-
Maandag 18 maart Jozua 6:6-20 Die God leeft nog!
Huiverend kijkt Rachab uit het raam van haar huis. Vrijwel recht onder haar raam loopt een lange stoet mensen voorbij. Het gedreun van duizenden voetstappen wordt angstaanjagend ondersteund door krachtig bazuingeluid. Het volk Israël loopt vandaag voor de zevende dag op rij rondom de stad Jericho. Al zes keer zag Rachab dezelfde personen langskomen. Terwijl Rachab de rijen afspeurt of ze ergens de verspieders ziet, wappert een scharlaken koord uit haar raam. Meterslang zwiert het langs de muur. Dit koord is haar houvast. Die verspieders zullen hun woord houden! Dan klinken voor de zevende keer de krachtige stoten van de ramsbazuin. Eerst zachtjes, maar daarna steeds harder zwelt een geweldige gejuich op uit de stroom mensen onder haar raam. Jong en oud juicht met alle kracht, terwijl men verwachtingsvol opkijkt naar de hoge muur. Dan voelt Rachab hoe de metershoge muur van Jericho trilt en beeft. Met daverend geraas begint de muur af te brokkelen, te scheuren en in te storten. Aan beide zijden van haar huis breekt de stadsmuur in stukken uiteen. Angstaanjagend. Verwondert kijkt Rachab om zich heen. Haar huis staat nog! Een glimlach breekt door op haar gezicht. De God van Israël houdt Woord! Vriend, ben je in nood? Klamp je dan vast aan de God van Israël. Die God leeft nog!
Zingen: Ps. 71: 2
-
Woensdag 20 maart Matth. 17:18-21 Mosterdzaad.
Jezus kijkt niet vrolijk. “O, ongelovig en verkeerd geslacht! Hoe zal Ik nog met jullie zijn, hoe lang zal Ik jullie nog verdragen?” Boos vaart Hij uit tegen Zijn discipelen. Zojuist kwam de vader van de maanzieke knaap met zijn bezeten zoon bij de discipelen. Ze hoorden zijn verwachtingsvolle vraag, ze luisterden naar zijn verdrietige verhaal, maar ze deden niets. Ze stonden machteloos. Waarom? Omdat ze niet geloofden! Jezus pakt Zijn discipelen stevig aan: “Voorwaar zeg Ik u, zo gij een geloof had als een mosterdzaad, gij zoudt tot deze berg zeggen: Ga heen vanhier derwaarts, en hij zal heengaan; en niet zal u onmogelijk zijn.” Zo’n klein zaadje heeft niet veel kracht, maar komt toch met kracht tot leven. Niets kan het kleine mosterdzaadje garanderen dat het voldoende regen, zon en voedsel krijgt. Toch bloeit het hoopvol op. Zoals dit kleine zaadje vol vertrouwen haar kleine groene kopje in de aarde omhoog steekt, zo mag jij door het geloof je weg gaan. Je weet niet wat de toekomst brengt, wat je echter wel weet is dat de Heere in alles zal voorzien. De grote les van het kleine mosterdzaad is dat je in totale overgave leert vertrouwen op Gods goede zorg. Dat begint niet met heldendaden, maar met het ontkiemen van een klein plantje. Op hoop tegen hoop, trouw aan Christus’ belofte.
Zingen Ps. 72: 3
-
Vrijdag 22 maart Joh. 16:5-15 Zonde, gerechtigheid en oordeel.
