Tijdens het jeugdappel +16 van het LCJ in Aalsmeerderbrug konden bezoekers tussen de lezingen door kiezen uit zeven workshops. Bij een daarvan –de workshop ”Een eerlijk beeld”– moesten echt de handen uit de mouwen.
Docente beeldende vorming Bettine Eckhardt leidt de workshop in aan de hand van het beeld ”De schreeuw” van Zadkine in Rotterdam. De bronzen sculptuur stelt een menselijke figuur zonder hart voor en verwijst naar het in de Tweede Wereldoorlog door bombardementen weggevaagde centrum van Rotterdam. „Dat beeld staat symbool voor ongerechtigheid”, vertelt Eckhardt.
„Voor mij diende dit beeld als inspiratie voor deze workshop”, vertelt ze. Iedereen gaat een soortgelijke figuur maken van ijzerdraad. „Met daarin verwerkt je eigen beeld van recht of onrecht.” Ze laat een zelfgemaakt kunstwerkje zien. Een figuur van ijzerdraad. „Zoiets. Dis is een bedelaar. Hij houdt zijn hand heel overdreven op.”
De 25 aanwezige meiden gaan aan de slag. Eerst brainstormen. „Waar denk je aan bij gerechtigheid, ongerechtigheid?” „Ik heb niet veel inspiratie hoor”, verzucht iemand. Tina (22): „Waarom eerst brainstormen?” Ze popelt om te beginnen.
„Ik had gelijk een idee in mijn hoofd. Vanochtend heb ik namelijk de wallen bezocht. Als jeugdvereniging uit Damwoude kregen we een stadwandeling van Scharlaken Koord door Amsterdam. Ik was zo onder de indruk. Wat een onrecht wordt die vrouwen aangedaan!”
Niet veel later heeft iedereen een onderwerp. De lange ijzerdraden zwabberen vervaarlijk over de tafels. „Je moet oppassen voor je ogen.” Menigeen heeft ruzie met het ijzerdraad. „Lastig hoor! Het buigen van het ijzer met je vingers.” „Je ziet in ieder geval dat het een mens is. Het heeft een hoofd en twee armen”, probeert iemand haar vriendin op te beuren.
Martine (21) maakt met het ijzerdraad een ballerina. „Ik zie daarin het zorgen voor de ander. De naastenliefde. De figuur strekt de beide handen en een been uit. Zelf staat de ballerina nog maar op één been. Opofferende liefde dus.”
Naast haar zit Lisa (20). Zij koos welbewust voor deze workshop. „Vorig jaar koos ik ook voor de creatieve workshop. Goed, om na zo veel luisteren wat anders te doen. Je hoort zo veel.”
Aan een andere tafel knutselt Janine (17) aan een figuur die schopt. „Het is iemand die een trap uitdeelt en niet iemand die strijdt tegen het onrecht. Dat kun je zien aan het zwarte hart dat ik om z’n nek heb gehangen. Trappen doet pijn en is onrecht.”
Ook ds. Hoogenboom, spreker op het jeugdappel, doet mee aan de workshop. „Onrecht doen heeft er vaak mee te maken dat wij als mensen naar verkeerde dingen verlangen. Mijn figuur laat dat zien met het gat in zijn hart. Ons hart is van nature leeg en daarom stoppen we het al snel vol met vuilnis, met het afval van de consumptiemaatschappij. Vandaar het stuk sinaasappelnet dat uit het hart steekt. Augustinus zei: „Onrustig is het hart, totdat het rust vindt in God.” Weet: met de dingen van de wereld raakt ons hart nooit echt vervuld.”
Eckhardt kijkt tevreden terug over de workshop. „Het werkstuk van de dominee raakte me uiteindelijk het meest. Hij zei dat hij niet creatief was, maar zijn figuur was heel expressief. Een ander inhoudsvol werkstuk was van een meisje met twee figuren in plaats van één: twee kinderen die elkaar hielpen. Ze dacht helemaal out of the box. Eigenzinnig.” Vorm en inhoud gaan prima samen, is na afloop van de workshop wel duidelijk.