Maandag 30 juli
De Zaligmaker was er al veel eerder dan de zonde. {Johannes 1 vers 1 tot 18#http://www.statenvertaling.net/bijbel/joha/1.html}: ”In den beginne was het Woord.”
”In den beginne schiep God de hemel en de aarde” (Genesis 1:1). Dus de Heere maakte de hemelen en de aarde uit niets (Hebreeën 1:10). En Hij gaf die aarde haar in vaste banen bewegende positie in het heelal. Valt er ook iets te zeggen over wat er vóór die geschapen tijd tot stand kwam? Ja! Paulus schreef over mensen die God ”heeft uitverkoren voor de grondlegging der wereld” (Eféze 1:4). Dus al vóór de schepping concreet gestalte kreeg, was er sprake van Gods ”welbehagen in mensen” (Lukas 2:14). Vóór het scheppen van Adam en Eva. Vóórdat de sprekende slang kans zag die twee mensen te verleiden.
Wanneer kwam Gods liefde, Zijn welbehagen in mensen, uitverkoren vóór de schepping (Eféze 1:4) aan het licht? Niet direct tijdens de schepping. Want toen was er nog geen sprake van zonde. Toch vormde de schepping een begin. Kort nadat de tijd was geschapen, begon God Zijn welbehagen te openbaren. Wanneer? Direct na de zondeval. Toen zei God: ”Ik zal vijandschap zetten tussen uw zaad en tussen haar zaad” (Genesis 3:15). ”Uw zaad”, dat was het kwaad gebroed van de duivel (Johannes 8:44). Maar ”haar zaad”, de Messias, zou het werk van de duivel voorgoed afbreken (1 Johannes 3:8).
Had God –met eerbied gezegd– al zó gauw na de zondeval een oplossing bij de hand? Wist Hij zó snel een middel te bedenken om de duivel een kopje kleiner te maken en de zonde te niet te doen (Romeinen 6:6). Zeker! Al voor de zondeval koesterde God Zijn welbehagen in mensen (Lukas 2:14). Er was ”in den beginne” sprake van schepping (Genesis 1:1). Maar er was nog een ander ”in den beginne”. Daarover schreef Johannes: ”In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God” (Johannes 1:1). Het Woord, Gods boodschap aan zondaren, Zijn Evangeliewoord: dat is Jezus Christus.
Dus er was al een Zaligmaker beschikbaar, toen er nog geen tijd en geen zonde was. Hij was er al, toen de zonde nog lang niet bestond en nog totaal geen gestalte had aangenomen. ”In den beginne.” Heb jij je daar wel eens over verwonderd? Misschien zeg je: ”Nou, best mooi hoor.” Punt! Uit! Klaar! Maar als je last hebt van je zonden, ga je het werkelijk bewonderen.
Woensdag 1 augustus
Mozes’ scheidbrief is geen optie. {Matthéüs 19 vers 1 tot 9#http://www.statenvertaling.net/bijbel/matt/19.html}: ”Van den beginne is het alzo niet geweest.”
Een familielid zegt: ”Het ging gewoon niet meer. Ze lagen elkaar niet. Ze konden niet met elkaar omgaan. Dan is het beter uit elkaar te gaan, voordat ze elkaar vermoorden!” Een ander beweert: ”Hou alsjeblieft op met dat gezeur over scheiden. Vertelt me niet telkens dat het zonde is. Ik ben uitgekeken op m’n vrouw. En tenslotte staat er in de Bijbel dat Mozes ook echtscheiding goed vond. Hij zei: Geef maar een scheidbrief!” Misschien hoor jij dat ook wel eens van kerkmensen. Zit de hen bezoekende dominee dan met een mond vol tanden? Nee!
Waar halen mensen die echtscheiding goedkeuren die scheidbrief vandaan? Zij beroepen zich feitelijk op de farizeeën. Die farizeeën beriepen zich op de wet van Mozes. Die farizeeën zeiden dat Mozes gebood een scheidbrief te geven bij echtscheiding (Matthéüs 19:3,7). Wat zegt Mozes’ wet eigenlijk? (Deuteronomium 24:1-4). Dat iemand als hij iets schandelijks vindt aan zijn vrouw haar een scheidbrief zal schrijven. In dat Schriftgedeelte staat ”zo zal het geschieden dat…” Maar dat is geen gebod. Die woorden geven slechts weer wat de gangbare praktijk was.
