Rijden wilde ze, Jantien. Het liefst op een paard. Maar haar ouders stonden dat drie jaar geleden niet toe. Jantien was echter niet voor één gat te vangen. Geen paard voor handen? Dan maar een koe. Die zijn er immers genoeg in huize Van Soelen, omdat haar vader melkveehouder is. „Op een ezel en een kameel kun je ook rijden, dus waarom niet op een koe?”

Met zorg zocht ze een kalfje uit en begon ermee te trainen. Week in week uit, tot ze het dier na twee jaar sterk genoeg achtte om erop te gaan zitten. „Ik heb eerst het vertrouwen van het kalfje moeten winnen en er veel mee moeten lopen om het aan me te laten wennen. Als het iets goed deed, beloonde ik het gelijk om het zo te leren wat het moest doen.”
Koe rijden bestond tot die tijd nog niet, voor zover Jantien weet. Ze moest dus zelf het wiel uit­vinden. Hoe ze dat deed? „Ik heb me verplaatst in de koe en bedacht wat ik als koe leuk zou vinden.”

Kudde
Haar familie dacht dat Jantien het koe rijden wel snel voor gezien zou houden. Niets bleek minder waar. Nu, drie jaar later, heeft ze Caro, Roos, Femke, Mira, Pluis en Mo in training. Trots laat ze haar dieren zien: schoongeborsteld en blakend van gezondheid staan Pluis, Mo en Roos lekker buiten in de zon gras te kauwen. Binnen in de stal laat de roodbonte Caro met een luid „moeh” even van zich horen. Ze zwiept met haar staart om de vliegen van zich af te slaan. De drie maanden oude Mira staat in een hok bij de andere jonkies en schraapt met haar hoefjes over de grond. Femke komt nieuws­gierig naar het stalhek toe als Jantien voorbij komt lopen.
De Zeeuwse tiener is dol op haar koeien. „Als ze ziek zijn, ben ik er als een malle bij. Dan zet ik ze direct apart en worden ze helemaal vertroeteld. Pas is Roos nog zes maanden goed ziek geweest door een stukje blik dat in het weiland lag. En dat terwijl ze toen net drachtig was. Heel vervelend.”

Impulsief
Jantiens koeien weten inmiddels uitstekend wat er van ze verwacht wordt. Ze kunnen dressuur rijden op wedstrijd­niveau. Soms neemt ze een aantal van de dieren mee naar een show om anderen te laten zien wat haar koeien allemaal kunnen. „Koeien zijn echt niet dom. Ze leren sneller dan paarden, vind ik. Al zijn ze natuurlijk minder elegant en sneller moe.”

De meeste shows lopen goed. Bezoekers staan er vaak versteld van wat Jantien met haar koeien kan bereiken.

Toch gaat het niet altijd volgens plan. Jantien vertelt hoe haar show op een wedstrijd voor dressuurpaarden onlangs in het water viel door een impulsieve actie van Mo. „Mo, Pluis en Mira stonden achter dranghekken terwijl ik langs ze liep op weg naar de trailer om me om te kleden voor de show. Mo zag me lopen, sprong over het dranghek en vloog door allerlei tentjes heen over het terrein. Toen ze gevangen was, had ze geen energie meer voor de show. Dat was een teleurstelling. Ik had drie maanden met haar geoefend, twee uur gereden om bij de show te komen, en in vijf minuten had ze alles verprutst.”

Gevaarlijk
Al dat trainen met haar koeien is niet helemaal ongevaarlijk voor Jantien. „Als een koe er eenmaal vandoor gaat, krijg je haar niet meer stil. Ze blijft doorrennen tot je er af ligt.” Daarom gaat ze ook nooit trainen zonder een beschermend vest aan te doen.
De Zeeuwse tiener kan een ongeluk echter niet altijd vermijden. Zo is ze een keer hard van Mo gevallen. „Ik had haar net zadelmak gemaakt en ging met haar rijden. Op de terugweg naar de stal begon ze aan een rodeo. Ik heb het zes minuten volgehouden om op haar te blijven zitten terwijl ze de raarste sprongen maakte. Op een gegeven moment ging ze heel laag over de grond en ben ik 5 meter met mijn enkel over de grond gegleden en vervolgens gelanceerd. Ik kreeg ook nog eens twee trappen in mijn rug. Toch ben ik met veel pijn weer op haar geklommen en terug naar huis gereden. Dat moet. Voor jezelf, omdat je anders bang wordt. En voor Mo, omdat ze anders weet hoe ze me van haar rug af moet krijgen.”

De koe bedoelt het niet kwaad met zo’n actie, weet Jantien. „Mo was gewoon in een heel vrolijke stuiterbui. Ze was blij dat ze de wei in kon.”

Aandacht
In de winter laat Jantien haar koeien grotendeels met rust,: „dan hebben ze vakantie.” Maar in de zomer is ze uren per week met ze bezig: wassen, borstelen, ver­zorgen, lopen en trainen.

Haar goede zorgen voor haar koeien doen niet alleen de dieren goed, maar hebben ook voor Jantien vruchten afgeworpen. Haar ouders zijn overstag: ze krijgt deze zomer een paard.

Of ze nu het koe rijden voor gezien gaat houden? Zeker niet, denkt de boerendochter. „Het koe rijden is een mooie manier om te laten zien dat een koe meer is dan een grasmaaier en een melkmachine.”

Mogelijk gaat ze in de toekomst lesgeven in het koe rijden. „Maar ik wil eerst mijn school af­maken. Daarna hoop ik thuis mee te gaan werken in het boeren­bedrijf. En als ik vind dat ik er klaar voor ben, wil ik het bedrijf van mijn vader overnemen.”