zijn spullen en liep huilend naar buiten. We gingen achter hem aan en wisten hem te overtuigen om weer naar binnen te gaan, waar we het zouden proberen bij een andere afdeling. Gelukkig voor hem werd hij daar wel geaccepteerd. Toen we hem zo achterlieten huilde hij weer - maar nu van blijdschap.
Marten Blijderveen werkt t/m 31 augustus in Israël op een ambulance voor stichting MDA, het Israëlische Rode Kruis. Hij beleeft het ene na het andere avontuur en geeft je in zijn blogs een inkijkje. Dit is zijn vierde en laatste verhaal. Zijn eerste, tweede en derde blog lees je hier.