Vrijdag 10-08-2018:
Vandaag zou het dan eindelijk zover zijn. Na tweeënhalf jaar wachten zou ik vertrekken naar het land van extreme gastvrijheid: Canada. Een korte uitleg: In maart 2016 gaf ons gezin onderdak aan twee Canadese jongens, Stephan en Laurens. Zij bezochten met hun schoolkoor onze school, de Pieter Zandt scholengemeenschap. Twee andere jongens, Josiah en Brandon, sliepen bij een vriend van me, Niels. Niels en ik zouden in de zomer van 2016 op uitnodiging een bezoek terug brengen. Niels ging wel, maar ik ging dat jaar al naar Oekraïne. Het volgende jaar stond een reis naar Israël op de planning. Na die reis heb ik maar meteen een ticket naar Canada gekocht. Mooi op tijd en dus goedkoper. Zo kon ik er ook niet meer onder uit.
Tot vandaag. Alle benodigdheden waren aangevraagd (visum), gekocht (wereldstekker) en ingepakt (mijn hele kledingkast), toen ik me online ging inchecken. Op dat moment bleek dat gedoopt zijn toch iets is waar ik me vaker bewust van moet zijn, want mijn in 2017 gekochte ticket bleek niet geldig. Tip van de dag: bestel je vliegticket altijd met de eerste naam die op je paspoort staat. Doopnaam of niet, vul alleen de eerste in, want dat scheelt je zo duizend euro voor een nieuw ticket. Gelukkig waren er nog tickets, maar het vertrek waar ik al zo lang naar uit had gekeken, ging vandaag niet door.
Zaterdag 11-08-2018:
Deze dag zou me stil doen zetten bij iets waar ik geen rekening mee had gehouden. Namelijk, God spreekt vaker dan je denkt. Doordat mijn ticket ongeldig was, ik op paracetamols afgelopen nacht doorgekomen ben en ze het bij de douane nodig vonden mijn handbagage te doorzoeken en zelfs mijn Bijbel te scannen, begon ik te denken. Is het wel Gods bedoeling dat ik naar Canada ga? Tegelijkertijd bedacht ik ook: ik zit nu toch in het vliegtuig, voel me fit en zit naast een vrouw met lichte vliegangst, die het fijn vindt dat er een Nederlander naast haar zit die haar af en toe gerust stelt. Omdat de douanier mijn Bijbel gescand had en ik wel even klaar was met film kijken op het schermpje in de stoel voor me, leek het me een goed moment om mijn Bijbel er eens bij te pakken. Ik bladerde naar Spreuken, omdat ik door de vaak wat diepere betekenis van de verzen wat na te denken zou hebben tijdens de vlucht. Het eerste waar mijn oog op viel was Spreuken 19 vers 21. In de HSV las ik het zo: ‘In het hart van de mens zijn veel plannen, maar de raad van de HEERE houdt stand.’ Heel gaaf om te lezen, juist omdat ik de zojuist genoemde obstakels bij Hem had gebracht.
De tien uur durende vlucht was verder prima. Er was genoeg te eten en te drinken en op een huilende baby na hield iedereen zich rustig. Eenmaal aangekomen op het vliegveld van Vancouver moest er eerst een bewijs van doorgang worden gehaald. Er wordt daarmee gecheckt wat je komt doen en of je papieren in orde zijn. Vervolgens door naar de bagageband en naar Josiah en zijn zusje Naomi, die me opwachtten bij de ingang van het vliegveld. Bij Josiah en zijn familie zou ik de eerste week slapen.
Na kennis gemaakt te hebben met zijn familie, liet Josiah me zijn kamer en de rest van het huis zien. We aten met z’n allen pizza en daarna zou er nog iets zijn ‘wat ik wel leuk zou vinden’. Ik had ze horen praten over een fair en op weg naar zijn huis had Jo het ook al wel aangewezen, maar na het eten moest ik niet mijn beste kleren aan doen. We stapten in Jo’s pick-up truck en reden naar de fair. Niet zomaar een fair, maar wat bleek… er was een echte Canadese rodeo aan de gang! Mannen, vrouwen, jongeren en zelfs kleine kinderen op paarden, stieren en schapen moesten blijven zitten, tonnen ontwijken of kalfjes vangen met een lasso. Het was awesome!
