--

Maandag 28 november 2011

De Opperste Wijsheid vraagt je hart. {Spreuken 23 vers 19 tot 26#http://www.statenvertaling.net/bijbel/spre/23.html} ”Mijn zoon! Geef Mij uw hart”

Soms hoor je zoiets als: De verte roept! Iemand vertrekt uit het ouderlijk huis naar een ver, avontuurlijk bestaan. Boeiend. Je heb echter nog nooit een woestijn, of een oerwoud, of een huis echt horen roepen. Dat bestaat niet. Maar de opperste Wijsheid roept (Spreuken 2:20). Dus dan gaat het over iemand met een stem, over een Persoon.

Over wie gaat het dan? Over de Heere Jezus. Van Hem geldt: ”Ik ben het Verstand, van Mij is de sterkte, door Mij regeren de koningen… die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden” (Spreuken 8:14-17). Zoiets kun je onmogelijk toeschrijven aan een gewoon mens. De typering opperste Wijsheid duidt op de Zaligmaker. Hij vormt een belichaming van alle wijsheid (Spreuken 9:1).

Koning Hizkia riep zijn volk op: ”Geeft de HEERE de hand, en komt tot Zijn heiligdom” (2 Kronieken 30:8). Dat was wijs. Hoe luidt de boodschap van de opperste Wijsheid? Hij zegt tegen kortzichtige, onverstandige mensen: ”Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts.” Geef Mij je hand. Eet van Mijn brood, drinkt van Mijn wijn. (Spreuken 9:4,5,6). De opperste Wijsheid roept nog meer: ”Mijn zoon! Geef Mij uw hart” (Spreuken 23:26).

De Heere Jezus, zegt tot jou: Heb Mij lief boven alles. Laat je niet beïnvloeden door het gezelschap van slechte mensen. Laat je niet verleiden tot zondige spotternij (Spreuken 2:22). Maar als Hij constateert dat je weigert Zijn raad op te volgen, gooit Hij het over een andere boeg. Ik heb je gewaarschuwd, zegt Hij. Als je niet wilt luisteren, zal ik straks met je angst de spot drijven (Spreuken 2:26).

Dus het is verstandig naar Hem te luisteren. De Opperste Wijsheid zei: ”Geef Mij uw hart”. Wat bedoelt Hij? Geef Mij je tijd en je verstand. Geef mij je liefde en je hartstochten. Geef Mij je handen, je voeten, je ogen, je oren, je leven – geef Mij alles!

Als je eerlijk bent, heb je daar –heel diep van binnen– misschien wel bezwaar tegen. Misschien kom je ook wel –net als heel veel mensen voor jou– vol schrik tot de ontdekking, tot de oprechte, maar dodelijke belijdenis: Ik wil dat alles niet geven! Vreselijk! Is het nu gedaan met je? Dat is verdiend. Maar als alle hoop je ontschiet, kun je altijd nog vragen of Hij je hart wil nemen.

--

Woensdag 30 november 2011

Soms is wijsheid handigheid of kunstzinnigheid. {Exodus 35 vers 30 tot 35#http://www.statenvertaling.net/bijbel/exod/35.html} ”De Geest Gods heeft hem vervuld met wijsheid, met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk.”

Misschien heb jij –zo zeggen we dat– gouden handen. Je bent behendig, knap in het maken van iets nieuws en je repareert met gemak wat kapot is. Een ander heeft twee linkerhanden. Hij is heel onhandig, onbeholpen. Realiseer je je dat ook je gouden handen een gave van God zijn? Die man uit de Bijbel, Bezaleël, verkeerde wel in een heel bijzondere positie. Van hem gold dat de Gods Geest hem had vervuld met wijsheid, verstand en wetenschap in allerlei handwerk (Exodus 35:30,31).

Die wijsheid van Bezaleël was niet hetzelfde als de bekwaamheid van een kunstenaar of de bedrevenheid van een techneut. Als Mozes van Bezaleël zegt dat ”de Geest Gods hem heeft vervuld met wijsheid”, betreft dat de bron van zijn vaardigheid. Het bijbelse woord voor wijsheid duidt op inzicht. Dat blijkt. Je raakt toch zeker ook diep onder de indruk van wat Bezaleël en de door hem onderwezen Aholiab (Exodus 35:34) hebben ontworpen? De tabernakel met alles wat erop, eraan en erin zat. Alle heilig gereedschap. De priesterkleding. Wat een wijsheid!

God bedeelt met wijsheid om technische ontwerpen te maken. Hij schenkt ook kunstzinnige wijsheid. Als het over de tabernakel gaat, is het trouwens moeilijk techniek en kunstzinnigheid van elkaar te scheiden. Salomo was wijs, meer dan alle Egyptenaren. En dan vertelt de auteur van het eerste boek van de Koningen direct daarna, als in één adem, dat Davids zoon drie duizend spreuken sprak en meer dan duizend liederen dichtte (1 Koningen 4:30-32). Er bestaat stellig ook een relatie tussen Salomo’s wijsheid en die spreuken en die liederen.

