Heb je er ooit wel eens bij stil gestaan hoeveel tradities er in onze kerk zijn? Hoezeer onze diensten afhangen van tradities? Denk maar aan bijvoorbeeld het zingen van psalm 105 vers 5 bij een doopdienst of het dragen van een hoofddeksel. Sommige tradities hebben we omdat ze in de Bijbel worden voorgeschreven, sommigen omdat ze ‘altijd al zo gingen’. Toch zouden we het vreemd vinden om de tradities die niet door de Bijbel worden verplicht, achterwege te laten. Stel dat de dominee opeens in een gekleurd pak binnen komt lopen, of dat de collectezak vervangen zou worden door een rekening waar je eens in de maand een bedrag op stort…
Al vinden we tradities belangrijk en kunnen we ze niet missen, ze zijn niet allesbepalend. Waar het om hoort te gaan, is het Woord van God. Gelukkig lezen we daar
-traditiegetrouw- nog uit in een kerkdienst!
-
De grote, boze regering
O, wat zijn we boos. Stel je voor! Geen studiefinanciering meer, geen gratis OV meer voor studenten. Hoe kan ‘de regering’ dat nou doen! Nee, wij weten het wel beter: Al die extra kosten demotiveren. Stel nou gewoon een langstudeerboete in! Dan zet je wat druk op je studie en kan je snel aan het werk. Daarnaast heeft de overheid ook nog wat inkomsten en niet te vergeten: heel wat meer tevreden studenten dan nu!
Ach ja, wat wij vinden, is toch gewoon het allerbeste? Laat die hoge pieten maar denken dat dit werkt. Het zal vanzelf wel blijken dat wíj het goed hadden!
Is dat de instelling die we moeten hebben? ‘Ik vind…’ ‘Het móet zo, want ik…’
Een mens lijdt dikwijls het meest/Door ’t lijden dat hij vreest/Doch dat nooit op komt dagen/ Zo heeft men meer te dragen/Dan God te dragen geeft.
Je kent het wel: dat tegeltje bij je oma in het toilet. Maar het is waar. Wie weet, valt het allemaal wel mee.
----
Wat vind jij van deze columns? Stuur je beoordeling in via de reactiemogelijkheid. Geef een cijfer per column of een algeheel cijfer. Wie moeten volgens jou de nieuwe columnisten van Puntuit worden.
-
Een sprookje
Er was eens een aardige man, een half 60-er. Hij had zwart, licht grijzend haar. Op zijn bankrekening stonden meer dan 6 nullen en meer dan 7 cijfers. Hij woonde in een prachtig huis, een mooie villa, geverfd in mooi kleuren. Hij wilde echter meer. Hij wilde naar een wit huis. Niet zómaar een wit huis, nee, Het Witte Huis. Er was echter ook nog iemand anders. Een man die al in Dat Witte Huis woonde. Die wilde er nog langer blijven. Dus gingen ze samen vechten met woorden. Ze betrapten elkaar op fouten en deden zoveel mogelijk goede dingen voor de mensen, maar slechte dingen voor elkaar. En allebei zeiden ze van zichzelf dat ze de beste waren.
Het grootste aantal mensen vond echter dat deze man niet de állerbeste was. Toen mocht hij natuurlijk niet in Het Witte Huis wonen.
Hoe lang hij nog leeft, weten we niet, maar of hij gelukkig is?