We reden terug langs Timmy’s (een bijnaam voor de koffie en donut zaak Tim Hortons) voor een ice cap en dronken thuis nog een drankje bij een vuurtje in de achtertuin. Daar hadden we hele goede gesprekken, verrassend openhartig. Ik ben nu al 28 uur wakker, tijd om te gaan slapen.
Zondag 12-08-2018
Vanmorgen na een niet zo vreselijk lange nacht wakker geworden in mijn prima bed. Zeseneenhalf uur slaap bleek gewoon genoeg voor me, dus besloot ik me maar meteen in m’n zondagse kleren te hijsen. Ik trof de moeder van Josiah in de keuken. Ze maakte van allerlei lekkere dingen klaar voor het ontbijt en zorgde ervoor dat iedereen uit bed kwam. Vervolgens was het tijd om naar de kerk te gaan. Een grote kerk met voor 90% (nakomelingen van) Nederlanders, te vergelijken met onze Gereformeerde Gemeente in Nederland.
Na kerktijd weer terug naar huis om te lunchen. De stroopwafels werden na mijn uitleg op de juiste manier gegeten (op je kop koffie leggen, zodat hij warm wordt) en vervolgens was het ‘naptime’. Iedereen ging naar bed voor een middagdutje, maar gek genoeg was ik niet moe na een relatief korte nacht, dus besloot ik op m’n kamer maar wat muziek te gaan luisteren.
Vervolgens was het avondeten al om 17.30 uur en dat was de boosdoener voor wat me later overkwam. We zaten ’s avonds namelijk in een kleinere kerk en je kent het vast… Je probeert wakker te blijven en bent vastbesloten om je ogen open te houden. MAAR je hebt net gegeten, voelt je oogleden zwaar worden en de woorden van de dominee veranderen in een golvende rij klanken die wisselen van luid naar zacht, die je vervolgens doen wegdromen. Je wilt niet slapen, dus je begint met krachttraining van je oogleden en van je wil, in de hoop dat je achteraf niet toch een kwartier hebt zitten snurken in een kerk met allemaal mensen om je heen. Uiteindelijk heb ik het vol kunnen houden, maar misschien moet ik komende zondagmiddag maar proberen te gaan slapen.
’s Avonds weer goede gesprekken en gezelligheid gehad rond het kampvuur in de tuin en genoten van de Canadese gastvrijheid en openheid.
Maandag 13-08-2018
Vandaag mocht ik uitslapen. Alle kinderen, behalve Anna van 3, moesten werken. Plan was dus om samen met Jo’s moeder, die vandaag jarig is, en Anna langs te gaan bij de plekken waar de rest werkt. We haalden eerst even een ice cap voor Josiah en z’n collega en mini-donuts voor Naomi, Silas en Jemima. We reden naar de plek waar Jo werkt aan de constructie van een grote hal en stopten even. Onderweg vertelde Jo’s moeder me van alles over wat we tegen kwamen.
Vervolgens moesten ze zaagsel halen voor Cirle Age Ranch, een slachthuis van vrienden van de familie. Sue, de vrouw van de slager, leidde ons rond en vertelde me alles over hoe ze de dieren behandelen, hoe ze geslacht worden en hoe ze verwerkt worden. Het lijkt op de foto misschien wat wreed, maar Sue legde me ook uit hoe ze de koeien behandelen, met veel respect en liefde voor het dier. Ze houden van de dieren in meerdere opzichten. God geeft ze om er eerst goed voor te zorgen en er vervolgens ook van te leven. Na het verhaal werd ik uitgenodigd om morgen bij het slachten te zijn. Ik ben benieuwd!
Na de hele rondleiding reden we door naar het werk van Josiah’s broertje en zusjes. We brachten ze de donuts en reden naar huis. Nadat Naomi en Josiah klaar waren met werk, werd ik meegekomen naar Bridal Falls, een waterval dichtbij Agassiz. Nadat we daar omhoog waren geklommen, moesten we ook gelijk al weer terug, want we zouden uit eten gaan bij een grillrestaurant, vanwege de verjaardag van Willena (Jo’s moeder).
