-
Maandag 30 april
Hoor je bij Stefanus of bij de onbesnedenen van hart? {Handelingen 7 vers 41 tot 53#http://www.statenvertaling.net/bijbel/hand/7.html} ”Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd de Heilige Geest.”
Zou jij dat durven? Net als Stefanus? Hij stond tegenover het hoogste Joodse, religieuze gerechtshof, het Sanhedrin. Dat bestond uit 71 leden, priesters en leken. De hogepriester fungeerde als voorzitter. Het Sanhedrin kon de een of andere zware straf opleggen.
En wat deed nota bene diaken Stefanus? Hij brandmerkte die rechters als ”onbesnedenen van hart en oren” (Handelingen 7:51). Hij nagelde ze aan de schandpaal door hun verzet tegen de Heilige Geest en de prediking van het Woord van de levende Christus aan de kaak te stellen.
Stefanus kende de Bijbel uitstekend. Hij typeerde de Joden als hardnekkig. Daarmee stond hij niet alleen in de traditie van Mozes. God Zelf noemde het zich tegen Hem kerende Israël al lang geleden zo (Exodus 33:5). Ook toen Stefanus tegen de gewichtige leden van het Sanhedrin zei: Jullie zijn ”onbesneden van hart en oren”, sloot hij aan bij het Oude Testament. De HEERE Zelf sprak al over het onbesneden hart van de zich onboetvaardig gedragende en aan de zonde vasthoudende Israëlieten (Leviticus 26:41). En door de mond van Jeremia hekelde God het onbesneden oren van Israël (Jeremia 6:10).
”Onbesneden van hart en oren”: Wat betekent dat? De besnijdenis was voor Israël een religieus ritueel, teken van Gods verbond (Genesis 17:10-14). De daarvoor opgeleide Joodse moheel snijdt in de besnijdenis de huidplooi weg die het uiteinde van het mannelijk geslachtsdeel bedekt. Nu zei Stefanus tegen de Joodse religieuze hoogwaardigheidsbekleders: Jullie gaan wel prat op Gods verbond; en op je besnijdenis. Maar het spreken van God dringt niet door tot jullie hart en oren! Zij zijn bedekt. Daar zit de voorhuid als het ware nog om.
Stefanus begon zijn preek voor het Sanhedrin erg vriendelijk: ”Gij mannen broeders en vaders, hoort toe” (Handelingen 7:2). Werd hij nu aan het slot van zijn toespraak hatelijk? Keerde hij zich gefrustreerd en gestresst tegen het gerechtshof? Nee. Hij deed met dat ”gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren” als het ware een laatste appèl op hun geweten. Hij confronteerde hen met hun zonden. Gedrongen door de liefde van Christus (2 Korinthe 5:14). Dat accepteerden zij niet.
Hoor jij bij de onbesnedenen van hart? Dan kun je je eigen ik nog een poosje handhaven. Maar als je bij Stefanus hoort, kom je tot belijdenis van zonden. En tot Christus.
-
Woensdag 2 mei
Is je hart van steen? Of heb je een vlezen hart? {Ezechiël 36 vers 22 tot 27#http://www.statenvertaling.net/bijbel/ezec/36.html} ”Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlezen hart geven.”
Ging jouw predikant ooit op een leeg kerkhof tegen grafstenen staan preken? Natuurlijk niet. Stenen kunnen niet luisteren. Steen is dode materie. Hard. Zo is het met je hart als je God niet lief hebt. Steen kan zelfs keihard zijn. Je luistert naar een preek. Het doet je helemaal niks. Je hebt er geen enkel gevoel bij. Als de Bijbel het hart typeert als hard, wijst dat niet alleen op je onmacht, maar vooral ook op je onwil om naar God te luisteren. Eens?
Soms duidt het woord hart in de Bijbel op levenskracht. Abraham zei tegen zijn bezoekers: ”Ik zal een bete broods langen, dat Gij Uw hart sterkt” (Genesis 18:5). Maar toen de profeet zei: ”Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen” (Ezechiël 36:26) doelde hij op het hart als de zetel van je wil, je begeerten, je kracht. Een stenen hart, dat is, zoals Juda, leven zonder naar Gods stem te luisteren (Jeremia 9:14). Het is ”geoefend in gierigheid” (2 Petrus 2:14). Onbekeerlijk (Romeinen 2:5). Onwijs. Ongehoorzaam. Wellustig. Levend in haat ten opzichte van anderen (Titus 3:3).
