‘Och nee, zit hij nou nóg in een hoekje? Aaach, dat is dan al sinds vanmorgen toen ik vertrok! Ja, ik vertrok om half zeven! En hij eet ook niks, helemaal niks?’ Terwijl ik dit luide gesprek, wat nu al een kwartier voortduurt, aanhoor, probeer ik me te concentreren op de leerstof in mijn boek. Maar dat kan ik wel vergeten, want mevrouw tegenover me is nog lang niet klaar. Ze heeft een halfuur nodig om het probleem nog verder uit te diepen en ondertussen vang ik allerlei details op over die ‘geweldige lieve beestjes’ en andere privé aangelegenheden. Zo gaat mijn medepassagier vanavond pizza eten en moet ze morgen om kwart voor twee bij de tandarts zijn. (En trouwens, het voer voor ‘die schatjes’ staat in het linkerkastje onder het aanrecht.) Als ze eindelijk is uitgepraat; ‘daaag schat, tot straks, zet je de pizza vast in de oven’, stopt ze haar mobiel in de gerafelde replica-Guess-tas. Ze ziet mijn blik en grijpt die kans gelijk aan om mij eens flink bij te spijkeren over haar grote liefde, namelijk kreeften. Ze heeft vier verschillende soorten, die ‘waanzinnig mooi zijn’, ze zijn zo lief! Ik moet even slikken als ik vervolgens de ins en outs van het kreeftenleven verneem. Dat arme beestje, dat al de hele dag in een hoekje zit. Zou ik ook doen, als ik kreeft was.
-
De kerkbank
‘Sorry mevrouw, hier zitten wij altijd’. De ‘vreemde’ vrouw die net de kerk is binnengekomen, kijkt verbaasd op. Ze maakt gauw haar excuses en schuift op. Gelukkig, dan kunnen de trouwe kerkgangers op hun eigen plekje zitten! Ze kijken nog even schuin opzij, naar die vrouw die er zo anders uitziet en wat onwennig rondkijkt.
Herken je dit voorbeeld? Hoe erg is dit, als wij aan onze plek ‘vastgeplakt’ zitten. De kerken zijn niet ons bezit! Het is Gods huis en iedereen mag daar komen, dus ook plaatsnemen. Nu is een zekere orde wél op zijn plaats, maar moeten wij vreemdelingen niet gastvrij herbergen, ook in de kerk? Moeten wij niet verblijd zijn als iemand een kijkje in de Gods huis komt nemen? Laten we ons allen voornemen om die vreemde vrouw uit te nodigen nog een keer te komen, met haar te bespreken wat ze heeft gehoord en ons een christelijke houding aan te meten, zoals ons wordt geleerd in de kerk die wij bezoeken! Dat zal God meer tot eer zijn!
----
Wat vind jij van deze columns? Stuur je beoordeling in via de reactiemogelijkheid. Geef een cijfer per column of een algeheel cijfer. Wie moeten volgens jou de nieuwe columnisten van Puntuit worden.
-
Een kwaad nachtlicht
Heb je het ook weleens meegemaakt? Juist in deze tijd van het jaar wordt het weer een groot probleem (althans, voor de mensen zoals ik). Die fietslampjes. Je graait je fiets uit de schuur en racet weg om nog net op tijd te zijn voor de bus. Je bent eigenlijk al te laat... Dan, als je net een paar minuten onderweg ben, kom je erachter dat je achterlicht niet brandt. Geschrokken kijk je achterom en je voorwiel begint gevaarlijk over te hellen naar de linkerkant van de weg. Teruggaan is geen optie. Snel fiets je verder, terwijl je schichtig om je heenkijkt of er geen politie rijdt. Je zoekt naar zijweggetjes waar je vliegensvlug kunt inslaan, mocht oom agent plotseling langskomen. In je hoofd bedenk je al allerlei excuses om het niet-brandende lampje te kunnen verklaren: ‘Ja, maar hij deed het nog gisteravond toen ik thuiskwam en nu opeens niet’, ‘ik wilde het fietslampje nog pakken van het aanrecht, maar ik ben ‘m vergeten’. Allerlei goede voornemens vliegen door je heen, om je tekortkomingen in een beter nachtlicht te plaatsen. Maar ach, op het gewraakte moment dat de politieman voor je staat, ben je het allemaal kwijt. En dan wordt het gewoon betalen! Je gloeit van boosheid. Een gloeilamp in de donkere duisternis...