Normaal mopper ik als ik mensen iets zie doen wat ik zelf ook weleens doe: onnodig lang op de linkerbaan rijden, wachten voor een groen stoplicht, eindeloos steken omdat ik niet kan fileparkeren of per ongeluk mijn knipperlicht aan laten staan. 

Pas zag ik wel zó iets bijzonders, dat ik van mezelf best even lekker mocht mopperen. Zeg maar gerust: boos mocht zijn. Voor mij reed een degelijke Renault. Gezinswagenformaat. Kleine wolkjes sigarettenrook kwamen uit het raampje van de bestuurder. De auto bewoog heen en weer omdat de inzittenden volledig uit hun plaat gingen op iets wat doorgaat voor muziek. Dat is tot daar aan toe, dacht ik. 

Opeens ging het raampje van de bijrijder open en vloog er een halflege zak Doritos uit het raampje. De chipjes dwarrelden over de provinciale weg en de zak waaide in de sloot. Nu getuigt het feit dat de zak oranje was, en niet zwart – de lekkerste, die waar de vlammen je mond van uit slaan-, al van een wanstaltige smaak. Laat staan dat je ‘m ook nog eens op straat gooit.

Eén ding siert die onverantwoordelijke chipsgooier dan weer wel: ze sloeg óók buiten het raampje de kruimels van haar handen. Want ook al stond de auto stijf van de sigarettenrook: stel dat ‘ie vies zou worden.