Dus Mozes hield zich aan de wet! ”Gij zult niet echtbreken” (Exodus 20:14). Maar de farizeeën misbruikten Mozes. Zo klopten ze aan bij de Heere Jezus. Hij zei: ”Mozes heeft vanwege de hardigheid uwer harten u toegelaten uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo niet geweest” (Matthéüs 19:8). Betekent dat woord ”toegelaten” dan dat Mozes toch wel echtscheiding toeliet? Het accent ligt in Jezus’ woorden op ”de hardigheid uwer harten”. Hij vestigde daarmee vooral aandacht op het feit dat echtbreuk zonde is. Niet op toestemming.
”Van den beginne is het alzo niet geweest” (Matthéüs 19:8). Wat betekent dat? God schiep de mens naar Zijn beeld (Genesis 1:27). Na het scheppen van Adam zei de Heere: ”Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij” (Genesis 2:18). En toen heeft God behalve het mannelijke ook het vrouwelijke geschapen: Eva. Dus de mens is ‘tweezaam’. ”Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot één vlees zijn” (Genesis 2:24). De heilige God stelde dat unieke verbond tussen één man en één vrouw in. Sleutel daar niet aan.
Vrijdag 3 augustus
Was jij de voeten van je ergste vijand? {1 Johannes 2 vers 1 tot 17#http://www.statenvertaling.net/bijbel/1joh/2.html}: ”Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt.”
”Die man deugt voor geen meter. Ik heb geen bewijzen. Maar ernstige verdenking. Hij bedriegt de boel.” Helaas kom je zulke ongemotiveerde verdachtmakingen af en toe onder christenen tegen. Ook kerkmensen blijven levenslang zondaar (Romeinen 7:15). Waardoor kenmerkt zich –als het goed is– het leven van een kind van God? Zo iemand houdt Gods geboden (1 Johannes 2:4). Hij heeft z’n naaste lief. Want ”die zegt dat hij in het licht is en zijn broeder haat, is in de duisternis” (1 Johannes 2:10). Hij gedraagt zich niet als heilige. Fout!
Was dat iets nieuws? Hadden de mensen die kennis namen van de rondzendbrief van Johannes nooit eerder gehoord dat ze God dienden lief te hebben boven alles en hun naaste als zichzelf? Natuurlijk wel. De Heere Jezus had het Zelf tegen de farizeeën en de sadduceeën verteld (Matthéüs 22:37-39). Dus de apostel verkondigde ‘de oude waarheid’. In tegenstelling tot sommige ruzieschoppers. Geen prediker, geen evangeliedienaar had hen ”van den beginne” ooit anders verteld. Maar het vlees is zwak (Markus 14:38). Slaperig. En zondig.
Christenen uit de tijd van Johannes kenden vanaf het begin het gebod tot naastenliefde. Dat ”van den beginne” is ondertussen nog iets meer dan slechts een tijdsaanduiding. Ontwikkelde Grieken, filosofen soms, hanteerden dat woord ook in de betekenis van oerbegin, principe, oorsprong. Je kunt Johannes natuurlijk niet meer vragen of hij in die uitdrukking ”in den beginne” met opzet dat woord heeft gebruikt. Maar je kunt ook zeggen: het eeuwige basisprincipe van het christelijk geloof is liefde. Liefde tot God en liefde tot de naaste.
Het was een oud en toch óók nieuw gebod. De Heere Jezus zei Zelf: ”Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt. (Johannes 13:34).
Hoe kon Johannes, hoe kun jij, hoe kan ik iets van die liefde kennen? De Zaligmaker had Zijn kinderen zo lief, dat Hij Zijn leven voor hen gaf, toen zij nog zondaars waren (Romeinen 5:8). Hij droeg de straf op het overtreden van de wet door Zijn volk. Hij onderwierp Zich aan Gods recht (Jesaja 1:27). Als jij instemt met de woorden ”wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” (1 Johannes 4:19), ga je de voeten van je vijand wassen (Johannes 13:14). Echt?
---
Zaterdag 4 augustus
Wie staande blijft, wacht een heerlijke erfenis. {1 Petrus 4 vers 12 tot 19# http://www.statenvertaling.net/bijbel/1pet/4.html}: ”Want het is de tijd, dat het oordeel beginne van het huis Gods.”
”In den beginne schiep God de hemel en de aarde” (Genesis 1:1). Daarna raakte die wereld vol zondige ellende (Romeinen 8:22). Gelukkig was ”in den beginne” ook het Woord er al (Johannes 1:1). De Zaligmaker was er al veel eerder dan de zonde. Zijn discipel Petrus had weet van dat nieuwe begin. Hij beleed zijn zonden. Dat hoort bij ”het begin van het Evangelie van Jezus Christus” (Markus 1:1). En de apostel wist ook dat in de hemel een heerlijke erfenis en zaligheid op hem wachtte. Die zou geopenbaard worden in de laatste tijd (1 Petrus 1:5).
