-
Maandag 17 oktober 2011
{Jesaja 35#http://www.statenvertaling.net/bijbel/jesa/35.html} ”De woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos.”
”De dorre vlakte der woestijnen zal zich verblijden eindeloos; de zandzee zal herschapen schijnen, want bloeien zal zij als een roos. Van heil’ge vreugde zal zij beven, doortinteld van een heerlijk leven, dat nimmermeer verwelken zal. Zij zal de wonderen des Heeren aanschouwen en Zijn grootheid eren met jubelend triomfgeschal.” Dat is prachtige poëzie. Een woestijn is niet altijd een zandzee. Toch kent zij doorgaans weinig of geen plantengroei. Hoe is dan het mogelijk dat die wildernis, die woestijn toch gaat bloeien?
Denk aan Juda. Juda liet zich niet door God waarschuwen. Babel oefende gericht uit (2 Koningen 25:10). Juda raakte in ballingschap. Het land werd leeg en dood. Jesaja profeteerde van een nieuwe tijd, terugkeer, blijdschap. Zelfs de woestijn waardoor de rest van Juda zou terugkeren, zou zich verheugen (Jesaja 35:1). Je komt dat diverse keren tegen in de Bijbel. Rivieren zijn bijna personen: zij klappen in de handen. Gebergten bedrijven vreugde (Psalm 98:8). De zon komt als een bruidegom uit de slaapkamer en toont zich vrolijk als een held (Psalm 19:6).
Niet slechts de woestijn, maar ook de terugkerende Israëlieten verheugden zich. Zij zagen de wildernis bloeien als een roos. Denk daarbij vooral aan de weelderige bloemenpracht. De natuur weerspiegelt de glans en grootheid van de Schepper. Hij maakte het oude nieuw en zorgde voor terugkeer. Die pracht gaf eigenlijk ook iets weer van de heerlijkheid waarmee Hij Zijn volk bekleedde (Jesaja 35:2). Niet slechts degenen die terugkeerden uit Babel. Straks zal de kerk uit Jood en heiden veranderd worden naar het heerlijk beeld van Christus’ (2 Korinthe 3:18)
Zou je willen delen in die blijdschap en zaligheid? Je mag er jaloers op worden! Je leert die heerlijkheid pas echt waarderen, als een wonder, als je ook iets weet van de dorheid van de woestijn van je eigen hart. Dan ga je des te meer verlangen naar de glans en grootheid waarin God die woestijn herschept. Als je je realiseert dat je Gods waarschuwingen –net als Juda– vaak in de wind hebt geslagen, zul je des te meer uitzien naar het ogenblik dat de woestijn vrolijk wordt, de wildernis zich verheugt en gaat bloeien als een roos.
Bloemen hebben water nodig. Wat denk je van het water des levens? Wat denk je van de Heere Jezus? (Johannes 4:10).
-
Woensdag 19 oktober 2011
{Prediker 12 vers 1 tot 7#http://www.statenvertaling.net/bijbel/pred/12.html} ”…dat de amandelboom zal bloeien…”
De Prediker beschrijft de aftakeling van het menselijk leven en lichaam. De wachters en de sterke mannen, de armen en benen, zullen beven en zichzelf krommen: het is gedaan met de kracht van voorheen. De maalsters, de tanden, staan stil: de eetlust vermindert. De vensters, de ogen, worden donker: lezen wordt steeds moeilijker. De deuren naar de straat gaan dicht: Oude mensen krijgen problemen met hun gehoor. En de amandelboom zal bloeien (Prediker 12:4,5).
Reeds in januari, vroeg in het jaar, terwijl andere bomen nog ‘slapen’, gaat de amandelboom bloeien. In het Hebreeuws bestaat een nauwe relatie tussen de woorden amandel en wakker zijn. De HEERE vroeg aan Jeremia wat hij zag. Hij zei: ”Ik zie een amandelroede.” Toen zei God: ”Ik zal wakker zijn over Mijn woord, om dat te doen” (Jeremia 1:11). God zal wakker zijn om Zijn oordelen over de zonde –haastig, gezwind– uit te voeren.
Volgens de klassieke uitleg van de Prediker is de bloesem van een amandelboom eerst rood en later wit. Daar ligt dan een relatie met de grauwe of witte haren van een grijsaard. In samenleving duidt het begrip bloeien doorgaans op succes. Als je in de bloei van je leven verkeert, beleef je de beste tijd. Als je spreekt over een bloeiende economie gaat het goed. Bloeien betekent: zich ontplooien. Als witte bloesem echter wijst naar de witte haren van een oud man, lijkt dat geen voorspoed, maar neergang.
