-
Maandag 17 september
Wees nuchter en waakt! {1 Petrus 5 vers 5 tot 9#http://www.statenvertaling.net/bijbel/1pet/5.html}
Petrus schrijft dat de lezers van deze brief zwaar werden beproefd. Vijanden probeerden hen tot afval van Christus te brengen. De duivel ging uit als een briesende leeuw om een prooi te zoeken en, indien mogelijk, gelovigen weg te slepen naar het rijk van de duisternis. Ze hoorden hem in de verte brullen.
In onze tijd en omgeving heb je een scherper oor nodig om het brullen van de leeuw te horen. Nu klinkt er een bedrieglijk vriendelijke lokstem die je wil verleiden tot zonden. De duivel stelt de zonde heel mooi voor en als je eraan toegeeft, blijkt er gif in te zitten. Hij probeert je tot slaaf van hem te maken en gebruikt daar allerlei verdovende middelen voor. Daarom waarschuwt Petrus: Wees nuchter en waakt! Nooit ben je veilig, want die leeuw is steeds op jacht. Hij sluipt om je heen. Hij wil je verslinden! Velen zijn al ten prooi gevallen aan die leeuw. Hoor Petrus daarom roepen: Wees nuchter, waakt! Laat je níét verslinden. Wees núchter, want dan alleen kun je ook echt wáken! Daarom: zet je ogen en oren op de waakstand. Om bij het eerste geluid van de leeuw direct je toevlucht te zoeken bij Christus, de Leeuw uit de stam van Juda! Hij gaat ook uit, maar zoekt om je te behóúden!
-
Woensdag 19 september
Zo de Heere de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. {Psalm 127#http://www.statenvertaling.net/bijbel/psal/127.html}
Psalm 127 is een psalm van Sálomo. In zijn tijd werd een stad streng bewaakt tegen de aanvallen van de vijand. Toch gebeurde het wel eens dat vijanden onopgemerkt de stad binnenkwamen. De aandacht van de wachters op de muren was verslapt of – nog erger – ze waren in slaap gevallen. Uiteindelijk is het dus de Heere Die de stad moet bewaren. Je zegt misschien: ‘Dan kan ik net zo goed níét waken.’ Jawel, waken is nodig. Maar daar kun je toch nooit helemaal op vertrouwen. Het is en blijft mensenwerk. En toch is er dan geen onnodig werk gedaan.
Sálomo wil je erop wijzen dat de Heere aan ons waken Zijn zegen moet en ook wil geven. Dit leert je, dat je heel goed je best moet doen in je werk, maar dat toch aan Zijn zegen alles gelegen is. En dat leert je ook dat je voor honderd procent op de Heere aankunt, want we lezen zo duidelijk in Psalm 121: ‘Ziet, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren, noch slapen.’ Aan Zijn bewaring is tenslotte alles gelegen.
Zo wil Hij ook jou bewaren. Dat betekent niet dat je dan zelf niet hoeft te waken en te bidden. Maar het betekent ook dat, wanneer jij als zwak mens in slaapt valt, de Heere je Bewaarder is. Ook ’s nachts als je slaapt. Wat een machtige Bewaarder is dan toch de Heere, Die ook jouw God wil zijn.
-
Vrijdag 21 september
Waak en bid! {Lukas 21 vers 34 tot 36#http://www.statenvertaling.net/bijbel/luka/21.html}
Bij het waken hoort bidden. Bid om kracht te mogen ontvangen en om te ontkomen aan alles wat er gebeuren zal. Wil dat zeggen dat je dan vraagt om maar geen last te hebben van alles wat er gaat gebeuren? Nee, het gaat erom dat je bidt om kracht, om het verderf te ontgaan dat in de verschrikkingen ligt opgesloten. Je moet bidden om waakzaam te zijn, want je bent op weg naar de ontmoeting met de Heere Jezus. Dan zal jij, evenals alle andere mensen, moeten verschijnen voor Zijn rechterstoel. Dan zal je staan voor de Rechter van hemel en aarde (2 Kor. 5:10).