Na de burger bij het restaurant werd het hoog tijd om al het ongezonde eten van de afgelopen dagen eraf te sporten. Josiah nam Silas, Naomi en mij mee naar een baseballveld, waar we samen met jongeren uit de kerk een sportieve wedstrijd speelden. De vrijetijdsbesteding is hier anders dan bij ons. Voor hen geen drankje doen in de stad, Netflix kijken of bankhangen, maar hiken, sporten en chillen rond een kampvuur in de natuur.
Na de baseballwedstrijd, gingen we weer naar huis. Zonder Josiah. Hij zit bij de vrijwillige brandweer, iets dat veel jongeren hier doen, en kreeg een oproep.
Dinsdag 14-08-2018
Josiah moest vandaag nog werken, dus ik zou met Willena, Jemima en Anna naar een aantal tunnels fietsen. Maar eerst had ik nog een andere afspraak. Van Willena moest ik oude kleren aan doen, want het zou nogal gaan stinken was haar ervaring. We reden het terrein op en parkeerden de auto. Jo’s moeder deed Sue een berichtje dat we er waren en daar kwam Sue. Gehuld in grote rubberlaarzen, een gele overal van dezelfde stof en een haarnetje op d’r hoofd heette ze me welkom bij Scotts Meat op de Circle Age Ranch. We liepen naar binnen en kregen een haarnetje. Er was een lange gang met deuren aan beide kanten en met iedere stap die we namen drong een steeds sterker wordende geur tot diep in onze neuzen. We liepen de ruimte in waar de koeien die net gedood waren, schoongemaakt werden. Het was interessant om te zien hoe de ‘biefstuk to be’ van kop, huid, hoeven en organen werd ontdaan. Alles gebeurde heel hygiënisch, zorgvuldig en weer met respect voor het dier. Ook was er het toeziend oog van een inspecteur die de kwaliteit van de organen en het vlees testte en zocht naar eventuele ziektes.
Na dit bezoekje reden Willena en ik snel terug naar huis om onze kleren, die nu naar koe roken en wat spetters rood levensvocht bevatten, om te wisselen voor wat sportievere kleren. Het was namelijk tijd om een stukje te fietsen. We zetten onze fietsen achter in de pick-up truck en reden een stukje de bergen in. Daar laadden we ze weer uit en volgden een prachtig en hobbelig pad langs een ravijn richting de Othello Tunnels. Het was een vijftal tunnels die gebruikt werden om treinen door de bergen te leiden. Nu is het een toeristische attractie waar mensen door de lange donkere gangen lopen om vervolgens uit te komen bij de mooiste uitzichten over een stromende rivier die langs bergwanden klotst.
We fietsten terug en reden met de truck naar Hope om er mijn eerste, maar zeker niet laatste ervaring bij Dairy Queen van te maken. Een van de vele fastfood bedrijven die het land rijk is, maar dan gespecialiseerd in ijs. Oké dat was best welkom na al dat fietsen.
Josiah had de hele dag gewerkt en was ook wel toe aan wat ontspanning, dus had hij met zijn baas afgesproken om ’s avonds te gaan ‘boaten’. Dat houdt zoveel in als: met een speedboot over een precies groot genoeg meertje heel hard varen met een wakeboard erachter geknoopt. Kawkawa Lake heette het. We voeren een paar rondjes, sprongen een paar keer in het heerlijke, opvallend warme water en toen iedereen had gewakeboard, was het toch echt mijn beurt. Ik had nog nooit gewakeboard. De eerste paar keer dat de boot gas gaf en mij probeerde recht op mijn benen te trekken had ik dan ook het gevoel dat mijn armen uit m’n romp getrokken werden en landde ik op mijn gezicht. Maar oefening baart kunst en uiteindelijk is het me tot twee keer toe gelukt om een eindje te blijven staan en een golf mee te pakken. Het was een hele leuke avond, al kon je aan het einde van de avond wel zien dat ik voor meester studeer en niet voor bouwvakker, want die blaren in m’n handpalmen heb ik nog wel even.