Sommige theologen kiezen voor een andere vertaling van Prediker 12:5: De amandelboom bloeit weer, de sprinkhaan eet zich rond, de kapperbes geeft weer zijn vrucht. Maar de mens gaat naar zijn eeuwig huis. Het leven gaat door. Het wordt weer voorjaar en zomer. Maar iemand die oud wordt, heeft daar geen plezier meer van. Hij gaat sterven. Hoe je het boek Prediker ook vertaalt: Een mens gaat sterven.
Die boodschap is van groot belang. Een mens is als een bloem, zo bloeit hij (Psalm 103:15). ”In de morgenstond bloeit het… des avonds wordt het afgesneden, en het verdort” (Psalm 90:6). Waar komt het op aan? Kort voordat de Prediker zijn lessen over de ijdelheid, de leegheid, de eindigheid van het leven zonder liefde tot God afsluit zegt hij: ”Vrees God, en houd Zijn geboden.” Want de HEERE zal wakker zijn over Zijn woord!
-
Vrijdag 21 oktober 2011
{Habakuk 3#http://www.statenvertaling.net/bijbel/haba/3.html} ”Alhoewel de vijgenboom niet bloeien zal…. zo zal ik nochtans in de HEERE van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in de God mijns heils.”
Habakuk adresseerde zijn profetie ”voor de opperzangmeester, op mijn neginoth” (Habakuk 3:19). De opperzangmeester fungeerde als het hoofd van de tempelmuzikanten. Je zou denken dat de neginoth een melodie, of zangwijze aanduidt. Relaties met: Speel dit in es, of in g. Of: speel dit op de wijs van het Psalm 119. Maar de neginoth was waarschijnlijk een snaarinstrument. Het lijkt er in dat ”op mijn neginoth” op dat Habakuk zelf het gezang wilde begeleiden met snarenspel. Was hij Leviet? De Levieten maakten muziek in de eredienst.
Ergens rond het jaar 625 voor Christus vestigde koning Nabopolassar de nieuwe wereldmacht van de Chaldeeërs. Zij zouden Juda tuchtigen. Koning Josia vernieuwde het verbond met de HEERE (2 Koningen 23:3). Het volk trad toe tot dit verbond. Dat ging niet gepaard met een massale, echte bekering. Toen Josia’s zoon Joahaz koning werd, begon hij te zondigen. Het volk protesteerde niet. Daarmee had Habakuk een groot probleem. Nota bene: de goddelozen gaan heel vaak vrijuit, terwijl Gods volk lijdt onder onrecht.
Eerst klaagde Habakuk over de zonde in Juda (Habakuk 1:2-4). ”Waarom grijpt God niet in?” Toen klaagde de profeet over het trots en het goddeloos optreden van de tuchtigers, de Chaldeeën (Habakuk 1:12-17). Tenslotte bleek echter dat Habakuk het met God eens werd. Habakuk ‘omarmde’ Gods oordelen en Gods gerechtigheid en Gods verbondstrouw. Al houd ik niets meer over: God doet het altijd goed. ”Alhoewel de vijgenboom niet bloeien zal…. ik zal mij verheugen in de God mijns heils” (Habakuk 3:17,18).
Je ervoer misschien in je leven ooit ook dingen die je brachten tot opstand tegen God. Ik zat m’n leven lang in de kerk, maar nu…! Je was boos op God. Hij deed het niet goed. Ook Habakuk koesterde klachten. Hij betreurde dat Gods eigen volk in een zondige toestand leefde. Habakuk worstelde met de vraag hoe de heilige God dat kwaad kon aanzien en niet ingreep (Habakuk 1:2). Habakuk hunkerde naar het openbaar worden van Gods gerechtigheid.
Als je ooit in opstand kwam tegen God, is dat heel menselijk. Maar het is zondig. Misschien ben je wel eens jaloers geworden op Habakuk. Die mocht z’n hele leven, z’n gebrek en teveel, alle ins en outs, zijn schuldig klagen, aan God overgeven. En zich in God verheugen. Daar ben je goed mee!
----
Zaterdag 22 oktober 2011
{Hooglied 2 vers 1 tot 13#http://www.statenvertaling.net/bijbel/hoog/3.html} ”Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen.”
Wie bedoelt Gods Woord met de Roos van Saron? Wat is dat voor een roos? Sommigen vertalen narcis, of lelie. Het is moeilijk te zeggen om welke bloem het precies gaat. Jesaja zegt dat de wildernis zal zich verheugen en zal bloeien als een roos (Jesaja 35:1). Hij gebruikt hetzelfde woord. Eén ding is duidelijk: het gaat om een prachtige bloem. Zo’n bloem verspreidt doorgaans een heerlijke reuk. De Heere Jezus stelde de pracht van zo’n bloem, een lelie uit het veld, boven die van koning Salomo (Matthéüs 6:28,29)
Een roos heeft stekels. Leraars uit de Vroege kerk –iemand als Origenes– zei dat de Roos van Saron duidt op de Persoon van Christus Zelf. Theodorus Beza, een medewerker van Calvijn, deelde die mening. Dat is een aantrekkelijke verklaring. Weet je waarin Christus zoveel aantrekkelijks heeft? Christus droeg een kroon van dorens (Matthéüs 27:29). Het rode bloed droop van Zijn gelaat. Zo droeg Hij de straf die Zijn volk vrede brengt (Jesaja 53:5). Als jij zelf je zondeschuld aan God niet kan betalen, wordt Hij jou juist in Zijn lijden lief.