Een wijs man kon ook een slim plan bedenken om aan een probleem te ontsnappen. Zo ontwierp Achitofel een slim plan waardoor de tegen z’n vader David opstandige Absalom de steun en sympathie van het volk zou krijgen (2 Samuël 16:21). Denk erom dat die Achitofel de reputatie van wijsheid bezat. Zijn advies had bijna goddelijk gezag (2 Samuël 16:23). Maar God die de wijsheid geeft, bleek toch die opzet van Achitofel en Absalom van tafel te kunnen blazen.

Behalve bij Israël, viel ook onder heidense volken soms iets te vinden van die technische of kunstzinnige wijsheid. Maar je mag zulke wijsheid niet vereenzelvigen met de raad tot zaligheid van de Opperste Wijsheid. Want Zijn wijsheid is meer dan handigheid.

--

Vrijdag 2 december 2011

Wijsheid is meer dan verstand. {Psalm 90 vers 1 tot 12#http://www.statenvertaling.net/bijbel/psal/90.html} ”Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen.”

De Bijbel kent een woord voor wijsheid dat vooral duidt op wijsheid die van pas komt in het omgaan met medemensen. Toch is dat niet alleen een grote dosis weten en kennis. Wijsheid behelst inzicht. Inzicht waardoor je weet wat je in bepaalde praktische situaties moet doen of laten. De Bijbel kent ook een woord dat vooral doelt op de wijsheid van boven, vreedzaam, bescheiden, eerlijk, oprecht (Jakobus 3:17). In beide gevallen is die wijsheid gift van God.

Wijsheid is meer dan verstand. Waar zit die wijsheid? In het hart! Luister maar naar Mozes. Hij zei: ”Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen” (Psalm 90:12). Het hart is het geestelijk centrum van bezinning, begrip, inzicht en wijsheid. Op welke plek zetelde de wijsheid van koning Salomo? In zijn hart. Talloze mensen bezochten Salomo. Ze wilden de wijsheid horen, die God in zijn hart had gegeven” (1 Koningen 10:24).

Typerend voor een dwaas is dat zijn hart –en dus zijn wijsheid– ontbreekt. Als er een dwaas onderweg is, ”ontbreekt hem zijn hart”. Hij vertelt tegen iedereen die hij ontmoet dat die persoon een dwaas is (Prediker 10:3). Hij heeft niet in de gaten dat hij zijn hart mist, dat hem wijsheid ontbreekt. En hij typeert vanuit z’n eigen vermeende wijsheid een ander een dwaas.

De apostel Paulus stelde nadrukkelijk het verschil tussen verstand en wijsheid aan de orde. In zijn brief aan de christengemeente te Korinthe schreef hij over ”de natuurlijke mens” (1 Korinthe 2:14). Bedoelde hij een domme jongen? Nee! Paulus beschouwde zelfs Griekse wijsgeren, knappe koppen, intellectuelen, als natuurlijke mensen. De apostel bedoelde met natuurlijk: ongeestelijk. Hij gebruikte voor het woord ”natuurlijk” een Grieks begrip dat doet denken aan het ons bekende begrip ”psychisch”.

De Griekse wijsgeren hadden volgens Paulus veel verstand. En toch verstonden ze de ware wijsheid niet. Daarvoor is de verlichting van de Heilige Geest nodig. Die maakt een mens geestelijk. Dan gebruikt de apostel een woord dat te maken heeft met ademen, waaien wind. En dan denk je natuurlijk –in relatie tot het Pinksterfeest– aan het werk van de Heilige Geest (Handelingen 2:2). Alleen die mens is echt wijs, die geestelijk is, dus die niet blijft hangen in het schema van het aardse, wereldse denken. Wijsheid is meer dan verstand.

-----

Zaterdag 3 december 2011

Een wereldling is anders wijs. {1 Korinthe 1 vers 17 tot 31#http://www.statenvertaling.net/bijbel/1kor/1.html} ”Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken.”

Paulus leefde als Jood in de verstrooiing te Tarsen (Handelingen 9:11). Die stad vormde een knooppunt van culturen, talen en gewoonten. Zij lag –om zo te zeggen– aan de weg van Rome naar China. Paulus kende zijn tijd. Hij kwam uit een goed milieu. Anders had hij niet kunnen gaan studeren in Jeruzalem. Hij kwam in Tarsen reeds in aanraking kwam met mensen van allerlei slag.

