-
Maandag 1 oktober
Een machtige Heere. Johannes 2:7-12
Ongeveer 600 liter water wordt in één ogenblik veranderd in wijn. Dat is het beginsel van Jezus’ tekenen. Zijn wonderen bewijzen Zijn woorden. Hij laat niet alleen hóren Wie Hij is, Hij laat het ook zien. Alleen moet je er wel oog voor krijgen.
In elk wonder is te zien Wie Hij is. Maar zie je het? Zijn je ogen door wederbarende (Joh. 3:3) genade geopend? Heb je oog voor het Koninkrijk der hemelen, voor de Koning en voor Zijn werk? Want het gaat in Zijn woorden en daden om hetzelfde, namelijk het openbaren van Zijn heerlijkheid.
Dit woord ‘heerlijkheid’ gebruikte Johannes ook al in zijn inleiding (Joh. 1:14). Dit wil hij steeds laten zien in zijn Evangelie. ‘De heerlijkheid des Heeren’ omscheen de herders in de velden van Efratha. Deze heerlijkheid openbaarde de Heere boven het verzoendeksel van de ark. Het wil zeggen: Gods genadige tegenwoordigheid in Christus, waardoor God alle eer krijgt. In recht en genade. Kijk, en dat zagen de discipelen nu op de bruiloft. Ze zagen verder dan de wijn. Anders dan de gasten die zelfs dronken van de wijn zich erover verwonderden. Maar zij zagen niet. Wat erg. Zó dicht bij de openbaring van Christus’ heerlijkheid en toch blind. Of … is het bij jou ook zo? Wat een onderscheid. ‘En Zijn discipelen geloofden in Hem …’ En dat bruidspaar? En de ceremoniemeester, de bedienden? En de gasten? We weten het niet. Maar zie jij Zijn heerlijkheid?
-
Woensdag 3 oktober
De Heere kijkt dwars door je heen. Johannes 2:23 - 3:3
De laatste verzen van Johannes 2 tonen ons het eerste verblijf tijdens Jezus’ openbare ambtelijke dienst. Het Evangelie van Johannes is aanvullend bedoeld vergeleken met de andere drie evangeliën. Jezus doet in Jeruzalem tijdens de paasdagen veel wonderen. We weten niet precies welke. De samengekomen pelgrims in de Godsstad zijn daarvan diep onder de indruk. Zo zelfs dat er ‘velen in Hem geloofden’ (vs. 23). Dat is toch wel een reden om blij te zijn. En geloof is toch geloof? Of toch niet?
Johannes vervolgt met de woorden: ‘Máár Jezus …’ Jezus blijft op een afstand. Hij kijkt het eens aan. Daarvoor worden twee redenen genoemd. Allereerst ‘omdat Hij hen allen kende’. Zijn ogen doorgronden de enthousiaste ‘gelovigen’. Vervolgens lezen we: ‘En omdat Hij niet van node had dat iemand getuigen zou van de mens, want Hij Zelf wist, wat in de mens was’ (vs. 25). Hij gaat niet af op de buitenkant, maar Hij ziet ons hart aan. Is daar in het hart de wortel van het echte geloof? Dat is de wedergeboorte. Zou het ‘toevallig’ zijn dat Johannes verdergaat met ook zo’n mens die de wedergeboorte mist, al schijnt de buitenkant er best aardig uit te zien? De uitdrukking ‘laat het maar eens overwinteren’ getuigt dus niet van liefdeloosheid of van wantrouwen, maar van ernst met deze praktijk van de Zaligmaker Zelf. Ben jij er blij mee dat Hij je doorgrondt?
-
Vrijdag 5 oktober
Ongekende liefde. Johannes 3:11-16
In het onderwijs dat de Heere Jezus aan Nicodémus geeft, gaat het om drie dingen: wedergeboorte, geloof en de bevindelijke kennis van de Middelaar als vrucht van het geloof. Christus verklaart (Joh. 1:18) de liefde van God, geopenbaard in Zijn enig Kind Jezus. In deze liefde ligt alleen het leven en daarbuiten is alleen maar de dood. Jezus spreekt over een proces van ontbinding dat ‘verderven’ genoemd wordt. Langzaam maar zeker gaan we van nature de ondergang tegemoet.
