Mijn reis door Israël en de Palestijnse gebieden is ten einde. Ik heb veel gezien, gehoord en meegemaakt. De Arabische christenen, Palestijnse studenten en Messiasbelijdende Joden die ik heb ontmoet vertellen tragische verhalen over het slepende conflict tussen Israël en de Palestijnen.

Emotie

Tijdens mijn gesprekken met mensen probeerde ik het politieke debat zo veel mogelijk te vermijden: het zorgt immers al snel voor verhitte discussies. Ook op christelijke conferenties waarbij geprobeerd werd om Joodse en Palestijnse studenten met elkaar in gesprek te laten gaan, was het voor de leiding erg moeilijk deze dialoog in goede banen te leiden. De emotie kreeg al snel de overhand.

Wat het conflict in stand houdt is dat in dit land zo veel verschillende bevolkingsgroepen wel naast elkaar, maar niet mét elkaar leven. Bij welke groep je hoort, heeft consequenties voor het dagelijks leven. De Israëlische autoriteiten hebben voor Joden andere regels dan voor Palestijnse of Arabische Israëliërs. Maar ook in de straten van Jeruzalem lijkt iedereen zijn afkomst te willen benadrukken.

Simpel antwoord

Nasir, een Arabisch-Israëlische voorganger, wil hier niet aan meedoen. Deze man spreekt zowel vloeiend Arabisch als Hebreeuws. Hierdoor ontstaat er nogal eens verwarring bij zijn gesprekspartners over zijn afkomst. Het simpele antwoord van Nasir is dan: „I am nobody.” Dit eenvoudige antwoord inspireerde mij, is dit niet het type antwoord dat dit land nodig heeft? Mensen die geen onderscheid maken tussen bevolkingsgroepen, maar juist bruggen bouwen en zichzelf wegcijferen.

Zo probeerde hij op weg naar Bethlehem een orthodoxe Jood en een Palestijn, die in zijn auto meereden, dichter tot elkaar te brengen. Want na vijf minuten waren ze al in een hevige discussie terecht gekomen. Nasir sprak hen in hun eigen taal aan en vroeg hun na te denken aan wie dit land oorspronkelijk toebehoort. Beide mannen konden niet verder komen dan te herhalen wat ze daarvoor nog tegen elkaar hadden gezegd. Toen Nasir hen wees op God als rechtmatige Eigenaar, bogen ze beiden beschaamd het hoofd: Hoe durven ze te beweren dat het land aan henzelf toebehoort? Aan het eind van de reis schudden de mannen elkaar gebroederlijk de hand en namen in vrede afscheid.

Ondanks mijn pessimistische kijk op de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden, is Nasir iemand die me hoop geeft voor de toekomst. Ik hoop en bid dat er nog meer mensen in dit land zullen besluiten bruggen te bouwen tussen de verschillende bevolkingsgroepen en te zeggen: „I am nobody, en wie ben jij?”

Ilse Jansen reisde samen met andere christenstudenten van de studentenbeweging IFES-Nederland af naar Israël. Op puntuit.nl hield ze afgelopen week een dagboek bij over haar ervaringen.
>>puntuit.nl/israel