-

Maandag 9 juli Lukas 21:20-33 Mag jij omhoog zien en je verlossing verwachten?

Lukas 21:25: „En er zullen tekenen zijn in de zon, en maan, en sterren.”

De sterren vertellen niets over jouw persoonlijke toekomst. Laat je op die manier niets wijs maken. Dat is bluf. Bedrog. Toch vormen tekenen in de sterren voorboden van Christus’ wederkomst. Lukas tekende uit Jezus’ mond op: „Er zullen tekenen zijn in de zon, en maan, en sterren” (Lukas 21:25). Markus was uitvoeriger in de weergave van de woorden van de Zaligmaker. Hij zei: De zon zal verduisterd worden. De maan zal niet meer schijnen. De sterren zullen uit de hemel vallen (Markus 13:24,25).

Hoe ziet de samenleving er uit, als dat gaat gebeuren? Jezus voorzei dat angst, bangheid, benauwdheid de toon gaan zetten onder de volken, als die tekenen in de zon, maan en sterren komen. Mensen durven geen besluiten meer te nemen. Ze raken vol twijfel. Ze hebben geen moed om te leven. Hun hart is vol vrees en verwachting van vreselijke dingen die de aarde gaan overkomen (Lukas 21:25,26). Zal ik, zul jij dat meemaken? Zei Jezus dat alles om ons bang te maken? Nee. Hij had een andere bedoeling.

Want tegen wie sprak de Zaligmaker? Hij richtte Zijn woord tot Zijn vrienden (Lukas 20:45). Ter bemoediging. Als je die tekenen ziet, zei Hij, kijk dan omhoog. De „verlossing is nabij” (Lukas 21:28). Jij zegt: „Wat? Verlossing?” Ja! Toch! Maar alleen als je God lief hebt en de zonde hartstochtelijk haat, kun je er iets van begrijpen. Voor de gelovige discipelen wachtte in de hemel een heerlijke erfenis (1 Petrus 1:3). En die vreselijke tekenen vormden een voorbode van hun verlossing van zonde, ongeloof, de duivel en alle strijd en kwaad (Romeinen 8:23).

Maar als je nooit last hebt gekregen van al die vijanden –zonde, ongeloof, de duivel– valt er weinig goeds te verwachten. De terugkomst van de Heere Jezus op de wolken des hemels (Lukas 21:27) is catastrofaal voor wie God haat of negeert. Dan zul je zelf vallen. Misschien wel als een ster. Zo sprak de HEERE ook over het failliet, de ondergang van de ogenschijnlijk niet klein te krijgen koning van Babel. „Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, o morgenster… hoe zijt gij ter aarde neergehouwen” (Jesaja 14:12).

Paulus schreef: „Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof” (2 Korinthe 5:11). Mag jij omhoog zien en je verlossing verwachten?

-

Woensdag 11 juli Mattheüs 2:1-12 Gaat het jou, net als de wijzen, om de Opperste Wijsheid?

Matthéüs 2:2: „Wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten.”

In godsdienstig opzicht komt er niet veel goeds uit het Oosten. Oosterse sekten en stromingen kregen invloed in Europa. Hare Krishna. Transcendente Meditatie. Yoga. Zen-boeddhisme. Mensen proberen zichzelf op te werken tot God en geluk. Wat een armoe. Wat een leegheid. Bileam was trouwens óók zo’n schuinsmarcheerder uit het Oosten. Hoewel hij Christus’ ster had gezien (Numeri 24:17), deed hij veel kwaad. Hij gaf koning Balak van de Moabieten de raad om de Israëlieten tot afgoderij te laten verleiden door verboden vrijpartijtjes met vrouwen uit Moab (Numeri 25:1; 31:16; Openbaring 2:14).

Je zegt: „U kunt wel afgeven op Oosterse sekten. Maar er is in de kerk óók een heleboel mis. Ik lijd óók onder wat ik om mij heen zie in de christelijke gemeente waar ik bij hoor! En op de werkvloer gebeuren eveneens gekke dingen. Ik zie egoïsme. Liefdeloosheid. Gemenigheid. Christenen houden zich in de kerk niet zelden bezig met zonden. Om maar niet erger te noemen: Carrièredrang. Eerzucht. De begeerte om vooraan te zitten, zoals de Farizeeën en de Schriftgeleerden (Matthéüs 23:6). Wat heeft de kerk mij nou nog te bieden?” Ik zeg het kort en met eerbied: Het Licht der wereld is in de aanbieding! (Jesaja 55:1).

