Nog meer trok het mijn aandacht dat zij die vraag allemaal zonder blikken of blozen met ja beantwoordden.
Wat hebben deze politici dat ik niet heb? Of is het een bewijs temeer dat politici goed kunnen liegen en veel te lange voelsprieten hebben voor wat de kiezer graag wil horen? Want stemmen doen we natuurlijk op iemand die lekker in z’n vel zit. Achter een ‘loser’ lopen we niet graag aan.
Ben ik een ‘loser’? Is de psalmist die al de dag in het zwart gaat een ‘loser’? Zijn christenen die nog zó te strijden hebben met zonde, duivel, eigen vlees, armoede, ziekte en ellende ‘losers’?
Horen zij eigenlijk geen blije, gezonde, weldoorvoede mensen te zijn, die meer dan anderen geluk ervaren?
Wat een gedachten roept zo’n simpele ja/nee-vraag op. Verwarring ook. Maar heel verhelderend vond ik een uitvoering van het geestelijke lied â€Ga niet alleen door ’t levenâ€. En dan vooral de passage: â€Er is zo veel te klagen, er is zo veel geween, laat Eén u sterkte gevenâ€.
Te somber? ’t Is wel de lijn van de oude Mozes in Psalm 90. Gelukservaringen in een brandende, ondergaande wereld – we moesten er maar voorzichtig mee zijn. Te midden van zonde, dood, armoede en ellende houden we de realiteit in het oog: â€Repos ailleurs†– de rust is elders.