De Heere Jezus kon niet op aarde blijven. Wellicht vond je dat als kind jammer. Als Hij wel was gebleven kon je Hem immers ontmoeten. Dan kon je zeker weten of Hij werkelijk Gods Zoon was. Dan kon je zelf de wonderen zien. Dan wist je alles uit de eerste hand. Jezus beschikte echter anders. Hij moest dwars door de dood terug naar Zijn Vader. Dankzij Zijn sterven is er een uitweg voor verloren zondaren. Voor dat Jezus vertrok liet Hij een belofte achter voor Zijn discipelen. Die belofte geldt ook vandaag nog. Hij beloofde de Trooster. De Heilige Geest. Die zou drie dingen gaan doen: de wereld overtuigen van (1) zonde, van (2) gerechtigheid, van (3) oordeel. Laat deze drie woorden eens rustig op je inwerken. Wat betekent het woord ‘zonde’ voor jou? Wat betekent het woord ‘gerechtigheid’ voor jou? Wat betekent het woord ‘oordeel’ voor jou? Zijn deze drie woorden voor jou een ernstige samenvatting van je verlorenheid? Mag je door genade zeggen dan je in Christus verzoening vond, of niet? Hoe dan ook; de Heilige Geest is het die deze woorden kracht bij zet in ons hart. Hij overtuigt van zonde, Hij confronteert met Gods gerechtigheid, Hij doet de radicaliteit van Gods oordeel ervaren. Tegelijkertijd is het Diezelfde Heilige Geest die tot leven wekt. Het is deze Geest die zondaren vandaag toeroept: “Wordt behouden!”
Zingen: Ps. 86: 8
----
Zaterdag 23 maart Jak. 1:12-18 Verzoeking doorstaan.
Perioden van verzoeking kunnen je het leven zuur maken. Het is alsof een zwarte schaduw van verleidingen over je leven valt. Kon je eerst makkelijk staande blijven in de strijd tegen bepaalde boezemzonden, nu val je keer op keer onderuit. Het is alsof de boze met je speelt als met een stuiterbal. Je stuitert rond op de onzekere vloer van je eigen gevoelens. Ver van God, verward in de zonden. Om moedeloos van te worden. Verzoeking komt niet van de Heere, toch laat Hij het wel toe. Zodra verzoekingen ons in beslag nemen komen we terecht op een helling naar beneden. Eerst vallen we voor begeerte (Jak. 1: 15), zodra die ons heeft ingepakt vallen we in zonde; en wanneer we daarin blijven rusten wordt het onze dood. Verzoeking is dus als het ware een touw dat iemand om je been slaat terwijl je in het water zwemt. Je voelt een zachte ruk, je trappelt nog wat, maar onherroepelijk ga je onder. Geen ontkomen aan. Satan is een krachtige vijand, hij zoekt letterlijk je ondergang. Toch prijst de Heere iemand die verzoekingen doorstaat. Waarom? Omdat het je beproeft. Wie beproeft is staat sterker. Hoe meer je de trekkracht van de zonde ervaart, hoe meer je teruggeworpen wordt op Christus. Bij Hem, in Zijn reinigende bloed, is verlossing. Roep Hem aan, dan moet de satan wijken!
Zingen: Ps. 103: 2
-
Zondag 17 maart Ex. 14:13-27 Door de zee.
Met honderdduizenden stappen ze voort. Kinderen, jongeren en ouderen. Tot voor kort woonden ze redelijk veilig in hun slavenhuizen in Egypte. Die tijd is plotsklaps definitief voorbij. Van het ene op het andere moment verandert het slavenvolk Israël in een nomadenvolk. Nu reizen ze beladen met goud het land uit, onderweg naar een nieuwe toekomst. Je kunt je voorstellen dat op de gezichten van verschillende jongeren een triomfantelijke grijns glimt. De wereld ligt aan hun voeten, ze zijn vrij! Tot een angstig geroezemoes door de rijen gaat. Als een golf klinkt van achter naar voren uit honderdduizenden kelen de angstige uitroep: “De Egyptenaren! Ze komen ons terughalen!” Verschrikt kijkt men naar de naderende stofwolken. Met aan beide kanten zware bergketens is er geen ontkomen aan. Wat overblijft is vluchten naar voren, maar daar glinstert de zee. Ze zitten als ratten in de val! Wellicht herken je een dergelijke situatie in je eigen leven. Je kunt niet vooruit, niet achteruit, nergens lijkt een uitweg zichtbaar. Je moet je totaal overgeven aan de Heere. Voor Israël, maar ook voor jou in je huidige omstandigheden, klinkt de stem van Mozes: “De Heere zal voor ulieden strijden, en gij zult stil zijn!” Verwacht het van Hem!
Zingen: Ps. 118: 3