Wanneer ben je blij, dat je buurman die heel grote boom in zijn tuin belooft te rooien? Nou, als die boom zoveel schaduw veroorzaakt, dat de zon helemaal niet meer in jouw tuin kan schijnen. Wanneer verheug je je erop dat God belooft: Ik zal jouw stenen hart wegnemen? Als je er last van hebt. Als je overhoop ligt met dat steen! Met je eigen onmacht en onwil om God echt lief te hebben en naar Hem te luisteren. Heb je dan genoeg aan een paar mooie woorden? Nee, je gaat bidden en bedelen. Of God je een vlezen hart wil geven (Ezechiël 36:26).
Een vlezen hart leeft. En wat leeft, kan luisteren. Een vlezen hart wíl ook luisteren. Naar God. Het wil leven volgens Gods bevelen. Het wil Zijn rechten bewaren (Ezechiël 36:27). Er is in de Bijbel ook sprake van sterfelijk, zondig vlees. Dat blaakt van bittere vijandschap tegen God (Romeinen 8:7). Steen! Maar zulk vlees bedoelde Ezechiël niet. Integendeel. Hij sprak over een vlezen hart. Dat is een door God gereinigd hart (Hebreeën 10:22). Dat is een hart vol eerlijke, broederlijke liefde (1 Petrus 1:22).
Is mijn hart van steen? Heb jij een vlezen hart?
-
Vrijdag 4 mei
Laat de satan niet toe je hart in bezit te nemen. {Handelingen 5 vers 1 tot 11#http://www.statenvertaling.net/bijbel/hand/5.html} ”Waarom heeft de satan uw hart vervuld?”
”Ananias, met Saffira, zijn vrouw, verkocht een have” (Handelingen 5:1). Mogelijk een hofstee, een soort boerderij. Want die twee mensen hielden geld achter van ”de prijs des lands” (Handelingen 5:3). Deed Ananias dat in z’n uppie? Echt niet. Hij deed het mét Saffira. Zij was medeplichtig. Ook Barnabas verkocht een lap grond. Hij stelde het geld ter beschikking van de apostelen (Handelingen 4:37). Gaf hij de hele opbrengst? Waarschijnlijk. Maar de zonde van Ananias en Saffira was niet dat zij niet al het geld gaven. Hun vergrijp was, dat ze deden alsof ze alles gaven. Zo bleken zij huichelaars.
Vind jij dat herkenbaar? Of ben je beter dan Ananias en Saffira? Als ik een woordje weglaat uit een zin, wordt net even meer aandacht gevestigd op mijn probleem. Ik kwakkelde op reis wat met m’n gezondheid. Ik vertelde dat thuis tegen de dokter. Die zei: Je hebt waarschijnlijk een lichte tia gehad, een kortdurende verstopping van een bloedvat in de hersenen. Nou dan laat je als je daarover tegen iemand vertelt die woorden ”waarschijnlijk” en ”licht” weg. Je weet dat deze of gene je dan meer beklaagt. Dat is toch hoogmoed? Duivelse huichelarij!
Het hart is het centrum in de mens van de wil, de begeerten, de hartstochten, van alle gevoelens en emoties. In het hart klopt het hele leven. Het is de drijvende oorzaak achter het menselijk doen en laten. Dus het is niet best als de satan je hart vervult. Dat betekent eigenlijk dat hij al de genoemde menselijke vermogens gaat beheersen en regeren. De Heilige Geest maakt eerlijk. Ananias en Saffira bleken echter niet vervuld van die Geest, maar van de boze geest. Petrus velt een scherp oordeel: ”De satan heeft uw hart vervuld.”
De duivel bracht David ertoe zijn onderdanen te tellen (1 Kronieken 21:1). Hij is een bedrieger. Kijk waartoe hij Ananias en Saffira bracht. Hij is de moordenaar en de leugenaar van het begin (Johannes 8:44). Hij was de vernieler en maakte Job ziek (Job 2:7). Paulus kende zijn listen: ”Zijn gedachten zijn ons niet onbekend” (2 Korinthe 2:11). Petrus tekende hem als briesende leeuw. Maar ”wederstaat hem, vast zijnde in het geloof” (1 Petrus 5:8,9). De duivel zou geen kans hebben in ons leven, als wij hem niet zelf binnenlieten in ons hart.
----
Zaterdag 5 mei
Laat je hart niet lui blijven. {Lukas 24 vers 13 tot 27#http://www.statenvertaling.net/bijbel/luka/24.html} ”O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven.”
De Emmaüsgangers waren bedroefd. Maar ze hadden het kunnen weten. Jezus was gekruisigd. Maar toen de opgestane Zaligmaker met hen over de weg wandelde, zei Hij: Zó moest het gebeuren (Lukas 24:27). Jezus was op een ezelin Jeruzalem binnengereden (Matthéüs 21:7,10). Reeds Zacharia voorzegde: ”Uw Koning zal komen… arm en rijdende op een ezel” (Zacharia 9:9). Een bende soldaten met dienaars van de overpriesters en farizeën kwam Jezus vangen (Johannes 18:3). De discipelen vluchtten (Matthéüs 26:56). Ook dat voorzegde Zacharia: ”Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder… sla die Herder, en de schapen zullen verstrooid worden” (Zacharia 13:7). Jesaja schreef: ”Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest… Hij zal de dagen verlengen” (Jesaja 53:9).
