-

Maandag 18 februari

Genesis 1:1-5 en 14 God maakte de tijd.

En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.

Tijd is een vreemd iets. Probeer het maar eens te omschrijven. Laat staan dat je er grip op kunt krijgen. We omschrijven de tijd in een bepaald raster. We hebben 365 dagen, 7 dagen en 24 uur per dag. Alles in een ritme van dag en nacht. Het is door God in de schepping gelegd. God wijst er op dat Hij met het woord ‘dag’ de periode van licht wordt bedoelt. De zon wijst een dag aan van 24 uur. Er is geen reden om te denken dat het met de schepping anders was.

God die zelf van eeuwigheid is maakte de tijd? Voor wie? Voor jou en mij! Om te mogen leven. Dat vraagt aan de ene kant verantwoording naar de Schepper van de tijd. Hoe gebruik ik die? Maar aan de andere kant ook troost: want al ‘mijn tijden’ zijn in Gods Hand. Mag je dat al geloven?

Zingen: Psalm 90:1

-

Woensdag 20 februari

Prediker 11 Tijd om van te genieten.

Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap.

Je bent jong en dat is een heerlijke tijd. Je bent nog niet verantwoordelijk voor een gezin, voor werk en andere dingen. En je hebt veel ‘vrije’ tijd. Ik hoop dat je zo een fijne periode mag beleven. De Prediker wijst er op dat je je mag ‘verblijden’ over je jeugdjaren. De Heere geeft je die tijd ook om van te genieten. Soms denk je misschien dat het leven met de Heere alleen is van: ‘dit mag niet’ en dat ‘is ook verkeerd’. Maar genieten mag. Het is zelfs een opdracht. En een stukje ontspanning hoort daarbij. Mits het binnen de grenzen van Gods Woord valt. Niet strijdig is met wat de Heere van ons vraagt. We moeten er eens verantwoording van afleggen. Is dat een voorbehoud? Nee. De aansporing blijft voorop staan. Alleen weet de prediker, dat alles wat tegen Gods gebod ingaat, nooit de vreugde kan geven die het voorspiegelt. Want dan is het los van God. En blijft een bittere nasmaak over.

Zingen: Psalm 17:3

-

Vrijdag 22 februari

Openbaring 10:1-11 Eindtijd.

En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn.

Als je nu weet dat morgen de aarde zou vergaan, wat zou je vandaag dan doen? Met het aflopen van de Maya kalender hadden veel mensen zich voorbereid op het einde van de wereld. Ze verwachten natuurrampen, zoals orkanen, overstromingen, aardbevingen. Of voorspelden een groot watertekort, een ijstijd. Noem maar op. Er kwam zelfs een verzekering voor het vergaan van de wereld. De Bijbel is er duidelijk over dat niemand die dag weet, wanneer Christus wederkomt. Toch zal de tijd eens ophouden. Er zal geen tijd meer zijn. Dat de schepping daarna toe gaat is duidelijk. We zien toch wel de tekenen van de eindtijd. Zie je er naar uit dat de Heere Jezus terugkomt? Misschien geeft het je angst. Ben ik dan wel bereid? De Rechter die straks komt, wil nu nog je Redder zijn. Zijn bloed reinigt van alle zonden.

Zingen: Psalm 91:1

-

Klik hieronder voor een printbare versie van het bijbelrooster. De bovenste biedt één pagina per vel, de onderste twee pagina’s per vel.

-

Zondag 17 februari

Prediker 3:1-14 De tijd van je leven!

Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd.

De nieuwe week is weer begonnen. Je ziet alle dingen weer tegemoet van deze week. Hoe zal het gaan? Een week vliegt voorbij. Je hebt veel te doen en maakt veel mee. Je hebt dé tijd van je leven. School, hobby’s, vrienden, vereniging en uitgaan. Noem maar op. Leuke dingen, maar ook moeilijke dingen. Je kunt de tijd van je leven immers niet uitkiezen. Het geldt voor iedereen: voor alles is er een bestemde, een vastgestelde tijd. De tijd is door God vastgesteld. Hij bepaalt het begin en het einde ervan. Wat voor een tijd maak jij nu mee? Een tijd van vreugde of juist van tegenslagen? De prediker wijst je erop hoe je daar mee om moet gaan: opdat men vreze voor Zijn aangezicht. Om dus alle dingen van je leven met de Heere te doen. In Zijn Handen geven. Wie vertrouwt op de Heere en met Hem leeft, heeft een gezegende tijd!

Zingen: Psalm 46:1