Het kan je moeilijk ontgaan zijn: het regeerakkoord is aangepast. Nog geen twee weken nadat de BV Rutte-Samsom triomfantelijk mededeelde hoe Nederland de komende vier jaar bestuurd gaat worden, wordt één van de belangrijkste afspraken van het regeerakkoord al weer geschrapt. Omdat er een beetje ophef over was, daarom.
Zo gaat dat dus tegenwoordig. De politici besluiten na lang nadenken dat een bepaalde regeling afgeschaft of juist ingevoerd wordt. Zo’n 600 VVD-leden komen erachter dat die regeling tegen hun kernwaarden (vrijheid, gelijkheid en bankafschrift) ingaat en zeggen pardoes hun lidmaatschap op.
Nadat de VVD in een opiniepeiling in een klap 20 zetels verliest, schrikt Rutte (ondertussen “Rooie Mark” gedoopt) wakker en gaat haastig weer onderhandelen met de PvdA. Een idee dat een paar weken geleden nog steengoed was, wordt nu tot oud vuil gepromoveerd.
Maar wacht even. Als je je plannen zo snel veranderd, heb je dan überhaupt van tevoren nagedacht of het wel zo’n goed idee was? Vast wel, daar zit het probleem dus niet. Het probleem zit ergens anders: politici schrijven hun beleid niet meer voor de lange, maar voor de korte termijn.
Want de kort termijn levert zetels op. De lange termijn niet, of zoals Keynes zei: “On the long run we’re al dead”. Oftewel: het interesseert niemand wat er op de lange termijn gebeurt, wie weet of we dan nog leven? Zo wordt beleid dus steeds meer vervlochten met de waan van de dag.
Titel van het volgende regeerakkoord: U vraagt, wij draaien.
-
Kerkverbanden
Bam, daar zit je dan. Met je column. Met een onderwerp waarover je eigenlijk helemaal niet wilt schrijven. Of beter gezegd: met een onderwerp waarvan je zou willen dat het niet bestond.
Want, beste lezer, ik zit er een beetje mee, met die kerkverbanden. Hoe je het ook wendt of keert, ik blijf me er voor schamen dat we in Nederland zoveel verschillende kerkverbanden hebben. Ik zal u proberen uit te leggen waarom ik me daar zo voor schaam.
Stelt u zich eens voor: op een mooie zomerdag wandelt u door het park, middenin in dat park komt u meneer A. Theïst tegen, hij is verlegen om een praatje en zegt: “Wat een weertje hè?”. Blij verrast kijkt u om en u vertelt dat u het weer inderdaad schitterend vindt en dat u God daar erg dankbaar voor bent. A. Theïst kijkt verbaas en vraagt: “Bent u soms gelovig?”. U antwoord bevestigend en van het een komt het ander en voor u het weet zit u midden in een gesprek waarin u het Christendom uitlegt. Het gesprek loopt lekker tot het moment waarop A. Theïst u vraagt: “Maar als alle Christenen dezelfde God dienen, waarom gaan ze dan niet allemaal naar dezelfde kerk?”.
Ik weet natuurlijk niet wat u zou zeggen, maar ik zou ’t niet goed weten. Ik kan natuurlijk wel iets brommen over “ernstige dogmatische verschillen”, maar daar moet toch uit te komen zijn als je Gods Woord als hoogste gezag erkent?
----
Wat vind jij van deze columns? Stuur je beoordeling in via de reactiemogelijkheid. Geef een cijfer per column of een algeheel cijfer. Wie moeten volgens jou de nieuwe columnisten van Puntuit worden.
-
Winkelen
Elk mens heeft van die dingen, die hij/zij liever niet doet. Ik ook. Winkelen bijvoorbeeld: ik heb af-schuwelijk het land aan winkelen. Het duurt lang, als je naar zoekt naar T-shirt zoekt kom je geheid met een blouse thuis (andersom werkt het ook) en het kost ook nog eens onvoorstelbaar veel tijd. Wat mij betreft dus genoeg reden om niet te gaan winkelen.
Maar goed, het nare van winkelen is dat het onvermijdelijk is. Want ongelukkigerwijs gebeurt het wel eens dat kleren oud worden. Nou ben ik er zelf niet altijd van op de hoogte of een broek in de klasse wel-oud of niet-oud hoort, maar mijn moeder is beter thuis in die dingen en zij informeert dan ook zo af en toe subtiel of we niet eens naar de stad moeten.
U begrijpt het al: afgelopen week was ik dus weer aan de beurt. Met lood in m´n schoenen en begaf ik me naar de stad. Op de plaats delict aangekomen, werd mij te verstaan gegeven dat er ook nog een bezoek werd afgelegd aan een winkel die bak- en kookbenodigdheden (die “benodigdheden” blijken bij nader inzien overigens vaak heel wat minder benodigd dan gedacht) verkoopt.
En terwijl ik in de winkel, met verstand op nul en de blik op oneindig, een plank met artikelen sta te bestuderen (zo’n bezoekje duurt altijd langer dan je denkt), bedenk ik me dat ik onder het winkelen ook hele nuttige dingen kan doen. Bedenken waar ik m’n column over ga schrijven bijvoorbeeld.