Toch gaat niet iedereen mee met de gedachte dat Christus de Roos van Saron is. De roos groeit in de vlakte van Saron, één van de duizenden, zoals de lelie der dalen! Dat duidt op nederigheid. De roos van Saron bloeit in het verborgene, hoewel met een liefelijke geur. De roos van Saron bloeit op de bodem van een zeer vruchtbare vallei. Zo denkt toch een gelovige, een kind van God als het goed is ook nederig van zichzelf (1 Petrus 5:5). De roos van Saron groeit in een open, niet ommuurde tuin. Zo worden de bloemen door ieder die daar voorbijgaat makkelijk afgeplukt of vertrapt. De kerk van Christus is immers aan veel verdrukking onderworpen (Johannes 16:33). Ook dat is een aantrekkelijke uitleg.
Het kan zijn dat je overtuigd bent van de rijkdom van de lijdende Christus. Dat je begeert: Aan Hem wil ik mij zalig zien. Het kan natuurlijk ook zo zijn, dat je niet veel oog hebt voor Jezus. Zou je toch straks naar de hemel willen? Dat zal niet gaan. In de hemel zal geen enkele gedachte zijn die niet vol is van de Zaligmaker. Er zal geen enkel verlangen zijn dat niet naar Hem uitgaat.
-
Zondag 16 oktober 2011
{Psalm 92#http://www.statenvertaling.net/bijbel/psal/92.html} ”Al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden.”
Werkers der ongerechtigheid zijn mensen die allerlei zonden bedenken en doen. Juist van zulke figuren zegt de Bijbel dat zij bloeien! (Psalm 92:8). Hoe is het mogelijk? Bloeien duidt immers op voorspoed. Als iemand in de bloei van z’n jaren verkeert, betreft dat de beste tijd van zijn leven. Als je spreekt over de bloei van de economie gaat het goed. Bloeien betekent: zich rijk ontplooien. Geldt dat voor publieke of voor het oog braaf levende zondaren? Ongelooflijk!
Zijn leven verliep voorspoedig. Zijn Volkswagen maakte plaats voor een Volvo. Zijn Fiat Panda voor een Porsche. Het bedrijf werd winstgevend. Flink meepraten over godsdienst leverde een kerkelijk ambt op. Subtiel werk met de ‘ellebogen’ deed hem op de maatschappelijke ladder stijgen in aanzien en carrière. Hij bleef gezond, hij had geen last van andermans lelijke streken. Excelsior! Steeds hoger! David zei van zulke mensen: ”Ik heb gezien een gewelddrijvende goddeloze, die zich uitbreidde als een groene inlandse boom” (Psalm 37:35).
Goddelozen zijn lang niet altijd ‘drankorgels’ of prostituees. Soms hangt de schijn van vroomheid om hen heen. Maar hun hart heeft God niet lief. Ten diepste gaan ze hun eigen gang. Een onvernuftig man (Psalm 92:7) begrijpt niet hoe goddelozen zoveel voorspoed kunnen hebben. Ook Asaf toonde zich nijdig op zulke dwazen. Hij wond zich er over op dat het hen goed gaat (Psalm 73:3). Mogelijk ken je die verbazing uit je eigen leven: ”Ik heb maar steeds tegenslag en die mensen die nergens aan doen, gaat alles voor de wind! Bah!”
Asaf begreep niet dat ”al de werkers der ongerechtigheid bloeien”. Totdat God hem leerde hoe het met zulke zondaren afloopt. Het kan werkers der ongerechtigheid lang voor de wind gaan. Maar feitelijk is hun positie altijd wankel. Op het eind van hun leven worden zij tot verwoesting (Psalm 73:17,18). Hun leven was kort. Zij gaan voor eeuwig verloren. Dat is hun eigen schuld en verantwoordelijkheid. Als jij er alles aan doet om op aarde de grote jongen uit te hangen, Valt er voor jou slechts eeuwige vergelding wachten.
Salomo had ook al zoiets gezegd: ”Het huis der goddelozen zal verdelgd worden” (Spreuken 14:11,12). Toch liet hij het daar niet bij. Verlaat de slechtigheden, de ongerechtigheden en leef (Spreuken 9:6). Word wijs. Keer je tot de opperste Wijsheid, Jezus Christus.