-

Heb je de meeste keren B?

Jij bent je er van bewust dat er heel wat mensen met korte lontjes rondlopen. En in de meeste gevallen zul jij je er niet toe laten verleiden om gigantisch door het lint te gaan. Maar er zijn zo van die situaties waarin toch blijkt dat ook jij een (te?) kort lontje hebt. „Er zijn ook grenzen”, is jouw motto! Oké, gelijk heb je, je hoeft niet alles over je heen te laten gaan. De vraag is wel hoe je dan reageert.

-

Heb je de meeste keren D?

Oeps, jij hebt amper een vonkje nodig of je explodeert al. Typisch geval van een ‘kort lontje’. Oké, afreageren kan even lekker zijn. Maar of dit dé manier is, valt te betwijfelen. De kans is zomaar aanwezig dat jij als een opgefokt wezen door het leven gaat. Trouwens waaróm is je lontje soms (te) kort? Zit daar frustratie achter? Of angst? Of wil je gewoon stoer doen?

----

Uit: ”Dus zo zit ik in elkaar. Testboek voor tieners”, Els Bette-Fluit; uitg. Boeken­centrum, Zoetermeer; 2011; ISBN 978 90 239 2604 7; 80 blz.; € 11,00.


Heb je de meeste keren A?

Jij laat alles wel erg gemakkelijk over je kant gaan! Oké, exploderen zul je niet snel. Je lijkt een zachtaardig type. De vraag is wel waarom je niet of nauwelijks reageert. Ben je bang voor agressieve reacties? Interesseert het je gewoon niet? Of...? Hoe dan ook, jij loopt liever een straatje om dan dat je je mond opentrekt. Kan slim zijn. Maar of het echt altijd het beste is, dat is nog maar de vraag.