De zogeheten wijzen uit het Oosten kregen daar oog voor. Zij hielden niet stil bij misleidende Oosterse sekten. De bedrieglijke Bileam bleek hun blik niet gevangen te houden. Zij lieten zich niet verlammen door verdriet over heidense godsdienst in hun omgeving. Zij zagen de ster van Christus. Zij trokken naar Jeruzalem om Hem te aanbidden (Matthéüs 2:2). Toen zij Koning Herodes bezocht hadden, ging die ster hen voor naar Bethlehem (Matthéüs 2:9). Dus dat was geen gewone ster, maar een bijzonder geschapen licht. Net als de vuurkolom voor het volk Israël. Bileams woord over de ster zou die wijzen trouwens beïnvloed kunnen hebben.

Er is een heleboel religieuze beroerdigheid. En christenen blijven in de kerk niet altijd vrij van verkeerde godsdienstige of wereldse invloed. Maar wie net zo wijs is als die mensen uit het Oosten, blijft niet bij al die narigheid staan. Zij kwamen. Ootmoedig. Om Hem eer te bewijzen. Leerde jij al schuldverslagen de Zaligmaker te aanbidden? Zijn wijsheid komt van boven. Bij God vandaan. Gaat het jou, net als de wijzen, om de Opperste Wijsheid? (Spreuken 9:1).

-

Vrijdag 13 juli Judas:3-13 Verdiep je niet in dwalende sterren.

Judas:13: „Dwalende sterren.”

De apostel Johannes noemde de opzieners, de ambtsdragers in de christelijke gemeenten in Klein-Azië sterren (Openbaring 1:20). Want zij behoorden in hun ambtelijk werk het Licht van Christus te weerspiegelen (Maléachi 4:2). Maar er kan veel mis gaan met dat ambtswerk. Judas sprak daarom in zijn brief over ”dwalende sterren” (Judas:13). De brief behelst vermaning. Zij richt zich tegen dwaalleer.

Misschien vind jij ook dat je dominee of wijkouderling teveel pleit voor de waarheid. En tegen valse leer. In onze postmoderne cultuur moet je maar liever iedereen laten geloven waar hij zin in heeft. Maar je hebt Judas niet altijd mee in die houding. Aan de nachtelijke hemel vallen diverse dwaalsterren te zien. Zwervende planeten die een poosje schijnen en op den duur in het donker verdwijnen. Zij veranderen voortdurend van plaats ten opzichte van de vaste sterren. Die vaste sterren blijven –in relatie tot andere sterren– op dezelfde plek. Judas vergelijkt de mensen die niet zuiver in de leer zijn met zulke dwalende sterren.

Niet genoeg kan Judas de christenen aan wie hij schrijft waarschuwen tegen de dwaalleraars.

Zij doen zich mooi voor. Maar in feite hanteren zij een onchristelijke leer. Zij leiden een onchristelijk leven. Grote woorden gebruiken zij. Zij geven hoog op van hun geestelijke vrijheid. Maar zij misbruiken die vrijheid tot ongebondenheid. Wellust, zucht naar geld en werelds gewin zijn hun drijfveer. Zij propageren dat mensen de vrije teugel geven aan hun menselijke begeerten. En tegelijk verkondigen zij dat Gods genade bijzonder groot is. Zo veranderen dwaalleraars genade in een vrijbrief om door te gaan met zondigen (Judas:4) .

„Fout”, zei Judas. Dat soort mensen zijn „vlekken in uw liefdemaaltijden” en „waterloze wolken” (Judas:12). Hij durfde. Je moet tegenwoordig vooral iemands persoonlijke integriteit niet aantasten. Want dan heb je het gedaan. Maar de Bijbelschrijvers zeiden waar het op stond. Kort samengevat: De zuivere leer moet vergezeld gaan van een leven volgens Gods liefdewet. Dat is Judas’ uiterst actuele boodschap.

Misschien krimp je –net als ik– ineen van schrik. Ik leef zo heilig niet. Jij wel? Gelukkig, als je daar erg in hebt gekregen. Want dan mag je ook een beroep doen op Gods genade. Judas schreef immer over God „Die machtig is u van struikelen te bewaren en onstraffelijk te stellen voor Zijn heerlijkheid in vreugde!”

----

Zaterdag 14 juli Daniël 1 Tien keer wijzer dan een heidense sterrenkijker.

Daniël 1:20: „En in alle zaken van verstandige wijsheid, die de koning hun afvroeg, zo vond hij hen tienmaal boven al de tovenaars en sterrenkijkers, die in zijn ganse koninkrijk waren.”

Je kunt nog niet praten over de Verenigde Staten van Europa. Zover is het nog niet. Maar het zou gek gaan, als je binnenkort zou horen dat Frankrijk Duitsland de oorlog verklaart. Of dat Engeland tot een vijandelijke invasie in Denemarken besluit. Dat is allemaal ondenkbaar. Maar in de tijd van Daniël lag dat anders. Koning Nebukadnezar uit Babel veroverde Jeruzalem (2 Koningen 24:14). En hij liet een paar knappe jongens selecteren, prinsen. Die moesten na een jaar of wat die heidense koning als pages dienen (Daniël 1:4).