Die ”laatste tijd” waarover Petrus schreef, was niet dezelfde tijd als wanneer ”het oordeel beginne van het huis Gods” (1 Petrus 4:17). ”Het oordeel over het huis Gods” begon al in de vroege kerk. Wat bedoelde de apostel met ”het huis Gods”? Het woord huis doelt in het Nieuwe Testament vaak op een huisgezin, een familie. Mensen die onder één dak wonen. En in figuurlijke zin gaat het dan soms over de christelijke gemeente. Gelovigen staan te boek als ”medeburgers der heiligen, en huisgenoten van God” (Eféze 2:19).
Petrus voorzei lijden en ”hitte” (1 Petrus 4:12) voor ”het huis Gods”. Hij voorzag dat het geloof beproefd zou worden op echtheid, houdbaarheid. Het oordeel, het vonnis, zou over de gemeente gaan. Trouwens: telkens weer. Ook als nu in Nederland de politiek het christenen steeds moeilijker maakt. Wie blijft God en de Zaligmaker trouw? Die beproeving zal, zei Petrus, alles wat niet echt, of onheilig is aan het licht brengen. Voor wie staande blijft, blijkt die beproeving kastijding. De Heere kastijdt degene die Hij liefheeft (Hebreeën 12:6).
”Het is de tijd, dat het oordeel beginne van het huis Gods.” Dat het oordeelt begint, betekent dat het nog niet in z’n volle hevigheid losbarst. Dat komt op de ”dag des oordeels, en der verderving der goddeloze mensen” (2 Petrus 3:7).
Petrus schreef over de ”onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is” (1 Petrus 1:4). Zou je er geen zin in hebben? Ja, maar dan moet je ook de beproeving verdragen, de kastijding. Vervolgd en verdrukt worden. Wat zei die oude bisschop Ignatius(†118) ook al weer? ”Laat vuur en kruis over mij komen. Het zij zo, als ik Jezus maar mag hebben.”
Zondag 29 juli
Komt er voor jou ooit ook een nieuw begin? {Genesis 1 vers 1 tot 27#http://www.statenvertaling.net/bijbel/gene/1.html}: ”In den beginne schiep God”
Dat kunnen geen duizend Darwins en geen tienduizend theorieën over de oerknal ongedaan maken. De Bijbel zegt nooit dat een mens iets schiep. ”In den beginne schiep God”! Hij maakte alles wat er op de wereld en in het heelal bestaat uit niets. Je zegt: ”Ongelooflijk! Bestaat er eigenlijk een betrouwbaar ooggetuigenverslag van dat scheppen?” Nee. Er zijn geen foto’s voorhanden. Er was ook geen verslaggever die alles nauwkeurig noteerde. De media houden je elk dag op de hoogte van wat op de wereld gebeurt. Maar van het scheppen geldt: Niemand was erbij.
Ik wil alles rationeel, met mij verstand begrijpen. Jij misschien ook wel. Maar God vroeg aan Job: Waar was jij, toen Ik de aarde grondde? ”Geef het te kennen, indien gij kloek van verstand zijt” (Job 38:4). Klinkt dat niet bijna een beetje sarcastisch? ”Klein mensje, wat wil jij beginnen?” Je zegt: ”Ja maar wat moet ik dan met dat onbegrijpelijke woord scheppen?” Niet redeneren, maar geloven ”dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden” (Hebreeën 11:3).
Dat geloof functioneerde dus ook nog steeds in de tijd van het Nieuwe Testament: ”Gij, Heere! hebt in den beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer handen” (Hebreeën 1:10). Opnieuw dateert de Bijbel dat scheppen ”in den beginne”. Wat betekent dat? Wat was dat voor een begin? Is dat zomaar een tijdsbepaling die duidt op: het was acht uur, of het was tien uur? Betekent dat zomaar: ’s Morgens? Of tegen de avond? Neen. Want zelfs tijd is een geschapen werkelijkheid. Als een ‘eilandje’ in de eeuwigheid.
”In het begin” begon de tijd. Probeer je dat eens in te denken. Is het niet onvoorstelbaar? Als ik, klein mensje, daarover ga denken, gaat het mij te duizelen. Bedenk echter vooral, dat er ooit een eind komt aan die ”in het begin” geschapen tijd. De hemelen, de tijd en de elementen zullen met gedruis voorbijgaan (2 Petrus 3:10). Het eind van de tijd breekt aan, wanneer de Rechter komt om te oordelen. Dan houdt alle redeneren op. Dan blijft de vraag over, of jij, of ik Petrus mag nazeggen: Wij verwachten een nieuw begin: nieuwe hemelen en een nieuwe aarde? (2 Petrus 3:13).