Nog steeds kan Rhodé –inmiddels oud-leerlinge van het Calvijn College in Goes– het amper bevatten: Margreet is er niet meer. „Samen hebben we gepraat over de eindtijd, maar we wisten niet dat het einde van de eindtijd voor haar zo snel al zou aanbreken.”

Toen kwam het onderwerp opeens dichtbij.
„Dat was dubbel confronterend. Voor haar is het echt eindtijd geworden. En ze was nog zó jong. Ze had, net als ieder ander, nog zo veel plannen.

Ik vond het moeilijk om te accepteren dat precies zij moest sterven. De eerste maanden van het schooljaar had ik met haar een hechte band opgebouwd. Ik zat elke pauze bij haar. Opeens viel dat allemaal weg.”

Wanneer hoorde je dat ze overleden was?
„Dat moment staat in mijn geheugen gegrift. Ik was thuis en kreeg er berichtjes van medeleerlingen over. Ik kon het bijna niet geloven. Hoewel ze zwak en vaak ziek was en ook in een rolstoel zat, had ik het helemaal niet verwacht. Rond de herfstvakantie vorig jaar werd ze ernstig ziek en kwam ze in het ziekenhuis terecht. Ze had de mazelen en kreeg er later een longontsteking en hersenvliesontsteking bij.”

Keek je daarna anders aan tegen het profielwerkstuk?
„Ik vond het echt een verschrikking om het af te maken. In eerste instantie wilde ik het liefst stoppen. De eerste twee deelvragen en de enquête heb ik met Margreet uitgewerkt. Sommige stukken tekst die we samen hadden geschreven, moest ik nog weer aanpassen. Je wordt dan elke keer aan haar herinnerd. Af en toe zat ik er helemaal doorheen. Ik kon er gelukkig goed over praten met mijn vriendinnen en ouders. Uiteindelijk ben ik blij dat ik het heb afgemaakt. Nu is het goed afgesloten.”

Veranderde jij zelf door Margreets overlijden?
„Haar sterven raakte me enorm. In de kerk was het soms best lastig, als er van de kansel klonk dat je jong kunt sterven. Dat had ik van dichtbij meegemaakt!

Omdat ik bezig was met het profielwerkstuk, leek het haast een soort toeval dat de eindtijd zó dichtbij kwam. Maar toeval bestaat natuurlijk niet, de Heere bestuurt alles. Het is een roepstem. Ook ik had kunnen sterven, maar de Heere heeft mij nog genadetijd gegeven.”

Waarom kozen jullie zo’n serieus thema als de eindtijd?
„Het precieze moment dat we op het onderwerp kwamen, weet ik niet meer. Maar het ging er op een gegeven ogenblik over bij het vak religie, mens en samenleving; het sprak ons wel aan. We wilden weten hoe het precies komt dat de eindtijd zo weinig leeft. Waarom hoor je jongeren er onderling niet over?”

Weten jongeren wat de eindtijd is?
„Daar vroegen we ook naar in onze enquête, die we hebben uitgewerkt. Op het Calvijn College in Goes is deze ruim 600 keer ingevuld en op het Wartburg College in Rotterdam en het Van Lodenstein College in Amersfoort samen nog eens 100 keer. Het merendeel van de jongeren gaf aan het wel te weten. Maar als je dan naar de antwoorden ging kijken, relateerden ze het vooral aan de wederkomst. Dat klopt niet helemaal.

Wat de eindtijd dan wel is? De hele periode tussen Pinksteren en de wederkomst. Die wordt gekenmerkt door tekenen en oordelen die voorafgaan aan de wederkomst van de Heere Jezus.”

Praten jongeren veel over de eindtijd?
„Bijna de helft van hen praat er nooit over. Ze hebben het er wel over op het moment dat ze met het onderwerp geconfronteerd worden. Dat zal meestal niet in de pauze op school zijn, maar eerder op de jeugdvereniging, tijdens catechisatie of in de godsdienstles.”

Welk gevoel roept de eindtijd bij jongeren op?
„Vooral een bang gevoel als ze weten dat ze niet kunnen sterven. De tekenen van de eindtijd, de oorlogen en de rampen, vinden ze angstaanjagend.”

Een vijfde heeft er helemaal geen gevoel bij. Vreemd?
„Klopt. Maar daar heb ik niet verder op door kunnen gaan.”

Is de eindtijd iets waar je alleen met angst aan kunt denken?
„Er staan beloften in de Bijbel dat als je de Heere vreest Hij –ondanks alles– altijd bij je zal zijn. Dat je dan op Hem kunt vertrouwen en niet bang hoeft te zijn. Dat is natuurlijk iets positiefs, ondanks de ernstige dingen die plaats zullen hebben. Als je Hem kent en sterft, mag je ook weten dat het na de wederkomst sowieso beter wordt dan het hier op aarde was.”

Zouden jongeren meer bij de eindtijd stil moeten staan?
„Ik denk dat dat heel goed zou zijn. Dan ga je er vanzelf meer over nadenken dat je zonder God niet kunt sterven. Want voor iedereen komt er een keer een einde aan het leven. Daar kun je niet omheen. Je kunt zien aan het overlijden van Margreet dat ook jonge mensen kunnen sterven.”

Hoe kan het onderwerp beter bespreekbaar gemaakt worden?
„Uit de enquête bleek dat jongeren niet snel en gemakkelijk over het onderwerp praten. Door het meer ter sprake te brengen op catechisatie en thuis aan tafel –bijvoorbeeld onder het eten– zullen ze dat denk ik sneller en vaker doen.

Tijdens preken zouden dominees ook meer op het onderwerp kunnen inhaken door actuele dingen in het licht van de eindtijd te zetten.”

Je eindigt het profielwerkstuk met een ”Oproep tot actie”. Recht uit je hart?
„Ik wilde het pws op een goede manier afronden. En wel zo dat mensen meer na gaan denken over de eindtijd en erbij stilstaan. Die oproep kwam op dat moment in me op. Je kunt je wel druk maken om de tekenen van de eindtijd, maar daarmee kun je nog niet voor God verschijnen. Margreets sterven is een waarschuwing voor iedereen. Je moet de Heere zoeken! Leef jij alsof Hij elk moment kan terugkomen? Zie je uit naar de wederkomst? Wie weet hoe snel het einde er is!”


tekst Michiel Kerpel
beeld Calvijn College
publicatie 18 juli 2014