De ramp in Japan leent zich niet voor een leuke column, wel voor een relativerende.
Al snel na de verwoestende tsunami, die vele duizenden Japanners het leven kostte, lieten de Nederlanders van zich horen. Dit keer geen Giro 555, maar een protest tegen kernenergie. Daar bleef het niet bij. De media overspoelden ons met experts die ons bewust maakten van de grote gevaren van kernenergie.
Voor het gemak werd over het hoofd gezien dat onze huidige verslaving aan kolencentrales nog veel gevaarlijker is. Tegenwoordig overlijden er jaarlijks 2000 mensen in kolenmijnen. Een Amerikaanse hoogleraar schat het aantal doden als gevolg van de luchtvervuiling door kolencentrales zelfs op 100.000 per jaar. Ter vergelijking: Tsjernobyl, de grootste kernramp uit de geschiedenis, kostte zeker 2000 mensen het leven. In Fukushima zullen er hooguit enkele mensen aan de gevolgen van straling overlijden.
Ook werd over het hoofd gezien dat veel 'groene' energie, het alternatief voor zowel de kerncentrale als de kolencentrale, wordt opgewekt in de kolencentrales die zo schadelijk zijn voor het milieu. Weet u wat die energie groen maakt? In plaats van kolen wordt er gebruikgemaakt van bijvoorbeeld houtsnippers als brandstof. Ik noem het een marketingtruc.
De Japanners zullen zich voortaan wel twee keer bedenken voordat ze weer een kerncentrale gaan bouwen. Het is te hopen dat de Nederlanders zich voortaan wel twee keer bedenken voordat ze na een tsunami gaan protesteren tegen kernenergie.