Wanneer je naar de winkel gaat, kost je dat ook even tijd. Grote kans dat je even moet wachten bij de kassa, aangezien caissière aan de telefoon is met haar moeder. Wordt er iemand boos? Nee hoor, heel normaal!

Eigenlijk is er maar één plaats waar men geen rust schijnt te hebben: in het verkeer… Auto’s in Israël moeten aan twee voorwaarden voldoen: een mooi stuur (om zo snel en vaak mogelijk van rijbaan te kunnen wisselen) en een toeter (die kun je altijd fijn indrukken wanneer iets je wat minder zint). Claxonneren schijnt een nationale volkssport te zijn. Je rijdt niet door? Getoeter. Je wordt ingehaald? Getoeter. Wil je naar rechts? Getoeter. Gaat een auto niet snel genoeg aan de kant? Getoeter. Ben je vrouw? Getoeter.

Buiten het verkeer neemt men dus ruim de tijd. Ook, of juist zeker, voor buitenlanders. Israëli’s zijn nooit te beroerd om je te helpen. Ze vertalen voor je met alle liefde wat je niet lezen kunt of lopen gerust een kilometer met je mee om een geschikte winkel te vinden. Ook als je een lift nodig hebt, staat men paraat en ze zoeken alles voor je uit. Altijd rustig en met een brede lach natuurlijk!

Marten Blijderveen werkt t/m 31 augustus in Israël op een ambulance voor stichting MDA, het Israëlische Rode Kruis. Hij beleeft het ene na het andere avontuur en geeft je in zijn blogs een inkijkje. Dit is zijn eerste verhaal.