Woensdag 15-08-2018
Vanmorgen moesten we er vroeg uit. Vandaag zouden we namelijk al op tijd vertrekken naar het plaatsje Lytton. Daar zit een bedrijf genaamd Kumsheen. Vanuit hun terrein zouden we, gehuld in wetsuit en waterschoenen, vertrekken naar het begin van de Tompson River. Nu zegt dit jullie waarschijnlijk allemaal niets, maar Josiah en ik hadden de dag van ons leven, want wij gingen white water river raften! Met een groepje van vier en een instructeur (John, de meest chille gast ooit) voeren we over de rivier vol draaikolken, versnellingen en metershoge golven. We peddelden ons gek, oefenden een ‘flipover’ (wat te doen als de raft omslaat?) en sprongen zo nu en dan uit de raft om als menselijke dobbers in het water meegenomen te worden. Aan het einde van de raftsessie, waarin we trouwens veel wilde dieren hebben gezien, reden we terug met de typisch Amerikaanse schoolbus. We mochten nog een soort hottub gebruiken en kregen een certificaat waarop stond dat we de Tompson River bedwongen hadden en echte Riverrats waren.
Aan het begin van de avond gingen we naar de Cascada Falls, een paar mooie watervallen, waar het ons een goed plan leek in het ijskoude water te gaan zwemmen. Naomi en een paar vrienden waren er ook, waaronder Karina. Karina komt uit Nederland en kwam met dezelfde motivatie naar Canada. Ook zij bezocht twee vrienden die tweeënhalf jaar geleden bij haar hadden overnacht.
We zwommen even in het meertje bij de waterval, bekeken de machtige waterstroom van onderen en maakten wat foto’s. Vervolgens weer naar huis, want de volgende dag zou weer een actieve dag worden.
Donderdag 16-08-2018
’s Ochtends wilden we iets uitzoeken om te gaan doen. Naomi, Josiah en ik wilden iets actief doen. Wat het moeilijk maakte, is de verschrikkelijke rook die ervoor zorgt dat de bergen hier bijna onzichtbaar zijn en waardoor een hike zelfs niet goed voor je gezondheid is. Pierre, de vader van Josiah, kwam toen met het goede idee om te gaan kajakken of whale watchen (orka’s spotten op zee). Dat laatste leek ons wel wat, maar het was al aan de late kant en alle bedrijven waren volgeboekt. Daarom reserveerden we een vaart voor morgen en gingen we over op plan B, het kajakken. Nu staat Canada bekend om de prachtige stukken land, maar zeker ook om de hoeveelheid water. Zo vertrokken we met ons drieën richting Vancouver om in de wijk Deep Cove alle drie een kajak te huren. We kozen ervoor om wat eilandjes in de baai van de Pacifische Oceaan langs te gaan. We hadden namelijk ruim vier uur de tijd.
In het begin liep ik steeds wat achter op broer en zus die wel vaker kajakken. Wist ik veel dat je je voeten moest gebruiken om een stuurpeddel achter je kajak je te laten sturen, haha.
Na een tijdje kwamen we op het strandje aan de overkant van de baai en stapten we even uit om een kijkje te nemen bij een aantal Aziaten die aan het krabvissen waren. In Vancouver zie je naast Engels en Frans ook regelmatig dingen aangegeven in het Chinees. De populatie Aziaten is er aanzienlijk. Toen we besloten verder te kajakken werden we verrast door een aantal zeehonden die nieuwsgierig hun kop naast onze kajaks boven water lieten komen.
Na drieënhalf uur vonden we het wel genoeg en peddelden we terug naar het verhuurbedrijf. Vancouver op het water had ik nu dus gezien, maar Jo wilde me ook graag nog een oude haven laten zien. Lonsdale Quay in North Vancouver. We aten er wat fish and chips, genoten van het uitzicht en vertrokken naar een plek zie ik nooit meer zal vergeten. We moesten er een hele hobbelige off-road weg voor op en hadden de vierwielaandrijving van Jo’s Dodge Ram wel voor nodig, maar we kwamen er: op de top van Mount Woodside. Ook al was het uitzicht wat bedwelmd door de rook, we hadden er een van de mooiste zonsondergangen die ik ooit gezien heb. We keken uit over de Fraser vallei, met een ondergaande zon op de achtergrond en naast ons een trots wapperende Canadese vlag.