”O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven” (Lukas 24:25). Als je onverstandig bent, denk je niet na. Je hebt geen besef van wat er eigenlijk aan de hand is. Je doorziet de waarheid niet. Zo was het met de Emmaüsgangers. Zij bleven kennelijk maar dat typisch Joodse verwachtingspatroon koesteren dat de Messias het Joodse volk als natie zou bevrijden van de Romeinen (Handelingen 24:21). Zitten jouw en mijn hart zo ook niet vaak gevangen in hun eigen denken, doen en laten? Wij weten hoe het moet. En zo moet God het maar doen!
De moeder van Jacobus en Johannes, kinderen van Zebedeüs, wilde wel graag dat haar zonen in het verwachte Koninkrijk van de Heere Jezus aan Zijn linker- en rechterhand mochten zitten (Matthéüs 20:21). Maar onverstandigen en tragen van hart: Die jongens werden niet zomaar minister in dat nieuwe koninkrijk. Het schijnt soms dat het Evangelie een soort successtory is. In de zin van: ”Jezus is de oplossing voor al je problemen.” Dat is waar. Maar anders dan jij denkt.
Hoe dan? Ze moesten eerst één plant met Hem worden met Hem de dood in, om te delen in het voordeel van Zijn opstanding (Romeinen 6:5). Ook jij en ik: wij moeten vanuit de nood van ons schuldige leven oog krijgen voor de verzoening, voor het verlossingswerk van de Heere Jezus (Jesaja 53:5)? En leren dat de erfenis van een christen niet bestaat in succes of luxe baantje, maar in verdrukking (Matthéüs 24:9; Johannes 16:33). En toch? Ooit komt zo iemand thuis. Dan is het gedaan met die onverstandigheid en traagheid van hart.
-
Zondag 29 april
Je hart geven is niet iets oppervlakkigs. {Spreuken 23 vers 19 tot 26#http://www.statenvertaling.net/bijbel/spre/23.html} ”Mijn zoon! Geef Mij uw hart.”
Wie wil jouw hart hebben? De opperste Wijsheid! (Spreuken 2:20). Wie is dat? In het bijzonder de Heere Jezus. Van Hem geldt: ”Ik ben het Verstand, van Mij is de sterkte, door Mij regeren de koningen” (Spreuken 8:14-17). De typering opperste Wijsheid duidt op de Zaligmaker.
Hij vraagt je hart. Gaat het daarbij alleen om de biologische betekenis? Om het lichamelijk orgaan, de hartspier? Natuurlijk niet. Het hart is in de Bijbel de zetel van alle gevoelens en emoties. In het hart concentreert zich de persoonlijke omgang met en de liefde tot God (Jozua 22:5). In het hart klopt het hele leven. Het is de drijvende oorzaak achter het menselijk doen en laten. Het hart is in het Oude Testament de zetel van de geestelijke vermogens.
God wil jouw en mijn hart hebben. Wil dat zeggen dat wij God tevreden kunnen stellen met een oppervlakkige keus voor Jezus? Om dan vast te vertrouwen dat we straks bij de dood naar de hemel mogen? Nee. Die vraag ”Geef Mij uw hart” gaat veel dieper! De Bijbel vertelt dat het menselijke hart verduisterd (Romeinen 1:21) en voor God gesloten is (Openbaring 3:20). Dus dat ”geef Mij uw hart” betekent eerst: het hart moet open!
Misschien zag jij ooit hoe onmogelijk dat is. Omdat je besefte dat je diep van binnen eigenlijk de zonde lief hebt. Je bad: ”Heere, hoe moet dat? Aan de ene kant wil ik mijn hart graag geven. Maar aan de andere kant zie ik, hoe slecht en schuldig het is. U kunt nooit meer iets met mij te maken hebben. Ik moet als een schuldige sterven.”
Was het zó erg? Weet dan, dat God juist het hart van zulke mensen wil hebben. Wat een heerlijk ogenblik als de Heilige Geest je ogen er voor opent dat zulk bidden, zulke gedachten juist aantonen dat God je hart al heeft genomen! Hij was de Eerste.
Wat krijg je dan die opperste Wijsheid lief! Is er een liefelijker Naam, dan de Naam van Jezus? Paulus had Hem leren kennen. Hij schreef: ”Ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere” (Filippensen 3:8). Hij leerde zijn liefde, zijn tijd, zijn begeerten aan God te geven. In ruil voor de liefde van Christus…