Natuurlijk troostte mijn moeder me als ik gevallen was en huilend met een gat in mijn knie op het aanrecht zat. Ze veegde de tranen van mijn gezicht, maakte de wond schoon en plakte er een pleister op. 

Maar dat was dan ook dat. Geen overdreven lieve woorden, geen eindeloze omhelzing en al helemaal geen ‘ach, wat zielig’. Sterker nog: we lachten samen. Het was ook wel erg dom om te struikelen over die uitstekende stoeptegel. 

Omdat ik in de verleden tijd schrijf, voelt u ‘m wellicht al aankomen: sinds kort heb ik wel enige nuance aangebracht in mijn visie op medelijden. Begrijp me goed: ik houd er nog steeds niet van als mensen me zwak of zielig vinden, om wat voor reden dan ook. 

Maar toen ik in de Bijbel las over zwakheid, werd me iets duidelijk: er is Iemand voor wie ik me niet groot hoef te houden. Voor wie ik niet hoef te doen alsof ik sterk, stoer en onaantastbaar ben. Iemand die ons recht in het gezicht vertelt dat we zwak zijn van onszelf. U begrijpt over wie ik het heb: de Heere God.

Een paar voorbeelden zal ik noemen, van teksten uit de Bijbel die gaan over zwakheid: 

Romeinen 8:26: En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.

2 Korinthiërs 12:9: En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.

2 Korinthiërs 12:10: Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, in smaadheden, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil; want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.

Hebreeën 4:15: Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde.

Ik mag dan wel een hekel hebben aan medelijden. Ik besef nu dat als God geen medelijden met ons heeft, we verloren zijn. Zelf zijn we niet in staat om ook maar íets bij te dragen aan onze zaligheid. Met Jezus aan onze kant wordt die zwakheid een kracht.