De rest van het gezin Groenenboom was op dat moment bij Harrison Lake, een meer in de buurt, een ijsje aan het halen en daar sloten wij ons natuurlijk graag bij aan om de dag perfect af te sluiten.
Vrijdag 17-08-2018
Vandaag zou ik gaan switchen van verblijfadres, maar eerst stond er nog iets heel gaafs op het programma! Josiah en ik reden namelijk weer naar Vancouver. Deze keer zouden we naar de wijk Steveston rijden om vanuit daar met onze speedboot te vertrekken richting open zee. Voordat het echter zover was, hesen we onszelf eerst in van die grote, oranje pakken die vissers ook aan hebben. Alles voor de veiligheid.
Sole was onze natuurexpert van de dag. Zij zou ons alles vertellen over de dieren we zouden zien. Van zeehonden en zeearenden tot een groep van ongeveer zeven orka’s die, (wat een geluk!) zo’n vijftig meter bij onze boot vandaan, langs kwamen zwemmen. De helft ging langs me heen eerlijk gezegd, want A: we zaten helemaal vooraan in de boot en Sole achteraan en B: doordat we vooraan zaten stuiterden we zó hard over de golven dat we elkaar amper konden verstaan. Ik hoorde honderden klikgeluiden achter me, want blijkbaar had de Britse familie achter ons het fenomeen ‘filmen met je mobiel’ nog niet uitgevonden. Het was per toeval dat ik net mijn mobiel pakte en begon met filmen toen de orka’s het dichtst bij waren. Met een leuk resultaat. Dat moet ook de Duitse meid die naast ons zat op het driepersoons bankje hebben gedacht. Ze vroeg me in het Engels of ik na de tijd nummers uit wilde wisselen, zodat ik haar het filmpje kon sturen. Ik meende een Noordwest-Europees accent te herkennen en vroeg of ze Nederlandse was. ‘Nein, from Germany’, was het antwoord. Mijn talenknobbel ging werken en dus ging ik over in Duits, wat leidde tot een compleet verraste Franzi, want dat bleek achteraf haar naam te zijn.
Toen we weer aan wal kwamen deelden we de nummers en lunchten we wat met z’n drieën in het plaatsje. Na de lunch namen we afscheid en Josiah en ik reden terug richting huis. Onderweg stopten we nog even bij één van Canada’s grootste outdoorshops en kocht Josiah nog wat kleren, maar daarna moesten we wel opschieten, want Jo had die avond nog een bruiloft en ik moest nog worden weggebracht.
Mijn koffer had ik al gepakt, dus dat kostte geen tijd meer. Ik nam afscheid van de familie die me in een week tijd heel veel heeft gegeven en er werd van beide kanten waardering uitgesproken. Wat een topfamilie is dat zeg!
Josiah bracht me met al mijn spullen naar het werk van Stephan den Boer, de jongen die bij mij heeft overnacht. Hij werkt bij een bloemenkas, gerund door Nederlanders. Eenmaal daar aangekomen kon ik al m’n spullen in Stephans truck doen en na een korte rondleiding vertrokken we naar zijn huis in Chilliwack.
Hier zou ik de komende week nog van alles gaan doen en mee gaan maken. Omwille van de lengte van mijn verhaal laat ik dat stuk weg. Je hebt nu een week mee kunnen maken van mijn speciale vakantie in Canada. Het is voor mij gebruikelijk om op te schrijven wat ik allemaal doe. Ik hoop dat het leuk was om te lezen, want eerlijk is eerlijk, daar let je toch een beetje op als je schrijft.
God bless,
Christian Meuleman
Christian Meuleman (19) uit IJsselmuiden reist af naar Canada. In 2016 ontving zijn gezin twee Canadese jongens die met hun schoolkoor Nederland bezochten. Ze nodigden hem uit eens naar Canada te komen en dit jaar zoekt Christian ze op. Dit is zijn eerste verhaal.