Duurzaam, een nieuw modewoord waarmee we om de oren worden geslagen. Overal gaat het over duurzaamheid: Tweede Kamer debatten, reclames in tijdschriften, op internet enzovoort. Het boeit mij niet, ik word er zo langzaamaan knetter van. Het onophoudend gemier: duurzaam dit, duurzaam dat, blablabla. Het ene oor in, het andere meteen weer uit; laat mij lekker leven!

Vanuit mijn slaapkamerraam zie ik twee mannen (zestig jaar en waarschijnlijk vrienden) staan aan de overkant van de weg staan, beide met een oude Zundapp (voor jongeren een lichtelijk prehistorische brommer.) Bij het starten produceren de brommers en roetzwarte rookwolk die zeker twintig seconden lang bleef hangen boven de straat. Mijn gedachte: zo, die zijn lekker milieuvriendelijk bezig!

Mijn grijze massa kwam in beweging. Ben ik wel milieuvriendelijk bezig? Absoluut niet! Waarschijnlijk milieu-vijand nummer één: mijn kauwgom spuug ik netjes op straat; net naast het putje, jammer, het zal wel slijten. Een mooie worp met een plastic omhulsel richting prullenbak, net gemist, maar opstaan om het ín de prullenbak te doen, mwah..niet zo’n zin in. Kortom, ik ben geen haar beter dan de Zundappers, want elke dag verkort ik de houdbaarheidsdatum van deze ooit perfect geschapen blauwe bol.

-

‘Kerstgevoel’

Half november. Niemand is bezig met kerst. En toch worden de schappen in de winkels langzamerhand gevuld met kerstaccessoires. Erg leuk, nepplantjes met lichtjes, rieten kerstklokjes. De kerstdagen zijn nog niet in zicht maar toch kruipt er bij mij langzaam iets omhoog. Lekker bij de kachel met hete chocolademelk, buiten dwarrelende witte vlokken, op kerstdagen lekker en overvloedig eten met of bij familie. Mijn gedachten werden even stop gezet. Betekent kerst voor mij niets anders dan gezelligheid en eten? Blijkbaar geeft mijn geest voorrang aan de gezellige ‘kerstsfeer’ en wordt de werkelijke betekenis van kerst in een oude doos gestopt om die daarna te laten verstoffen.

Maar mijn ‘kerstgevoel’ dan? Waar ik aan dacht heeft absoluut nul komma nul met kerst te maken. Met de kerstdagen ga ik naar de kerk, lezen we uit de evangeliën over de geboorte van Jezus. Maar bij het denken aan ‘kerst’ overheersen neppe ‘tradities’ mijn ‘kerstgevoel’, terwijl ik echt wel weet dat ik met kerst mag vieren dat Jezus geboren is. Maar vier ik wel dat Jezus geboren is? Of vier ik helemaal niets, maar vind ik het gewoon gezellig?

----

Wat vind jij van deze columns? Stuur je beoordeling in via de reactiemogelijkheid. Geef een cijfer per column of een algeheel cijfer. Wie moeten volgens jou de nieuwe columnisten van Puntuit worden.


-

Beer op een scooter

Soms wens ik nog klein meisje te zijn. Kleine kinderen geloven wat ze willen geloven, zonder zich iets aan te trekken van andere meningen.

Tijdens mijn oppasdienst op de crèche komt er een kleine dreumes naar me toe, hij wil me iets heel bijzonders vertellen. Zijn ogen vol ernst verteld hij zijn verhaal. Op weg naar de kerk zag hij een échte beer! Op een scooter! Ik, rationele tiener, geloof dit niet. Ik weet dat het uniform van een bezorgrestaurant in de buurt wordt gekenmerkt door een scooterhelm in de vorm van een berenkop. Vol verwachting en trots staat hij voor me. Wat ga ik zeggen? Ik weet dat ik hem moet uitleggen dat zijn vermeende beer geen beer is. Tegelijkertijd bedenk ik me hoe heerlijk het is; hij gelooft echt dat hij een beer zag. Mijn rationele ik besluit te vertellen dat het geen echte beer was. Even twijfeling in zijn ogen, maar dan zegt hij vastbesloten: ‘nee, dat kan toch niet!’ Genietend van zijn overtuiging houd ik mijn mond. Stiekem ben ik jaloers op hem, ik moet ook geloven zonder daarbij te denken aan wat anderen vinden. Niet in de beer, in God.