Deze liefde van God is gericht op de ‘wereld’. Dat wil zeggen: op al het geschapene dat door de diepte van de val en de crisis heen zal worden tot de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. In deze liefde zullen allen delen, die in de weg van wedergeboorte en geloof de Zaligmaker leren kennen. Alleen de geloofsband aan de Middelaar is de weg van verlossing van het vreselijke verderf dat wij over ons aan het halen zijn. Wat een wonderlijke, eeuwige, soevereine liefde is dat toch! Voor mensen die niets anders doen dan hun eigen verderf uitwerken. Zie je dat je bezig bent met verderven? Zie je dat je je eigen ondergang aan het bewerken bent? Zie je wat je eigenlijk verdient: het eeuwig verderf? Dat je de dood liever hebt dan het leven? Wat is de mens toch. Nóg wordt je de eeuwige liefde van God voorgehouden. Liefde voor haters van God en het Leven.
----
Zaterdag 6 oktober
Woord en wandel. Johannes 3:17-21
Nicodémus luistert stil naar de woorden die door Christus tegen hem en jou gezegd worden. De Redder bedoelt niet je ondergang, maar je verlossing. Maar Hij is ook de Rechter Die terugkomt op de laatste dag. Het rechtvaardig oordeel van God spreekt Hij nú al over ons uit. Alleen wacht het nog op de uitvoering. In die tussentijd mag jij dit genadewoord nog horen. Waarom zijn we eigenlijk al veroordeeld? Lees vers 19 tot 21 maar. We hebben de duisternis liever dan het licht. We zijn als nachtuilen die het liefst in de duisternis verkeren. We zijn als misdadigers die voor hun kwade werken het liefst hebben dat het lang donker blijft. Dan kunnen ze doorgaan met hun duistere praktijken. Als we de werken der duisternis liefhebben en de vorst der duisternis volgen, kán het toch niet anders dan dat we eindigen in de eeuwige duisternis? Zeg nu zelf … dat is toch rechtvaardig? Maar wanneer je de waarheid gaat liefhebben, de waarheid van het Woord en de eerlijke prediking, dan zoek je ook waarheid in je binnenste. Wanneer je ‘uit God’ (vs. 21) geboren wordt, blijkt dat in hart en wandel. Dan kán het niet anders dan dat je tot het Licht komt, namelijk tot Jezus. Hij werkt het licht, Hij is het Licht en heet het Licht. Dan word je wáár voor God en mensen. Hij zoekt jouw behoud (vs. 17).
-
Zondag 30 september
De Heere op de bruiloft. Johannes 2:1-7
Waarom zou de Heere Jezus Zijn eerste wonderteken niet op een begrafenis verricht hebben, maar op een bruiloft? Omdat Hij niet alleen gekomen is tot troost in het stérven, maar ook in het léven. Bovendien wil Hij de goede scheppingsinzetting van Zijn Vader eren. Hij wil op de bruiloft zijn en in het huwelijk tonen Wie Hij is. Hij wil er werken. Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Wat verzondigd ligt, wil Hij herstellen. Wat allemaal tekort is, wil Hij vervullen. Daarom moet je bij belangrijke kruispunten op je levensweg altijd maar vragen: ‘Heb ik de Heere gevraagd? Wil Jezus er ook zijn? Zou Hij Zich er thuis voelen?’
Met in ieder geval Zijn vijf discipelen uit Johannes 1 gaat Hij naar de bruiloft in Kana. Ook Zijn moeder is er. Al heel gauw blijkt er zorg en gebrek binnen dit pasgesloten huwelijk. Er is niet voldoende drinken om de gasten voor te zetten. Wat een schande! Het schijnt iets kleins. Maar dat is het niet. Zeker niet voor Jezus. Voor Hem is nooit iets te onbelangrijk. Trouwens, ook niet te groot. Dan moet jij maar niet te groot zijn om alles, werkelijk alles, Hem voor te leggen. Alleen de woorden ‘ze hebben geen wijn’ zijn voor Hem genoeg. Soms schijnt het dat Hij je afwijst, maar Hij doet dat om je op de proef te stellen, om te blijven uitzien. Hij zál tonen Wie Hij is. ‘Gans hulpeloos tot Hem gevloden, zal Hij ten Redder zijn.