Was dat een eer? Het was ook vernederend! Daniël, Hanánja, Misaël en Azárja moesten zo’n beetje bediende worden van Nebukadnezar. Als jij ooit iemand met ‘blauw bloed’, een prins, als butler of barkeeper zou krijgen, verhoogt dat jouw status. Want die dure mensen zijn je knecht. Er is nog iets anders. Koning Hizkia had een eeuw geleden zijn schatten liet zien aan Berodach Baladan, de koningszoon uit Babel (2 Koningen 20:13). Jesaja zei toen: mensen uit jouw nageslacht zullen ooit dienen als hoveling in Babel. God voerde nu die oude straf uit.

Maar let nou eens op wat er gebeurde. Hizkia had gezondigd. Hij had voor enige tijd z’n vertrouwen op Babel gesteld. God vervulde de in het vooruitzicht gestelde tuchtmaatregel. En bleek dat toen volstrekt catastrofaal voor die vier jongens? Werd dat hun ondergang? Nee! Al lang voordat de apostel Paulus zijn brief aan de christelijke gemeente te Rome schreef, zie je hier iets van die inhoud in vervulling gaan. Wat dan? Dit, dat „degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk degenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn” (Romeinen 8:28).

Die jongens werden op een heidense manier in de watten gelegd. Zij moesten er na een paar jaar uitzien als een goudhaantje. Ze leerden natuurlijk de taal van Babel. Dat kon geen kwaad. Maar zij weigerden zich aan de passen aan de heidense eet- en leefgewoonten. En wat moest Nebukadnezar uiteindelijk concluderen? Dat zij tien keer wijzer waren dan „al de tovenaars en sterrenkijkers, die in zijn ganse koninkrijk waren” (Daniël 1:20). Een sterrenkijker was natuurlijk niet iemand die een telescoop hanteerde. Hij trok de horoscoop. Hij voorspelde de toekomst.

Hoe zou jij dat aangepakt hebben? De vreze des HEEREN is de oorsprong van alle wijsheid. (Spreuken 9:10).


-

Zondag 8 juli Genesis 1:1-16 Je moet de sterren niet aanbidden, maar God de Schepper.

Genesis 1:16: „God maakte… ook de sterren.”

Sta jij soms ook stil naar boven te kijken in de avond of de nacht? Naar de betoverende pracht van de sterren? David deed dat ook al (Psalm 8:4). En Elifaz (Job 22:12). Wie de Heere niet kent of erkent, aanbidt de Schepper niet. Bij gebrek aan beter vereren sommige mensen dus de zon, de maan en de sterren. Wie God kwijt raakte, probeert immers vaak ergens iets te vinden als alternatief. Zo komen heidenen ertoe hemellichamen als zodanig te verafgoden. Ten onrechte. God heeft ze geschapen. „God maakte… ook de sterren” (Genesis 1:16).

Een mens is, vergeleken met de zon, maan en sterren, een piepklein schepseltje. Niet voor niets zei de profeet dat zelfs de volken niet slechts „een druppel van een emmer en een stofje van de weegschaal” zijn (Jesaja 40:15). Wat een verschil met die gigantische sterren. Toch voorspellen sommige mensen de toekomst uit de stand van de sterren. Je vindt dat volop op internet. En in de krant. „Lees uw week of daghoroscoop op Telegraaf.nl. Wordt dit een week met geluk of pech? Gaat u de liefde van uw leven ontmoeten of maakt u een mooie stap in uw carrière?”

Laten alleen heidenen hun horoscoop trekken? Of doe jij dat ook? Heeft God daar dan de sterren voor gemaakt? Kom nou! De Schepper waarschuwde Israël al: Hef je ogen niet op naar de hemel om je voor de zon, de maan en de sterren te buigen en hen te dienen (Deuteronomium 4:19). God stak de spot met mensen die uit de sterren de toekomst voorspelden: „Laat ze u verlossen van die dingen, die over u komen zullen” (Jesaja 47:13). Gedraag je niet als een heiden, zei een andere profeet. „Ontzet u niet voor de tekenen van de hemel” (Jeremia 10:2).

God bestuurt door de dienst van zon en maan dagen en nachten, zo schreef de Geneefse reformator Calvijn. „Weg dus met de dwaasheid van Plato, die aan de sterren verstand en begrip toeschrijft.” Calvijn zei: „God bezit ze als Zijn wagenmenners, die op elke tijd het nodige licht aanbrengen.” God maakte de sterren (Genesis 1:16). Voor christenen vormt de stand van de sterren eenvoudig een teken van seizoenen, dagen en uren. „O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde!” (Psalm 8:10).