Vanaf nu behoor ik tot de categorie arme studenten. Vanaf nu snuffel ik op rommelmarkten en koop ik alleen nog producten van een huismerk en dan het liefst in de aanbieding. Ja, verbijsterend gehaaid knibbelt Van Bijsterveldt aan onze studiefinanciering. Dus wat rest mij dan om in dit bijna-kraakpand te kruipen?
Maar ons paleis is het mooiste van heel Nederland. Ons bad is ongetwijfeld het bijzonderste bad van de stad. En de naam van ons huis smaakt als de zomer.
Meteen de eerste keer dat ik hier kwam, was daar de klik. Ons huis –want zo heet dat nu– wordt bewoond door vijf dames en een heer. Toen de deur openzwaaide staarde ik de heer aan en ik voelde: hij is de fractievoorzitter van dit huis. Vandaar die oranje vloertegels.
Ergens hoor ik een deur slaan. De hartslag van de stad gaat zelfs diep in de nacht onverminderd door. Even glip ik de gang op. Even weer zie ik de oud-partijleider die daar op de wand de deur van ons pand bewaakt. Verbeeld ik het me nu of heeft ome Bas zijn ogen zojuist echt gesloten?
tekst Henrieke van Dam