Ben je daar bang voor? Vraag of je mag weten dat de Heere Jezus, de Réchter van hemel en aarde, op die dag ook jouw Rédder zal zijn. Hem zonder vrees te mogen ontmoeten is alleen mogelijk als je Hem nu al hebt leren kennen. Dan mag je weten dat Hij ook jou met Zijn bloed heeft gekocht en je verlost heeft van al je zonden. Jezus komt weer! Dat is zeker. Als Hij komt, zullen allen die Hem hebben leren kennen door het geloof, Hem te voet vallen en Hem aanbidden. Maar als je Hem niet kent, zal Hij moeten zeggen: ‘Ga weg van Mij, in het eeuwig verderf.’ Dat is de ernst! Daarom, waak dan, te allen tijd, biddende!
----
Zaterdag 22 september
Laten we uit liefde over elkaar waken, zeker als je ziet dat de dag nadert! {Hebreeen 10 vers 19 tot 25#http://www.statenvertaling.net/bijbel/hebr/10.html}
Het is in een gemeente erg belangrijk dat we uit liefde over elkaar waken. Zeker als de dag van de Heere Jezus dichterbij komt. Niemand kan immers gemist worden. Geef je echt om een ander? Voelt hij of zij: We kunnen je niet missen? Daar gaat het ook over in het gedeelte dat je hebt gelezen. Wij weten dat aan de dag van Jezus’ wederkomst dagen van afval en verval voorafgaan. De nabijheid van Zijn komst is voor de omgang met elkaar van betekenis. Daarom is het belangrijk dat we elkaar ontmoeten in de kerk, met elkaar bidden en Gods Woord onderzoeken om elkaar scherp te houden.
De samenkomsten van de gemeente zijn niet ouderwets. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt juist: ‘Laten we onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkaar vermanen en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.’ Niet uit dwang, maar als een drang, die door de Heilige Geest is gewerkt. Wie op zichzelf blijft staan, wordt steeds kouder.
Heel concreet: Heb jij wel eens gewaakt over een leeftijdgenoot, die de kerkgang steeds meer verzuimde? Hij of zij kan toch niet zonder de Heere zalig worden? Hij wil dat wij met elkaar Zijn Woord onderzoeken, Hem verwachten en bidden: ‘Kom, Heere Jezus, ja, kom haastig!’
-
Zondag 16 september
Zalig wanneer je dagelijks waakt aan Zijn poorten. {Spreuken 8 vers 32 tot 36#http://www.statenvertaling.net/bijbel/spre/8.html}
Koning Sálomo bad om wijsheid en de Heere gaf die hem. Hij schreef ook het Spreukenboek. In Spreuken 8 blijkt dat de Heere er ook Zelf in spreekt. ‘Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort, dagelijks wakende aan Mijn poorten’ (vers 34). Het woordje ‘Mij’ staat met een hoofdletter. Dat betekent dat de Heere Jezus hier aan het woord is als de Opperste Wijsheid. Hij is het immers, Die wijs kan maken tot zaligheid. En wie zou er niet zalig willen worden? Zie jij daarnaar uit? Luister dan naar Hem, want Hij zegt hier: Zalig wie naar Mij hoort! Zalig wie naar de stem luistert die dwaze zondaren tot Zich roept. Hoort Hem! Als je Zijn stem eenmaal hebt gehoord, dan ga je ook naar Hem verlangen. En dat blijkt, want dan ga je dagelijks waken aan Zijn poorten. Je laat je dan ook zomaar niet wegsturen. Je blijft waken, heel scherp opletten, elke dag weer. Hém wil je ontmoeten, de Opperste Wijsheid. Hij alleen heeft de woorden van het eeuwige leven. Daar heeft Hij Zelf van gezegd: ‘Mijn schapen horen Mijn stem en zij volgen Mij en Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid.’ Hem kennen kan je alleen écht gelukkig maken. Héél gelukkig! Welgelukzalig!