De Grieken zoeken wijsheid, wist Paulus (1 Korinthe 1:22). Waarom deden ze dat? In de oude, Griekse beschaving was de positie van de mens in het totaal van de wereld, het universum, van groot belang. Er lag een relatie tussen die wereldbeschouwing en de wijsheid die zij zochten. En de wijsheid die zij begeerden had dus te maken met hun levensstijl. De Grieken zochten wijsheid om de juiste levenswijze te vinden. Nou, dat is lang niet dom

Paulus accepteerde best dat die Grieken een zeker mate van wijsheid hadden. Hij typeerde in zijn brief aan de christenen in Rome de Grieken als wijs. Barbaren noemde hij onwijs, onwetend (Romeinen 1:14). De Grieken waren cultuurdragers. Barbaren hadden geen weet van beschaving, ontwikkeling en kunst. Zij waren cultuurarm. Toch verwarde Paulus de wijsheid van de Grieken niet met de opperste Wijsheid. Want typerend voor de Griekse wijsheid was, dat de Grieken als het ware zelf wijsheid wilden produceren. Vanuit hun afgodendienst. Zij kenden de opperste Wijsheid, Christus, en de levende God van de Bijbel niet.

Daarom schreef de apostel dat God de wijsheid van de wijzen zou doen vergaan. God zou het verstand van de verstandigen te niet maken. God maakt de wijsheid van de wereld tot dwaasheid (1 Korinthe 1:19 e.v.).

Christus doet dat van beneden naar boven werken van die Griekse wijzen te niet. Hij wijs in Zijn Evangelie een andere weg. Het geluk, de zaligheid, de ware wijsheid komt van Boven. Wat uit de aarde voortkomt, is aards. Maar Die van boven komt, die uit de hemel komt –en dat is Christus– is boven allen (Johannes 3:31). De Griek weet in zijn vermeende wijsheid met het lage, arme, hulpeloze, met een zondaar en bedelaar geen raad. Hij veracht het. Maar God en Zijn Christus zijn bij machte om die arme zondaar uit liefde lief uit zijn vernedering en verlorenheid te redden (Johannes 3:16).


--

Zondag 27 november 2011

Ontving je de Geest der wijsheid? {1 Korinthe 3 vers 13 tot 20#http://www.statenvertaling.net/bijbel/1kor/1.html} ”De wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God…”

Je luistert met veel genoegen naar de zondagse preek. Je verheugt je over het heerlijk Evangelie. Je valt op in het kerkelijk leven vanwege je gaven. Je gaat door voor wijs! En toch blijkt het schijn (Hebreeën 6:4-6). Zo was het met Demas. Paulus noemde hem eerst in één adem met de geachte Lukas en de broeders uit Laodicéa (Kolossenzen 4:14). Later schreef de apostel dat Demas hem had verlaten. Zijn liefde voor de wereld en de heersende cultuur bleek groter dan zijn liefde tot God (2 Timothéüs 4:10).

Er zijn mensen die, zoals Demas, ooit verlicht waren (Hebreeën 6:4). Maar in hun leven bleek, dat niet alle licht van God een mens tot de ware wijsheid, tot de zaligheid leidt. Ook iemand die niet echt gelovig is, of een wereldling, kan wijs en verlicht zijn. De Heilige Geest kan mensen die geen weet hebben van zaligmakend geloof, wedergeboorte en bekering verlichten. Maar zij blijken uiteindelijk ‘anders wijs’.

Let eens op Mozes! De dochter van de farao, de Egyptische koning, adopteerde hem als haar zoon (Exodus 2:10). Egypte kende een hoog beschavingsniveau. Mozes kreeg onderwijs in alle wijsheid van de Egyptenaren (Handelingen 7:22).

Ook zulke aardse wijsheid kan een gift zijn van de Heere. En toch, schreef Paulus, valt aardse beschaving niet te vereenzelvigen met wijsheid van God. ”De wijsheid van deze wereld” zei de apostel, ”is dwaasheid bij God… De Heere kent de overleggingen der wijzen, dat zij ijdel zijn” (1 Korinthe 3:19). En de profeet Jesaja zei lang voor die tijd al over het huichelachtige Israël dat de wijsheid van zijn wijzen zou vergaan (Jesaja 29:14).

Als God echter Zijn genadige verkiezing gestalte geeft in jouw leven, roept Hij je krachtig, onweerstaanbaar, uit de duisternis tot het licht (Jesaja 9:1; Eféze 5:8). Dan geeft Christus, het Licht der wereld (Johannes 8:12), je de Geest der wijsheid. Je verstand wordt verlicht. Je ziet je zonden. Je leert ook om Jezus’ wil uitzien naar de rijkdom van de erfenis van Gods kinderen (Eféze 1:17,18).

Paulus verkondigde Christus als de Kracht en de Wijsheid van God (1 Korinthe 1:24). Dat is pas wijsheid! Die wijsheid droogt nooit op. In Christus zijn alle schatten van wijsheid en kennis verborgen (1 Kolossenzen 2:3). Hij deelt ze uit. Ontving je de Geest der wijsheid?